In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Ergens bij horen!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ergens bij horen
Op Zweinstein werden de leerlingen ingedeeld in een afdeling. Ook hier op school heb je ook een soort afdeling gekozen:
de route sport, kunst, groen of ontdek.
Deze keuze zegt al iets over jou, namelijk of je sportief, creatief of onderzoekend bent of juist geïnteresseerd bent in groen.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je leert jezelf nog beter kennen in de samenwerking en het samen leven met anderen.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ergens bijhoren
In de les hebben we al besproken dat je op school ergens ingedeeld kan worden. Jij hoort nu dus al bij verschillende groepjes. Had je daar al eens over nagedacht? Dat gaan we nu eens onderzoeken.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar kun je allemaal bij horen?
Slide 5 - Woordweb
bespreek de antwoorden en belicht de overeenkomsten en de verschillen. Vraag om uitleg als een antwoord van een leerling niet duidelijk is.
Elke groep heeft zijn eigen kenmerken, gebruiken en regels.
Slide 6 - Tekstslide
Vergelijk bijvoorbeeld de regels en gewoonten bij jou thuis met die van een vriend of vriendin, of de verschillende spelregels per sport, klasseafspraken etc.
Kenmerken van Ravenklauw
Als je bij Griffoendor hoort dan heb je waarschijnlijk een aantal van de volgende eigenschappen of kenmerken:
Als je bij Zwadderich hoort dan heb je waarschijnlijk een aantal van de volgende eigenschappen of kenmerken:
Sluw, ijverig, leiderschap, trots.
Deze eigenschappen zien ze ook in een slang.
Slide 9 - Tekstslide
als voorbeeld.
Kenmerken van Huffelpuf
Als je bij Griffoendor hoort dan heb je waarschijnlijk een aantal van de volgende eigenschappen of kenmerken:
Harde werkers, bezig met je opdracht, geduld, eerlijkheid, loyaal
Deze eigenschappen zien ze ook in een das.
Slide 10 - Tekstslide
als voorbeeld.
Kenmerken van de leden van een voetbalteam
Sportief, handig met de bal, doorzetters, hard kunnen lopen, spelinzicht hebben, de spelregels kennen, teamspirit, kunnen samenspelen, vaak willen voetballen.
Slide 11 - Tekstslide
nog een voorbeeld,
hierbij kun je ook nog de stad benoemen: Amsterdam : Ajax, Rotterdam: feyenoord, Eindhoven PSV etc...
We horen allemaal ergens bij!
We horen bij Nederland omdat we er wonen en een Nederlands paspoort hebben. Daarbij hoor jij bij jouw familie. Verder ben je Brabander: we wonen in Brabant, ook als je er niet geboren bent. Jullie zijn Middelbare scholieren, en zitten op het Nuenens College in een bepaalde klas. Elke "groepslid" heeft kenmerken die met elkaar overeenkomen met andere groepsleden.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kies een groep waar je graag bij hoort en geef minimaal 3 kenmerken van deze groep weer. (meer mag!)
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je tot een zelfde groep of team behoort ben je het altijd met elkaar eens.
Waar
NIet waar
Slide 14 - Poll
laat leerlingen uitleggen waarom wel of niet.
Als je tot een zelfde groep behoort betekent dat automatisch dat je goed kan samenwerken
Waar
Niet waar
Slide 15 - Poll
vraag om toelichting
Juist als je tot een team of groep behoort is het belangrijk om jezelf te kunnen en mogen zijn
Waar
Niet waar
Slide 16 - Poll
laat enkele leerlingen toelichten.
Wanneer is volgens jou iemand waardevol voor een groep of team?
Slide 17 - Open vraag
vraag om uitleg en wat is bruikbaar in de klas?
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Opdracht tot een Onderzoek:
Je werkt in een tweetal. Je maakt samen afspraken hoe en waaraan je gaat werken.
Onderzoek;
Doe onderzoek naar - of bedenk: twee totaal verschillende groepen of teams. Je gaat samen bedenken wat je over deze groepen wilt delen met de klas en hoe je dit gaat doen. Denk aan kenmerken, hoe presenteren ze zich, welke kleur, wat voor kleding, welke gebruiken enz. In de volgende les werk je hier samen aan verder.
Slide 19 - Tekstslide
Bedenk van te voren hoe je tweetallen wilt maken. We gaan hier twee lessen aan werken, les 4 en 5.
Slide 20 - Tekstslide
in de klas eerst het rad van aanpak uitleggen. we kunnen hem ook digitaal aanmaken.