verbranding en ademhaling les 1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode planner
Week
1
2
3
4
5
lesdoel
verbranding
stofwisseling
ademhaling
ademhaling
ademhaling
bloedsomloop
Week
6
7
8
9
lesdoel
bloedsomloop
bloedomloop
herhaling 
herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  •  Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Schrijf in je eigen woorden wat je al weet over de volgende onderdelen en processen: longen, darmen, bloedsomloop, voedselopname, gaswisseling, transport, uitscheiding, en stofwisseling. Denk na over hoe deze bijdragen aan verbranding in een cel en aan de algehele gezondheid van een organisme.

Slide 6 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  •  Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Probeer uit te leggen hoe de genoemde onderdelen en processen samenwerken om energie te produceren en te gebruiken in het lichaam. Hoe dragen deze systemen bij aan de groei, gezondheid en vervanging van cellen? Schrijf je ideeën op en wees voorbereid om je gedachten te delen.

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
aantekeningen maken

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


      leer-doelen 
R;  Je kunt in je eigen woorden het begrip stofwisseling uitleggen.
T1: je kunt uitleggen hoe een planten m.b.v. fotosynthese, energie vastleggen in glucose.
T1: je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrij komt.
R:  je kunt uitleggen wat verbranding is.
R: je kunt uitleggen wat mitochondriën doen.
T1: je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
T1: Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt gebruikt en koolstofdioxide ontstaat.

Slide 9 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
praktische opdracht
Les 1: verbranding bij een kaars en koolstofdioxide aantonen 
les 2: koolstofdioxide bij een brandende kaars  en zuurstofgehalte van ingeademde en uitgeademde lucht
les 3: koolstofdioxide gehalte van ingeademde en uitgeademde lucht  en een model van de middenrifademhaling
les 4: vitale capaciteit en tracheeën en stigma's  en de kieuwen van een vis

Slide 10 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Stofwisseling
Vandaag gaan we leren over hoe ons lichaam energie krijgt en gebruikt om te groeien, gezond te blijven, en cellen te vervangen. We zullen onderzoeken hoe verschillende onderdelen en processen in het lichaam, zoals de longen, darmen, bloedsomloop, voedselopname, gaswisseling, transport, uitscheiding, en stofwisseling, samenwerken om dit mogelijk te maken.
Stofwisseling = stoffen omzetten in andere stoffen

Slide 11 - Tekstslide

Wat hebben planten nog meer nodig voor fotosynthese?
Water en koolstofdioxide

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
  •  In de groene delen energie  opgeslagen als glucose
  • Wat is glucose?
  • Waarom maakt de plant glucose?
water + koolstofdioxide + licht -> glucose + zuurstof 
Glucose is een soort suiker
De plant maakt allerlei andere stoffen uit glucose, zo ook de stoffen waar de plant uit bestaat. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

+
+
+
Fotosynthese
Koolstofdioxide
Glucose
Water
Zuurstof
Licht

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stofwisseling 
in ALLE organismen vindt stofwisseling plaats
beweging, warm blijven, groei en herstel
Wat zou er gebeuren als je stofwisseling stopte?
Stofwisseling is nodig om in leven te blijven. zonder stofwisseling ga je dood. Het kan zijn dat een deel van je stofwisseling niet werkt, dan heb je een stofwisselingsziekte. Dit komt vooral voor bij kinderen omdat je er niet oud mee wordt. 
voorbeelden zijn diabetes en taaislijmziekte

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding
Glucose wordt afgebroken om energie vrij te maken
Dit noem je; verbranding
Verbranding vindt plaats     in mitochondriën



Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.
mitochondriën = energiefabriekjes in de cel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mitochondriën 
cellen die veel energie nodig hebben, hebben meer mitochondriën.
De afbraak van glucose vindt plaats in mitochondriën

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese




Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels
Foto= licht   synthese= maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelsbruggetje
Relatie tussen een mitochondrium en een bladgroenkorrel --->

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in organismen
Longen =  zuurstof en koolstofdioxide 
darmen = brandstof
bloed = vervoer brandstof en zuurstof

Slide 22 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Orgaanstelsels 
  1. Ademhalingsstelsel
  2. Verteringsstelsel
  3. Bloedvatenstelsel
  4. Uitscheidingsstelsel:het lymfevatenstelsel en het urinewegstelstel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke soort cellen zullen de meeste mitochondriën zitten?
A
Huidcellen
B
Oogcellen
C
Spiercellen
D
In iedere soort zitten evenveel mitochondriën

Slide 24 - Quizvraag

cellen die veel energie nodig hebben bevatten veel mitochondriën
Wat is de functie van mitochondriën?
A
Hier wordt glucose afgebroken zodat zuurstof vrijkomt
B
Hier wordt glucose afgebroken zodat energie vrijkomt
C
Hier wordt zuurstof afgebroken zodat energie vrijkomt
D
Hier wordt energie afgebroken zodat glucose vrij komt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding is?
A
De afbraak van CO2 in cellen
B
De productie van glucose is cellen
C
De toename van water in de cel
D
De afbraak van glucose in cellen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

maken opdrachten
maak in tweetallen de volgende opdrachten uit het boek biologie voor jou:  blz 9  tm 12 opdracht 1-2-3-4-5-6- 8-9 
blz 17 tm 20 opdracht 1 tm 10
lever de gemaakte opdrachten in via team 
Checklist:
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode.
  • Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
  • Meertaligheid functioneel inzetten.
  • Iedereen bij de les betrekken.

Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


lezen-Actualiteit 


Opdracht:
  • maak een korte samenvatting van het gelezen artikel

Slide 30 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • stofwisseling
  • glucose
  • mitochondriën
  • verbranding 
  • brandstof

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 32 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.