In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H4.3 en H4.4
Versnelling, v,t-diagram en stroboscoop.
Lesdoel 1. De "leg uit vraag"
Lesdoel 2. De stroboscoop en versnelling
en: je kunt v,t-diagrammen interpreteren.
Oefenen met de opgaven uit je boek.
Slide 1 - Tekstslide
Systematische Probleem Aanpak (SPA)
Een opgave op een gestructureerde manier uitwerken.
Stappenplan:
Noteer de belangrijke gegevens, de grootheden met de juiste eenheden.
Maak zo mogelijk een tekening of schema.
Noteer kort wat er gevraagd wordt. Oplossingsroute / Berekeningen
Welke theorie hoort er bij? Welke formules moet je toepassen? Kijk naar het verband tussen de gevraagde en gegeven grootheden. Zet eventueel eenheden om. Bijv. vierkante centimers naar vierkante meters.
Controleren, reëel? Eenheid
Slide 2 - Tekstslide
Stappenplan Leg Uit Vraag (LUV-jes).
I. Wat is de vraag? Geef (op een kladblaadje) de definities van de begrippen in de vraag.
II. Analyse. Wat is de theoretische achtergrond? Is er een formule bij betrokken? Wat zijn de verbanden tussen de begrippen. Noteer deze.
III. Samenvatting en conclusie. Vat de begrippen en de verbanden samen in een mooie zin en geef daarna een duidelijke conclusie. Dus...
Slide 3 - Tekstslide
Leg uit wat beweging is: Gebruik in je antwoorde de stappen: analyse, verbinding, conclusie
Slide 4 - Open vraag
Bekijk de v,t-diagram. Leg uit om wat voor soort beweging het gaat in het eerste deel (t=0 - 5 s)
Slide 5 - Open vraag
Bekijk de v,t-diagram. Leg uit om wat voor soort beweging het gaat in het 2e deel (t=5 - 15 s)
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
De strepen op het bord staan om de 25 cm.
Wat is (ongeveer) de afstand van de hand van de man tot de streep boven het bakje?
A
150cm
B
160cm
C
145 cm
D
200 cm
Slide 8 - Quizvraag
De stroboscoop flitst 15 maal per seconde. Hoeveel seconden zit er tussen twee flitsen ?
A
15 s
B
4 s
C
0,067 s
D
0,15s
Slide 9 - Quizvraag
Bekijk het plaatje goed. Hoeveel tijd zit er tussen de het moment dat de man de bal loslaat en het punt de bal vlak boven het bakje is?
A
1,0 s
B
9x0,067s= 0,60 s
C
10x0,067s= 0,67 s
D
15 s
Slide 10 - Quizvraag
van de bal met stroboscoop
Slide 11 - Tekstslide
Als je een lijn tekent door deze grafiek dan teken je:
A
met pen een lijn
B
met potlood een zo mooi mogelijke ronde lijn door de punten
C
met potlood een rechte lijn
D
Met potlood rechte lijnen van punt tot punt
Slide 12 - Quizvraag
Verklaar in je eigen woorden: (leg uit)
Waarom gaat de lijn steeds stijler omhoog lopen?
Slide 13 - Open vraag
Verklaar in je eigen woorden: (leg uit):
Gaat het hier om een versnelling of om een vertraging?
Slide 14 - Open vraag
Verklaar in je eigen woorden: (leg uit):
Na ongeveer 0,4 seconde is er wel sprake van een rechte lijn. leg uit waarom dit is?