H6.1 Oriëntatie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

6.1 Oriëntatie

Kenmerkende aspecten 

a. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologie fascisme/nationaalsocialisme.

b. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

c. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogsvoering.

d. Racisme en discriminatie die leidde tot genocide.

e. De Duitse bezetting van Nederland.

leervraag 6.1

Welke invloed hadden totalitaire ideologieën en racisme op het dagelijks leven in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog (ook een KA).

Totalitaire ideologieën: in Rusland het communisme, in Italië het fascisme en in Duitsland het nationaalsocialisme kwamen voort uit onvrede, economische crisis en politieke chaos. Zij willen totale controle over de samenleving om een einde te maken aan de misstanden. Belangrijke kenmerken: tegen de democratie, totalitair en gewelddadig.

1/2

leervraag 6.1

Vaak gaat de handhaving van hun machtspositie gepaard met de afschaffing van democratische rechten, onderdrukking, racisme en discriminatie met gevolg genocide, in het bijzonder op de joden (KA) tijdens de Tweede Wereldoorlog.  

2/2

Huiswerk

H6.1 Oriëntatie : Een totalitaire samenleving

Lees de paragraaf

maken: opdrachten 1 en 2

Opdracht 1

Leg uit hoe de overheid in een totalitaire samenleving het leven van burgers beïnvloedt.

• De overheid controleert alles: Het onderwijs, kunst, media, sport, opvoeding enzovoort. Met indoctrinatie worden de ideeën van de bevolking beïnvloed en met terreur wordt de bevolking onder de duim gehouden.
  

Opdracht 2

Welke van de volgende gegevens is volgens jullie de belangrijkste oorzaak van het aan de macht komen van Hitler? Beargumenteer jullie keuze.

A. Duitsland krijgt zware straffen opgelegd in het Verdrag van Versailles.

B. De Rijksdag wordt in brand gestoken en communisten krijgen hiervan de schuld.

C. Na de beurskrach van 1929 in New York breekt een wereldwijde economische crisis uit.

D. Na de Eerste Wereldoorlog moet Duitsland een deel van zijn grondgebied afstaan.

E. Tijdens massale bijeenkomsten overtuigt Hitler zijn publiek met krachtige woorden en de belofte van betere tijden.

F. De Republiek van Weimar heeft een zwak democratisch bestuur dat weinig voor elkaar krijgt.

Voorbeelden van argumenten:

Opdracht 2

Beargumenteer jullie keuze.

A. Duitsland krijgt zware straffen opgelegd in het Verdrag van Versailles.

• Dit zorgde voor grote economische en politieke problemen waar Hitler op kon inspelen in zijn propaganda.

B. De Rijksdag wordt in brand gestoken en communisten krijgen hiervan de schuld.

• Hierdoor kon Hitler de communisten afschilderen als terroristen die de veiligheid van Duitsland bedreigden: een sterke leider was nodig om hen te stoppen!

Opdracht 2

Beargumenteer jullie keuze.

C. Na de beurskrach van 1929 in New York breekt een wereldwijde economische crisis uit.

• Hierdoor ontstond grote armoede in Duitsland, waardoor veel Duitsers vatbaarder werden voor de beloften die Hitler deed om de problemen op te lossen.

Opdracht 2

D. Na de Eerste Wereldoorlog moet Duitsland een deel van zijn grondgebied afstaan.

• De vernedering die dit veroorzaakte bij een groot deel van de Duitse bevolking zorgde voor extra populariteit voor Hitler die beloofde deze ‘schande’ voor Duitsland ongedaan te maken.

E. Tijdens massale bijeenkomsten overtuigt Hitler zijn publiek met krachtige woorden en de belofte van betere tijden.

• Door Hitlers talent om grote groepen mensen in vervoering te brengen met zijn manier van spreken, nam zijn aanhang toe.

Opdracht 2

Welke van de volgende gegevens is volgens jullie de belangrijkste oorzaak van het aan de macht komen van Hitler? Beargumenteer jullie keuze.

F. De Republiek van Weimar heeft een zwak democratisch bestuur dat weinig voor elkaar krijgt.

• Het zwakke bestuur maakte dat veel mensen in Duitsland behoefte kregen aan een sterke leider: democratie bleek in Duitsland niet zo’n succes.

Leervraag 6.2: Fascisme en nationaalsocialisme

Hoe kregen de totalitaire ideologieën fascisme en nationaalsocialisme vorm in Italië en Duitsland?

Italië:

Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën fascisme / nationaalsocialisme begon in Italië (KA). De slechte economie zorgde voor ontevredenheid en er waren veel demonstraties en grote stakingen. De  communisten wilden een revolutie ontketenen. De Zwarthemden (fascisten) zijn tegen de communisten en de democratie. Zij willen een sterke man als machthebber en schuwen het gebruik van geweld niet. In 1922 komen zij aan de macht.

1/2

Leervraag 6.2: Fascisme en nationaalsocialisme

Duitsland:

Ook in Duitsland was er frustratie en woede na WO1. De Duitse regering (Republiek van Weimar) kon de problemen niet oplossen en Hitler dacht dat alleen een sterke leider dit kon. Zijn machtsovername, in 1933,  kon op sympathie rekenen van de oude machthebbers en Duitse elite die veel invloed hadden. Hitler maakte gebruik van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie (KA) om grotere groepen mensen te overtuigen van de juistheid van zijn ideologie. 

2/2

Huiswerk

H6.2: Fascisme en nationaalsocialisme

Lees de paragraaf

Maken: Opdrachten 12 t/m 15, 17 + 19

H6.2: Fascisme en nationaalsocialisme

Lees de paragraaf

Maken: Opdrachten 23 t/m 29