Paragraaf 3.3 - Een warm huis

3.3 Een warm huis
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen op welke manieren een huis wordt verwarmd
  • Je kunt uitleggen hoe warmte zich verspreidt door geleiding, stroming en straling
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.3 Een warm huis
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen op welke manieren een huis wordt verwarmd
  • Je kunt uitleggen hoe warmte zich verspreidt door geleiding, stroming en straling

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Hoe verwarm je een huis?

  • Centrale verwarming (cv) > veel huizen hebben een cv
    - cv-installatie maakt de cv-ketel warm door aardgas te verbranden
    - water dat door de ketel stroomt wordt warm
    - pomp perst het water door de leidingen en radiatoren
    - radiatoren worden warm en geven warmte af aan de lucht in huis
  • Vloerverwarming > leidingen in de grond die warmte afgeven dankzij cv of elektriciteit

Slide 2 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Aardgasvrije huizen

  • Zonnepanelen > zetten zonlicht om in elektrische energie
    - opgewekte elektriciteit gebruik je voor elektrische vloerverwarming
  • Warmtepomp > wint warmte uit de lucht of bodem
    - vervangt de cv-ketel in de cv-installatie
  • Zonnecollectoren > in de zwarte buizen van zonnecollectoren zit een vloeistof die warmte van de zon snel opneemt
    - gebruik je om water op te warmen (van de cv-installatie)

Slide 3 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Wat is warmtegeleiding?

  • Warmte verplaats zich altijd van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur > warmtetransport
  • Stel je legt je hand op een warme radiator, dan wordt je hand warm;
    - dit is een vorm van warmtetransport via geleiding
    - het ijzer van de radiator geeft de warmte door aan jouw hand, ijzer is een goede warmtegeleider
    - stoffen die warmte slecht doorgeven > isolatoren
    - bij geleiding is een extra stof nodig > tussenstof (bij de radiator is dit het ijzer)

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Wat is warmtestroming?

  • Een radiator verwarmt de lucht die tegen de radiator komt
    - lucht zet uit als het warm wordt
    - warme lucht is lichter dan koude lucht > warme lucht stijgt op
    - de lucht gaat stromen en neemt de warmte mee > stroming
  • Bij stroming is er altijd een vloeistof of gas als tussenstof
    - bijv. water of lucht

Slide 5 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
  • Wat? Maken 3.3 – Opdracht 1 t/m 12
  • Hoe? Blz. 152 t/m 154
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 12 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe warmte zich verspreidt door geleiding, stroming en straling
  • Je kunt laten zien hoe een kamer wordt verwarmd

Slide 7 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Wat is warmtestraling?

  • Stel je voor je zit op een terras onder een terrasverwarmer en je voelt de warmte van de verwarmer
    - niet door geleiding, je raakt de verwarmer niet aan
    - niet door stroming, warme lucht stijgt op (boven jou)
    - wel door straling > hierbij verplaatst warmte zich zonder tussenstof
  • Warmtestralen van de zon komen zonder tussenstof bij de aarde
    - in de ruimte buiten de dampkring van de aarde is geen tussenstof
  • Warmtestraling heet ook wel infraroodstraling > kun je voelen
    - kun je zichtbaar maken met een infraroodcamera

Slide 8 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
Hoe wordt de hele kamer warm?

  1. Het water geeft warmte via het metaal van de radiator van
    binnen naar buiten door
    > hierdoor wordt de buitenkant warm > geleiding
  2. De warme radiator geeft warmte af aan de lucht rondom > lucht wordt warm
  3. Warme lucht rondom de radiator stijgt op; warme lucht drijft op koude lucht > stroming
  4. Warme lucht stroomt langs plafond en voorwerpen in de kamer > lucht koelt af
  5. Als de lucht afkoelt daalt deze (wordt zwaarder dan warme lucht)
  6. De afgekoelde lucht stroomt langs vloer terug naar radiator

Slide 9 - Tekstslide

3.3 Een warm huis
  • Wat? Maken 3.3 – Opdracht 13 t/m 21
  • Hoe? Blz. 155 t/m 156
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 13 t/m 21 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Tekstslide