Grammar Revision - theme 4 vids

Theme 4
Grammar Revision
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Theme 4
Grammar Revision

Slide 1 - Tekstslide

Grammar 
The future p. 61 TB

- to be going to 

- will 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Which form is used for the future?
A
Will/Shall
B
To be going to
C
Present Continuous
D
Present Simple

Slide 5 - Quizvraag

logical consequence
Prediction
Spontaneous action
Timetable
Intention
Arrangement
I will take you to the train then.
Look at those clouds. It it going to rain soon!
It will rain.
I am going to see a film tomorrow.
I am seeing a doctor tonight.
The plane leaves at 9.15.

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Link

Present perfect

Slide 8 - Tekstslide

Present Perfect: Hoe maak je hem?
Have/Has + Voltooid deelwoord

  • Have: I, You, We, They
  • Has: She/He/It 

We have tried to help him
He has tried to help him


Slide 9 - Tekstslide

Present Perfect: Hoe maak je hem?
  • Regelmatig voltooid deelwoorden: -ed 
    Walk  > Walked
John has walked for hours

  • Onregelmatig voltooid deelwoorden: eigen vorm
    See > Seen
    We haven't seen him in ages




Slide 10 - Tekstslide

Present Perfect: Wanneer gebruik je hem? 
1. Wanneer iets is gebeurd in het verleden en het nu nog steeds bezig is / het effect ervan nu nog merkbaar is

We have lived here for three years
We have built a house


Slide 11 - Tekstslide

Present Perfect: Wanneer gebruik je hem? 
2. Als iets in het verleden is gebeurd, maar het exacte moment niet bekend/niet belangrijk is

We haven't been to England before
Have you heard the news?


Slide 12 - Tekstslide

Present Perfect: Hoe weet je dat je hem moet gebruiken?
Signaalwoorden!
Ezelsbruggetje: FYNE JASSS

For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since, So, Still

David ____ just ______his homework (to finish)
David has just finished his homework



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Grammar
Used to

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Grandpa ___ 5 miles every day.
A
used to swim
B
used to swam
C
used to swum
D
used to swimmed

Slide 17 - Quizvraag

Vul de vorm van used to in.

(-) ____ (we - come) here.

Slide 18 - Open vraag

Vul de vorm van used to in.

(-) ____ (I - dance) with him.

Slide 19 - Open vraag

Scan me 

Slide 20 - Tekstslide

Don't forget to study the vocabulary words and irregular verbs

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link