Herhaling werkwoorden

el programa de hoy
  •  Repaso:
- los verbos regulares
- los verbos irregulares

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

el programa de hoy
  •  Repaso:
- los verbos regulares
- los verbos irregulares

Slide 1 - Tekstslide

Up1B
Toets vrijdag 21 mei 2021

Leren:
- vocabulario La comida
- de werkwoorden o p -ar, -er, -ir
- de onregelmatige ww 'ser'en 'tener'

Slide 2 - Tekstslide

Programa
Repaso 
Verbos regulares

Slide 3 - Tekstslide

geef de infinitivo van een
ww op -ar/-er en -ir

Slide 4 - Woordweb

persoonlijke vnw - los pronombres
yo                                   (ik)
tú                                    (jij)
él/ella/usted              (hij/zij/u)
nosotros/nosotras  (wij)
vosotros/vosotras    (jullie)
ellos/ellas/ustedes   (zij m/zij v/ u mv)

In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er niet bij te staan. Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Verbos regulares en presente

Slide 6 - Tekstslide

yo
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende 
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

tener
tengo un perro
tienes una casa
tiene un coche
tenemos móvil
tenéis ordenador
tienen muchos amigos 
tengo 22 años

Slide 9 - Tekstslide

SER
Maak DEZE opdracht
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois

Slide 12 - Quizvraag

Nosotros...........(hablar)

Slide 13 - Open vraag

hablar, tú

Slide 14 - Open vraag

ser, usted

Slide 15 - Open vraag

ser, vosotros

Slide 16 - Open vraag

ser, yo

Slide 17 - Open vraag

tener, Pepe

Slide 18 - Open vraag

tener, tú

Slide 19 - Open vraag

Nosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís

Slide 20 - Quizvraag

Tú ......................(vivir) en Amersfoort
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis

Slide 21 - Quizvraag

Persoonlijke voornaamwoorden

(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                La chica / El señor Perez / El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria

Slide 22 - Tekstslide

cantar, Carmen y yo

Slide 23 - Open vraag

vender, Paco y tú

Slide 24 - Open vraag

María y José (vivir)

Slide 25 - Open vraag

¿Quieres practicar más?
Wil je meer oefenen? 


Slide 26 - Tekstslide

Leren vervoegen met VERBUGA 
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

los verbos reflexivos 
Voorbeeld: llamarse = heten

Yo                                me   llamo
Tú                                te     llamas
Él, Ella,Usted             se     llama
Nosotros(as)             nos  llamamos
Vosotros(as)              os     llamáis
Ellos(as), ustedes     se    llaman

Slide 28 - Tekstslide

A practicar:
Hoe zeg je:

1. Mijn vriendin heet Lola.
2. Wij heten Pim en Tim.
3. De jongens heten Juan en Jorge. 

Slide 29 - Tekstslide

Wederkerend ww (llamarse)
Maak DEZE opdracht


timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

 los números

klik op: A PRACTICAR om te oefenen (selecteer mode ACTIEF)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

schrijf het getal uit in het Spaans:
16
A
dieciséis
B
diezicéis
C
diesiséis
D
diez y séis

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het getal 9?
A
diez
B
siete
C
nueve
D
ocho

Slide 35 - Quizvraag