les 3 Wil je welvaart of welzijn?

les 3 Wil je welvaart of welzijn?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 3 Wil je welvaart of welzijn?

Slide 1 - Tekstslide

herhaling 
Het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven is het .........?

  

 brutoloon (afgesproken met werkgever)
- sociale premies
- loonheffing         
   nettoloon (ontvang je op je rekening)

   nettoloon
- premie ziektezorgverzekering
- andere verplichte heffingen    
  besteedbaar inkomen
besteedbaarinkomen 

Slide 2 - Tekstslide

weet je nog wat de lorenzcurve is?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoe groter de 'buik' van de Lorenzcurve is, hoe...
A
meer de inkomens ongelijk verdeeld zijn
B
meer de inkomens gelijk verdeeld zijn.

Slide 5 - Quizvraag

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
Theorie

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  • waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
  • wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
  • wat het verschil is tussen welvaart en welzijn
  • je weet wat het CBS doet 




Slide 7 - Tekstslide

In je behoeften voorzien

Slide 8 - Tekstslide

Schaarste

Slide 9 - Tekstslide

Zelfvoorziening
Zelfvoorziening
Wat je nodig hebt of graag wilt hebben voor eigen gebruik → zelf produceren

Slide 10 - Tekstslide

Welvaart en welzijn

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het CBS
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Vragen
Kan je de theorie toepassen?

Slide 16 - Tekstslide

De mate waarin je met beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien
A
welvaart
B
welzijn

Slide 17 - Quizvraag

Welzijn is:
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
B
De mate waarin je behoefte worden voorzien zonder schaarste middelen

Slide 18 - Quizvraag

Je prioriteiten zijn ....
A
wat iedereen belangrijk vind
B
dezelfde interesses hebt
C
wat jij allemaal wilt
D
wat jij belangrijk vind

Slide 19 - Quizvraag

Wat is NIET schaars?
A
Elektriciteit
B
Gas uit je gaspit in de keuken
C
Zonlicht

Slide 20 - Quizvraag

Een schaars goed is:
A
Een goed waar weinig van is.
B
Een goed waar arbeid, kapitaal en/of natuur voor ingezet zijn.
C
Een goed waar weinig vraag naar is.
D
Het tegenovergestelde van een vrij goed.

Slide 21 - Quizvraag

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

reken uitleg

Slide 26 - Tekstslide

Een stijging of daling in procenten berekenen

Slide 27 - Tekstslide

Formule

Slide 28 - Tekstslide

Vorig jaar kreeg je €6 zakgeld, nu krijg je €8,50.
Hoeveel procent is je zakgeld gestegen?

Slide 29 - Open vraag

Indexcijfers

Slide 30 - Tekstslide

Formule

Slide 31 - Tekstslide

Patatprijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
2018 - €? - indexcijfer 95
Reken de vraagtekens uit

Slide 32 - Open vraag