H4.4 deel 1

waarnemen en reageren

H4.4    Zenuwstelsel

deel 1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

waarnemen en reageren

H4.4    Zenuwstelsel

deel 1

Slide 1 - Tekstslide

zenuwstelsel
Bestaat uit:
zenuwen, ruggemerg, hersenen

ruggemerg en hersenen samen heten centraal zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

zenuwstelsel
Werking:
Zintuigen zetten prikkel om in een impuls. Impuls verplaatst zich via zenuwen en het ruggemerg naar de hersenen. Daar neem je (pas) waar! 
Hersenen sturen inpulsen terug naar bijv. spieren om te gaan bewegen.

Slide 3 - Tekstslide

Impulsen verplaatsen zich langs zenuwen

Zenuwcellen geleiden impulsen via de uitlopers

Slide 4 - Tekstslide

3 soorten zenuwcellen:
Gevoelszenuwcel: 
  • geleiden impulsen van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
  • lange uitloper is verbonden met zintuig, korte verbonden met andere zenuwcellen
  • cellichaam ligt buiten het ruggemerg

Slide 5 - Tekstslide

3 soorten zenuwcellen:
Bewegingszenuwcel: 
  • geleiden impulsen van ruggemerg naar spieren
  • lange uitloper is verbonden met een spier, korte verbonden met andere zenuwcellen
  • cellichaam ligt in het ruggemerg

Slide 6 - Tekstslide

3 soorten zenuwcellen:
Schakelzenuwcel: 
  • geleiden impulsen van ene zenuwcel naar andere zenuwcel
  • alleen korte uitlopers, verbonden met andere zenuwcellen
  • liggen volledig in het centrale zenuwstelsel (ruggemerg of hersenen)

Slide 7 - Tekstslide

Impulsen gaan langs de 3 soorten zenuwcellen:
gevoelszenuw              schakelzenuw          bewegingszenuw

Slide 8 - Tekstslide

3 soorten zenuwen:
Gevoelszenuw: bevat alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen 
bewegingszenuwen: bevatten alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
gemengde zenuwen: bevatten uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen.

Slide 9 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat het zenuwstelsel?

Slide 10 - Open vraag

Zet de onderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
zenuwen
hersenen
prikkel
impuls
zintuig

Slide 11 - Sleepvraag

een zenuw bestaat uit heel veel uitlopers van zenuwcellen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

een zenuwcel bestaat uit heel veel zenuwen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

via een zenuw kunnen zich heel veel impulsen tegelijk verplaatsen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

een gemengde zenuw bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en schakelzenuwcellen
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

de zenuwen in je arm bevatten uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

waar liggen de cellichamen van de gevoelszenuwcellen?
A
in zenuwknopen net buiten het ruggenmerg
B
in je ruggenmerg
C
in je hersenen

Slide 17 - Quizvraag

waar liggen de cellichamen van de bewegingszenuwcellen?
A
in zenuwknopen net buiten het ruggenmerg
B
in je ruggenmerg
C
in je hersenen

Slide 18 - Quizvraag

de zenuwen die tussen je ruggenwervels naar buiten komen, zijn gemengde zenuwen, deze bevatten
A
alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen
B
alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
C
uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 19 - Quizvraag

welke zin is juist?
A
schakelzenuwcellen geleiden impulsen naar je zintuigen
B
schakelzenuwcellen zijn verbonden aan andere zenuwcellen
C
schakelzenuwcellen liggen alleen in de hersenen

Slide 20 - Quizvraag