Les 10 08-10-2024 K2 Anfang schwache Verben

Les 10. 08-10-2024
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Les 10. 08-10-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wir zusammen arbeiten
  • Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, laptop

  • We praten zoveel mogelijk in het Duits

  • We luisteren naar elkaar

  • Bij vragen steken we ons arm omhoog





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessonup
klascode
eluog







Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassensprache

Kann ich auf die Toilette gehen, bitte?
Darf ich zur Toilette gehen, bitte?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassetaal/ Klassensprache

Slide 6 - Tekstslide

bestand uitdelen, doorsturen.
Voor de volgende les 1 tot en met 10 kennen.

Klassensprache 11 bis 20

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele
Du kennst die drei Artikel in der deutschen Sprache.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?
Erklärung der deutschen Artikel.
Die regeln für männliche Artikel üben.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Zoek op internet naar:

Berlijnse muur
DDR, hoofdstad
BRD, hoofdstad
3 oktober 1990
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke woorden bestaat IDEWIS:

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke persoon zijn eigen uitgang!
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
esttenten
uitleg

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Hoe werkt het?
wohn
wohn
wohn

wohn
wohn
wohn
regel: stam + uitgang

wohnen
stam: -en eraf
-> wohn


uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel: feesttenten 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stam maken
Maak een stam van de volgende werkwoorden
en vervoeg deze voor Ich, du, er:
  1. spielen                                       6. kommen
  2. wohnen                                      7. sitzen
  3. hören                                          8. stehen
  4. basteln (knutselen)              9. warten
  5. denken                                     10. küssen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 1?
A
De stam maken
B
Het onderwerp van de zin zoeken
C
Uitgang achter de stam zetten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 2?
A
De stam maken
B
Het onderwerp van de zin zoeken
C
Uitgang achter de stam zetten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 3?
A
De stam maken
B
Het onderwerp van de zin zoeken
C
Uitgang achter de stam zetten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pionnen (sleepbaar):
1
2
3
4
5
6
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Goed? Dan mag je één pioon twee plaatsen naar achteren zetten.
1. Ein Spieler beginnt und würfelt. Dann bildet er mit der Zahl des Würfels die richtige Verbform

2. Checke die Antwort mit der Eselsbrücke FEESTTENTEN
> Wenn die Verbform falsch ist, darf der Spieler nicht vorrücken. 
> Hat der Spieler richtig konjugiert, darf er so viele Felder vorrücken, wie die Zahl des Würfels vorgibt.
 
3. Wer als Erster das Ziel erreicht, gewinnt.
 



Würfele hier:
Die Spielregeln
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Tekens:
 klavertje hulp inschakelen
 fout geantwoord? 
 Voorsprong inzetten
 Extra worp
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Verben im Präsens 
Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

das Wörterbuch
Zoek de volgende woorden in het woordenboek en bekijk welk werkwoord erbij hoort:
hij speelt
jullie horen
fietsen
knutselen
vieren, jij viert



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selbstständig arbeiten
K2, Teil E, Aufgabe 22 und 23, Seite 54
K2, Übung macht den Meister, Aufgaben 7-9, Seite 52
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tag der deutschen Einheit
Lees eerst deze vragen, daarna kijken we de video.

1) 1989 war die DDR noch ein eigenes Land. Richtig oder falsch?
2) Wenn man etwas gegen die Regierung sagte, konnte man bestraft werden. Richtig oder falsch?
3) Die friedlichen Demonstrationen begannen im Frühling 1989. Richtig oder falsch?

4) Die Menschen demonstrierten gegen die Reisefreiheit. Richtig oder falsch?

3. Oktober 1990





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
lernen:
Wörterliste Kapitel 1, Seiten 40-41
Grammatik Kapitel 1, Seiten 43-44 (blauw)
Plauderecke und Schreibecke woorden herkennen.
machen:
Kapitel 2, Teil E, Aufgabe 21-23, Seite 60-61
Übung macht den Meister, Aufgaben 7, 8, 9 Seite 52




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Auf Wiedersehen 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies