1.Ze gebruiken Big data om criminaliteit in het uitgaansleven te voorspellen en te voorkomen.
2.Ze koppelen geluidsanalyse (stresslevels in de stem) aan videoanalyse (het bewegen van mensen ten opzichte van elkaar). Deze twee informatiebronnen plakken ze over elkaar heen en zo kunnen ze ‘verdachte’ patronen ontdekken. ‘Stresspubliek’ draait om elkaar heen en gaat naar elkaar toe.
3.Het gebruik van Big data kan leiden tot subjectieve conclusies en mogelijk tot discriminatie. Algoritmen zijn net zo subjectief als de persoon die het maakt. Als er bijvoorbeeld vooroordelen in de data zitten die in algoritmen terechtkomen, dan kunnen er beslissingen uitkomen met diezelfde vooroordelen. Datawetenschappers hebben daarom veel invloed op voorspellingen.
4.Door wetgeving die aansluit bij de laatste technische mogelijkheden omtrent Big data.