4.3 - B - Griekse Goden en wetenschappers

4.3 - B - Griekse goden 
en wetenschappers
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 - B - Griekse goden 
en wetenschappers

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt drie Griekse filosofen noemen en bewijzen waarom deze mannen van belang zijn geweest voor het ontstaan van de filosofie

  • Je kunt vier Griekse wetenschappers noemen en uitleggen wat elk van deze wetenschappers binnen zijn eigen vakgebied ontdekt heeft.  
  • Je kunt verschillende goden en godinnen noemen uit de Griekse mythologie.
  • Je kunt verschillende bronnen indelen op basis van feit en mening en dit ook beargumenteren.

Slide 2 - Tekstslide


Mythologie

    • Verklaringen voor onbegrijpelijke natuurverschijnselen, zoals een overstroming of aardbeving. 
    • Maar ook bij ziekten, de dood of dagelijkse problemen. 

    Slide 3 - Tekstslide


    Griekse goden

    • Grieks goden zien er uit als mensen
    • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
    • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
    Waar woonden de Griekse goden?

    Slide 4 - Tekstslide

    Griekse goden
    • Verering van Griekse goden gebeurde in tempels
    • Feesten en spelen
    • Olympische Spelen

    Slide 5 - Tekstslide

    Wetenschap: filosofie 
    • Mythen gaven verklaringen over ontstaan mens en natuur.

    • Maar sommige mensen probeerden het ontstaan van de wereld los te koppelen van de mythen. Dit waren filosofen.

    • Philos (liefhebber) sofia (wijsheid). 

    Slide 6 - Tekstslide

    Socrates
    • Schreef niets op papier maar voerde gesprekken: stellen van vragen. 

    • In gesprek deed hij alsof hij niets wist. 

    • Alleen door veel kennis kon je goede besluiten maken. 

    • Doodstraf voor 'het misleiden van de jeugd' en het niet geloven in de goden. 

    Slide 7 - Tekstslide

    Plato 
    • Leerling van Socrates en schreef dialogen (gesprekken). 

    • Het verstand, de gevoelens en begeerte (dat wat je wil)  voeren telkens een innerlijke strijd. 

    • De allegorie van de wagenmenner.
      De rede: de menner
      De moed: het witte paard
      De begeerte: het zwarte paard

    • Andere bekende filosoof is Aristoteles. Hij stichtte het lyceum, een academie waar mensen konden leren filosoferen

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Video

    Wetenschap: onderzoek
    • Niet alleen het stellen van vragen, maar ook onderzoek doen zorgde voor de ontwikkeling van de wetenschap in Griekenland. 

    • Griekse wetenschappers gingen in de leer bij geleerden in Afrika. 

    • Ontstaan van wiskunde, natuurkunde en geneeskunde. 

    Slide 10 - Tekstslide

    Hippocrates
    • Grondlegger medische wetenschap.

    • Gezond eten, veel bewegen. Ziekten hebben lichamelijke oorzaken. 

    • Heeft basis gelegd voor aspirine. 

    • Lichaam bestond uit humoren: bloed, slijm, gele gal, zwarte gal. 

    • De eed van Hippocrates. 

    Slide 11 - Tekstslide