NLT Hersenen en leren - H6 uitleg

NLT Hersenen en leren - H6
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NLT Hersenen en leren - H6

Slide 1 - Tekstslide

H6 Didactiek
Dit hoofdstuk zoomt kijk je naar de manier waarop het onderwijs vormgegeven wordt om het leren van leerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen.


Slide 2 - Tekstslide

Wat is leren vanuit onderwijs?
Leren = een mentale proces waabij als gevolg van leeractiviteiten een potentiële en relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.

Mentaal: het speelt zich af in de hersenen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is leren vanuit onderwijs?
Leren = een mentale proces waabij als gevolg van leeractiviteiten een potentiële en relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.

Gevolg: de gedragsverandering is het gevolg van de leeractiviteit (en niet bijvoorbeeld rijping/ ouder worden)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is leren vanuit onderwijs?
Leren = een mentale proces waabij als gevolg van leeractiviteiten een potentiële en relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.

Leeractiviteit: leeractiviteiten van leerlingen waardoor leren optreedt

Slide 5 - Tekstslide

Wat is leren vanuit onderwijs?
Leren = een mentale proces waabij als gevolg van leeractiviteiten een potentiële en relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.

Relatief stabiele gedragsverandering: we kunnen in gedrag terugzien dat je iets geleerd hebt (toets)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is leren vanuit onderwijs?
Er zijn meer leerresultaten dan dat er leerprestaties zijn.
Maw: je hebt meer geleerd dan je kunt laten zien in bijvoorveeld een toets.

Slide 7 - Tekstslide

Transfer

Transfer is het gebruiken van de kennis of de vaardigheden op school op een ander moment. Bij een ander vak of op een ander moment in je leven (Rekenen bij natuurkunde of bij het teruggeven van wisselgeld).
Blijkt lastig!
Wendbare kennis is kennis die je in een nieuwe situatie kunt toepassen.

Slide 8 - Tekstslide

Didactiek
Didactiek is een verzameling van instructietheorieën, gebaseerd op leertheorieën (hoe leren werkt).

Vaak afhankelijk van wát je wilt leren (woordjes/ salto/ leerstrategieën). Zie ook Tabel 6.1

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstromingen in didactiek
Behaviorism
Gebaseerd op belonen en straffen. Vooral gericht op de uitkomst/ observeerbaar gedrag.
Cognitivisme
Houdt rekening met de verwerking in de hersenen.
Constructivisme
Leren vanuit werkelijkheid, onderzoekend leren

Slide 10 - Tekstslide

Didactische principes
Voorbeelden die (deels) neurologisch verklaard kunnen worden: het netwerkmodel:
* Betekenisvol leren
* Advance organisers
* Context-concept benadering


Slide 11 - Tekstslide

Het netwerkmodel
Long Term Potentiation laat zien dat het brein neurologische netwerken aanlegt waarbij sommige routes worden versterkt.
Je zou kennis kunnen zien als kennis-onderdelen die in het brein aan elkaar gekoppeld zitten, waarbij je makkelijk van het ene onderdeel naar het andere kan.
Hierbij kunnen ook kennis-eilandjes ontstaan.

Slide 12 - Tekstslide

Conceptmap
Een conceptmap is een manier om een kennisnetwerk zichtbaar te maken. Welke begrippen hebben op welke manier een relatie toe elkaar.
Deze relatie is belangrijk om tot betekenisvolle kennis te komen!

Slide 13 - Tekstslide

Conceptmap
* in te zetten als onderwijsleeractiviteit
* in te zetten als meetinstrument

Slide 14 - Tekstslide

Betekenisvol leren - voorkennis
Bij het leren van nieuwe kennis helpt het als je het kunt koppelen aan kennis die je al hebt.


Slide 15 - Tekstslide

Betekenisvol leren - voorkennis
Advance organisers:
Kapstokken vooraf aanbrengen zodat de nieuwe kennis daar aan kan worden gehangen.
Bijvoorbeeld kennis over WOI gebruiken om nieuwe kennis over WOII door te beginnen met kijken naar de overeenkomsten/ verschillen. 


Slide 16 - Tekstslide

Betekenisvol leren - voorkennis
Concept-context benadering
Nieuwe concepten worden uitgelegd aan de hand van toepassingssituaties (contexten).
Wordt veel gebruikt bij natuurwetenschappelijke schoolvakken.
Samenhang is beter, wendbaarheid is groter, motivatie is groter door relevantie.


Slide 17 - Tekstslide