English knowledge quizzz

Welcome everyone!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome everyone!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

What is the capital of the U.S.A.
A
New York
B
Los Angeles
C
Washington D.C.
D
Boston

Slide 3 - Quizvraag

Drag the right color to the fitting lipstick
Red
Green
Dark blue
Yellow
Orange
Violet
Blue

Slide 4 - Sleepvraag

What is the name of this flag?
A
The Union Jack
B
The Union flag
C
The Union Bill
D
The Union Steel

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal in het Engels:
Ben jij zijn broer?

Slide 6 - Open vraag

Uit welke landen bestaat the United Kingdom?
A
England, Northern Ireland, Scotland
B
England, Scotland, Wales
C
England, Northern Ireland, Scotland, Wales

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal in het Engels:
Hij heeft geen hond.

Slide 9 - Open vraag

Which famous building in London is this?
A
The London Eye
B
The Tower of London
C
The church of England
D
Buckingham Palace

Slide 10 - Quizvraag

Where do 'Aborginals' live?
A
New Zealand
B
Australia
C
India
D
Jamaica

Slide 11 - Quizvraag

Who is this?
A
Prince William
B
Prince Harry
C
Prince George
D
Prince Charles

Slide 12 - Quizvraag

Who is the president of the U.S.A?
A
Donald Trump
B
Barack Obama
C
Joe Biden
D
Kamala Harris

Slide 13 - Quizvraag

Zet deze zin in de juiste volgorde:
History/has/on Tuesday/at school/She

Slide 14 - Open vraag

Wie - doet - wat - waar - wanneer
      
   
 
 Anne           drinks         a glass of water     at school     every break.


Slide 15 - Tekstslide

Wat is de Shit-regel ook alweer?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Welke zin is correct:
A
Lisa likes icecream
B
Lisa like icecream.

Slide 18 - Quizvraag

3

Slide 19 - Video

00:07
Hoe heet deze man?
A
Harry Potter
B
Mr. Bean
C
Sherlock Holmes
D
Basil Towers

Slide 20 - Quizvraag

00:35
Predict: Wat denk je dat er gaat gebeuren?

Slide 21 - Open vraag

03:06
Wat denk je dat mr. Bean vraagt aan de politieman?

Slide 22 - Open vraag

What is the capital of Australia?
A
Sydney
B
Darwin
C
Canberra
D
Melbourne

Slide 23 - Quizvraag

Guess the animal:
I am very tall and have a long neck. I love to eat leaves.

Slide 24 - Open vraag

Guess the animal
I am small and grey. People don't really like me, but cats love to chase me.

Slide 25 - Open vraag

Food groups
Fruit
Vegetable
Meat
Fish
Dairy
Banana
Beef
Carrot
Grapes
Cucumber
Cod
Cheese
Ham
Lamb
Salmon
Lettuce
Tuna
Milk
Yogurt
Peach

Slide 26 - Sleepvraag

Some or Any?
He has ......... sweets for you.
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

Some of Any?
Do you have ......... sugar?
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

Some or Any?
  • Je gebruikt Some bij positieve/bevestigende zinnen en bij vraagzinnen waarbij je verwacht dat het antwoord ja is. 
  • Je gebruikt Any bij negatieve/ontkennende zinnen en vragen.

Slide 29 - Tekstslide

Positieve zinnen
Negatieve zinnen
De meeste vraagzinnen
Vraagzinnen waarbij je verwacht dat het antwoord ja is. 
Some
Any
Some
Any

Slide 30 - Sleepvraag

Welke zinnen zijn correct?
A
My dad cooks dinner at the moment.
B
Is my dad cooking dinner at the moment?
C
My dad is cooking dinner at the moment.
D
My dad cook dinner at the moment.

Slide 31 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe ziet de vorm eruit?
Onderwerp
Vorm van to be
(tegenwoordige tijd)
Werkwoord + ing
Rest van de zin
I
am
talk-ing
right now. 
You 
are 
listen-ing
right now. 
He/She/it
is
watch-ing
the screen. 
You
are
sitt-ing
in the classroom. 

Slide 33 - Tekstslide

English money is called...
A
Euro
B
Dollars
C
Pound
D
Pence

Slide 34 - Quizvraag

Telbaar
window
roof
tree
building
sky
sky
ferris wheel
bridge
car
boat
crane
crane
clock
water
tower
street

Slide 35 - Sleepvraag

How many states does America have?
A
49
B
50
C
51
D
52

Slide 36 - Quizvraag

How do the Scots call this?
A
skirt
B
fold
C
tartan
D
kilt

Slide 37 - Quizvraag

Hoe wordt de Londense metro genoemd?
A
Underground
B
Metro
C
Subway
D
The Tube

Slide 38 - Quizvraag

October 31st

March 17th
February 14th
July 4th

Independence day
Halloween
St. Patrick's day
St. Valentine's day

Slide 39 - Sleepvraag

Hoeveel geld moet je betalen als iets een 'quid' kost in England?
A
1 pound
B
5 pounds
C
10 pounds
D
1 penny (cent)

Slide 40 - Quizvraag

What is the national sport of England?
A
Football
B
Rugby
C
Cricket
D
Tennis

Slide 41 - Quizvraag

Typ in het Engels:
Engels is mijn favoriete vak.

Slide 42 - Open vraag

What is New York also called?
A
The Big Potato
B
The Big Pear
C
The Big Apple
D
The Big Carrot

Slide 43 - Quizvraag

Drag the right word to the ingredient

Mushrooms
Tomatoes
Chilli
Lettuce
Onion
Pepper

Slide 44 - Sleepvraag

Which two languages do they speak in Canada?
A
English, Spanish
B
English, American
C
English, French
D
English, Canadian

Slide 45 - Quizvraag

How did you like this quizz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll