Samenvatting H1

Welkom Mavo 4!
Marjolein van de Ven
Aanwezig maandag t/m woensdag
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom Mavo 4!
Marjolein van de Ven
Aanwezig maandag t/m woensdag

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je, iedere les, nodig voor een succesvol jaar!
Boek
Schrift (A4)
Laptop
Etui (met inhoud😉)

Slide 2 - Tekstslide

H 1 Nederland (1848-1914) 

1.1 Nederland wordt een democratie
1.2 Samenleving en politiek

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1.1
1 Je kunt uitleggen waarom veel liberalen vonden dat de koning te veel macht had tot 1848.
2 Je kunt beschrijven hoe Nederland in 1848 een parlementair stelsel kreeg.
3 Je kunt benoemen welke twee soorten burgerrechten Nederlanders na 1848 hadden.
 4 Je kunt beschrijven met welke stappen het kiesrecht in Nederland tussen 1848 en 1919 werd uitgebreid.

Slide 4 - Tekstslide

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Intro
In september 1898 reed de populaire jonge koningin Wilhelmina met haar moeder in een koets door Amsterdam.
Wilhelmina had echter weinig politieke macht.

Grondwet 1848 --> Johan Rudolf Thorbecke
'De ministers zijn verantwoordelijk, de koning is onschendbaar'
= ministeriële verantwoordelijkheid 

In de 19e eeuw is Nederland een  constitutionele monarchie met een parlementair stelsel geworden. 
Bestuur van het land ligt bij zowel de koning, en in diens naam de ministers, en bij de vertegenwoordigers van het volk, de staten-generaal. De macht wordt bepaald en begrensd door de grondwet.
Koningin Wilhelmina
Stamboom 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

hoe kun je aan het filmpje zien dat Nederland zeker geen democratie was?

Slide 7 - Open vraag

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
De machtige koning
In Nederland moeten de burgers en de overheid zich aan de wet houden --> rechtsstaat.

Sinds 1815 is Nederland een constitutionele monarchie.
Monarchie=koninkrijk
Constitutie=grondwet  --> hierin staat hoe het land geregeerd wordt en wat de belangrijkste rechten van de burgers zijn.

In 1815 was koning Willem I staatshoofd en regeringsleider --> veel macht.
- ministers benoemen en ontslaan.
- volk weinig inspraak.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is er in het filmpje gebeurd, dat de koning Thorbecke de opdracht gaf om een grondwetswijziging te gaan maken?

Slide 10 - Open vraag

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
De machtige koning
Veel rijke burgers waren ontevreden met deze situatie.
Liberalen: (libertas)
- Voor vrijheid
- Minder macht voor de koning en meer bij het volk (rijke mannen).

Koning Willem I en zijn opvolger Willem II weigeren dit.
--> 1848, Willem II wordt in één nacht van conservatief naar liberaal.
Uit angst voor een revolutie in Nederland geeft Willem II de liberaal Thorbecke de opdracht voor het maken van een nieuwe grondwet.
Johan Rudolf Thorbecke

Slide 11 - Tekstslide

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Het machtige parlement
Binnen een paar weken was de grondwetswijziging van Thorbecke klaar.
De koning raakte zijn gezag kwijt.
'De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk'

--> Hoogste macht bij het parlement (volksvertegenwoordiging).
Taak: De regering controleren en samen wetten maken.
- In Nederland heet dit de Staten-Generaal: - Eerste kamer
                                                                          - Tweede kamer

Slide 12 - Tekstslide

Mavo 4 
1.1 Nederland wordt een democratie
Het machtige parlement
In 1867 ontstonden er problemen tussen het parlement en de koning over Luxemburg.

Koning Willem II wilde Luxemburg verkopen aan de Fransen. --> Pruisen woedend. --> koop afgeblazen.
Nu dreigde Frankrijk met een oorlog.
Oplossing voor de Luxemburgse kwestie:
Op een internationale conferentie in Londen --> Luxemburg onafhankelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Parlement
Kabinet
Koning
Tweede kamer
Eerste kamer
Ministers
Staatssecretarissen
Ministers

Slide 14 - Sleepvraag

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Luxemburgse kwestie
De Tweede kamer was boos om de kwestie.
Vraag; Heeft de Tweede kamer invloed over de buitenlandse politiek?
Willem III en ministers: Nee
Tweede kamer: Ja --> ontbond de kamer --> nieuwe verkiezingen, nieuwe kamer heeft hetzelfde standpunt.
--> Willem III gaf toe, geen enkele regering (koning + ministers) blijft aan zonder vertrouwen van de kamer.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Je leest bladzijde 12 en 13 van je boek
Je maakt opdracht 2 t/m 5 op blz 17 en 18
Ben je klaar, beantwoord dan de leerdoelen
1 Je kunt uitleggen waarom veel liberalen vonden dat de koning te veel macht had tot 1848.
2 Je kunt beschrijven hoe Nederland in 1848 een parlementair stelsel kreeg.


Slide 16 - Tekstslide

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Meer burgerrechten
Liberalen wilden voorkomen dat de overheid te machtig zou worden, zodat het de vrijheden van de burgers kan inperken.
--> Grondrechten: belangrijkste rechten van de burgers. Deze werden opgenomen in de grondwet van 1848.

- Klassieke grondrechten: vrijheid van onderwijs, meningsuiting, godsdienst, drukpers en vereniging en vergadering.
- Sociale grondrechten: Bijv. recht op huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

--> Nieuw in de grondwet: Tweede kamer, Provinciale Staten en de Gemeenteraad werden rechtstreeks gekozen door het volk.

Slide 17 - Tekstslide

Klassiek grondrecht
Sociaal grondrecht
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van godsdienst
vrijheid van onderwijs
recht op onderwijs
recht op gezondheidszorg
recht op bestaanszekerheid

Slide 18 - Sleepvraag

Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Uitbreiding van het kiesrecht
Rond 1848 mochten alleen de mannen die voldoende belasting betaalden stemmen --> censuskiesrecht.

Liberalen; 'Politiek is alleen voor de verstandige mensen en niet voor de massa'.

Vanaf 1848 werd Nederland een parlementaire democratie;
Een land waarin de regering afhankelijk is van een parlement dat via algemeen kiesrecht werd gekozen.


Slide 19 - Tekstslide

 Mavo 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Uitbreiding van het kiesrecht
--> Steeds meer liberalen vonden het censuskiesrecht oneerlijk

- Grondwetsherziening van 1887 --> censuskiesrecht verdwijnt.
Stemrecht: mannen die genoeg 'tekenen van geschiktheid' hebben.
--> parlement bepaald wat dit is (Caoutchouc-artikel=oprekbaar zoals rubber).

De arme arbeiders mochten echter nog steeds niet stemmen. De SDAP eiste kiesrecht voor alle mannen. --> 1917 algemeen mannenkiesrecht.
- 1919 algemeen kiesrecht (mannen en vrouwen).




Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Je leest bladzijde 13 en 14 van je boek
Je maakt opdracht 6 ,7, 9 en 12 op blz 18 en 19
Ben je klaar, beantwoord dan de leerdoelen
g.


Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1.1
1 Je kunt uitleggen waarom veel liberalen vonden dat de koning te veel macht had tot 1848.
2 Je kunt beschrijven hoe Nederland in 1848 een parlementair stelsel kreeg.
3 Je kunt benoemen welke twee soorten burgerrechten Nederlanders na 1848 hadden.
 4 Je kunt beschrijven met welke stappen het kiesrecht in Nederland tussen 1848 en 1919 werd uitgebreid.

Tip; gebruik de samenvatting op blz 16

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 2.1
Leerdoelen voor deze paragraaf
Je kunt uitleggen wat de ontwikkelingen waren in de industriële samenleving in de 19e eeuw.
Je kunt beschrijven wat de opvattingen waren van liberalen en socialisten.
Je kunt vier voorbeelden geven van sociale wetten uit de 19e eeuw.
Je kunt beschrijven wat de opvattingen waren van confessionelen en feministen.

Slide 23 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving

Nederland vóór 1850
Nederland na 1850
- vervoer: koets en de trekschuit
- Meeste mensen woonden en werkten op het platteland. Boeren verdienden bij met huisnijverheid.
- vervoer; Stoomtrein en stoomboot.
- Rotterdamse en Amsterdamse haven groeiden door handel in grondstoffen vanuit koloniën.
- Verstedelijking. Er ontstond een nieuwe groep; arbeiders die werkten in de industrie.

Slide 24 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving
Oorzaken modern imperialisme: (= Europese landen bouwen grote koloniale rijken in Azië en Afrika na 1870).
-Grondstoffen nodig voor de industrie 
- Afzetmarkt
- Macht en aanzien.

Nederland veroverd steeds meer in het Indonesisch archipel. Rond 1870 was heel Indonesië een kolonie van Nederland: Nederlands-Indië.


Slide 25 - Tekstslide

Mavo  4
1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving
Jullie gaan een video bekijken over de verovering
van Atjeh door Gouveneur- generaal van Heutsz.
Maak tijdens het bekijken aantekeningen over de volgende vragen.
Na het de klassikale uitleg heb je dit nodig. (tip kopieer de vragen naar Word)

1. Welke daden die van Heutsz verrichtte waren goed voor Nederland?
2. Welke daden die van Heutsz verichtte zien wij nu als een schande?
3. In de video worden de daden vergeleken met hedendaagse terrorisme. Leg uit waarom ze die vergelijking maken.
4. De oud-commandant praat de genocide die gepleegd is in Atjeh goed voor generaal van Heutsz. Welke uitleg heeft hij daarvoor?



Slide 26 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving
Gevolgen industrialisatie:
- Werkloze boeren en landarbeiders trokken naar de stad om te werken --> verstedelijking met verpauperde arbeiderswijken.
- Kinderarbeid
- Slechte werkomstandigheden
- Arbeiders hadden geen bescherming. (geen uitkeringen).

Vanaf 1870 groei bij politici om iets te doen tegen deze sociale kwestie.

Neel Poff, die opgroeide in een kelderwoning beschreef haar huis als volgt: "Een kamer waar de zon nooit doordrong; 's winters was het een grot vol nattigheid en 's zomers werden we ziek van de klamme hitte. In een hoek stond een ton die het gezin tot plee diende, in de andere ton kwamen de vuile luiers en verder alle rommel die je in zo'n onderkomen kon verwachten. De rook van vaders pijp en de uitwasemingen van tien arme mensen maakte dat je in de kamer aan één stuk door naar lucht zat te happen." (1)
Krotwoningen in Amsterdam

Slide 27 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Liberalen en socialisten
In de 19e eeuw steeg de politieke particifatie;
- kiesrecht breidde zich langzaam uit, waardoor meer mensen mee konden doen.
- Bevolkingsgroepen nu hun stem laten horen en gelijke rechten krijgen (=emancipatie).

--> Aanhangers van verschillende politieke ideologieën gingen zich organiseren --> politieke partijen. --> bewustwording politieke identiteit.

Slide 28 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Van liefdadigheid naar sociale wetten
Rond 1850 bewustwording bij sommige liberalen: --> sociale kwestie kon alleen opgelost worden met hulp van de overheid.

Hulp voor armen --> liefdadigheid.
--> rol van de overheid: maken van sociale wetten:
- 1854 Armenwet (armen konden steun krijgen bij de gemeente).
- 1874 Kinderwetje van Van Houten (kinderen onder de 12jr mochten niet meer in de fabrieken werken)
- 1900 Ongevallenwet (uitkering voor arbeiders die door een ongeval niet meer konden werken)
- 1900 Woningwet (kwaliteitseisen aan woningen)

Slide 29 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen en feministen
Vanaf 1848 officieel godsdienstvrijheid. In de praktijk werden protestanten en katholieken vaak achtergesteld.

Emancipatiebeweging onder de protestanten:
Ideologie: het christelijk denken moest terugkomen in de politiek.
Leider: Abraham Kuyper --> 1879 ARP (Anti revolutionaire partij, tevens 1e politieke partij van Nederland).
Leden: eenvoudige mensen. landarbeiders, kleine boeren etc. --> 'Kleine Luyden'.

Slide 30 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen en feministen
Emancipatiebeweging onder de katholieken:
Ideologie: Christelijke normen en waarden in de politiek.
Leider: priester Herman Schaepman --> 1926 RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij)

Katholieken en protestanten oorspronkelijk aartsvijanden, maar nemen in de politiek een gezamenlijke rol. Ze streden samen tegen de liberalen en socialisten.

Slide 31 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties!
Mensen die in de politiek in de eerste plaats opkomen voor de vrijheid van burgers. 
Mensen die streven naar meer gelijkheid. 
Christenen die de paus in Rome als hun leider zien. 
Christenen die de Bijbel als hun belangrijkste bron voor het geloof zien.  
LIBERALEN
SOCIALISTEN
KATHOLIEKEN
PROTESTANTEN

Slide 32 - Sleepvraag

Aan de slag
Je leest bladzijde 20 en 21 van je boek
Je maakt opdracht 1 t/m 5 en 7 op blz 24 en 25
Ben je klaar, beantwoord dan de leerdoelen (tip; gebruik de samenvatting blz 23)



Slide 33 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen en feministen
Vanaf 1890 kwam er een beweging voor vrouwenemancipatie : feminisme.
Eerste feministische golf: (rond 1900)
- 1894 oprichting vereniging voor Vrouwenkiesrecht (Aletta Jacobs)
Doel: Voor vrouwenkiesrecht
- Vrije Vrouwenvereeniging (Wilhelmina Drucker).
Doel: gelijkheid van de vrouw in het onderwijs, de werkvloer en in het huishouden.



Aletta Jacobs
Wilhelmina Drucker

Slide 34 - Tekstslide

Mavo 4
1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen en feministen
Tweede feministische golf: (vanaf 1960)
- Dolle Mina's
Doelen:
1.eerlijke verdeling huishouden, 2. hetzelfde loon voor mannen en vrouwen die hetzelfde werk doen, 3. uitbreiding van créches, 4. opheffing verbod abortus, 5. anticonceptie gratis.


Slide 35 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste kolom:
Eerste Feministische Golf
Tweede Feministische Golf
Algemeen vrouwenkiesrecht
Toegang tot hoger onderwijs/ middelbare school.
Betere huishoudelijke apparaten.
De vrouw blijft handelingsonbekwaam.
Wilhelmina Drucker
De krul (een wc) voor vrouwen

Slide 36 - Sleepvraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Pieter Jelles Troelstra wordt partijleider van de net opgerichte SDAP.
Aletta Jacobs voert actie voor vrouwenkiesrecht.
Abraham Kuyper richt de ARP op, de eerste politieke partij van Nederland.
Doordat het kiesrecht wordt uitgebreid, stijgt de politieke participatie.
De liberalen in het parlement richten de Liberale Unie op.

Slide 37 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties.
Herman Schaepman
Dolle mina's
Abraham Kuyper
Wilhelmina Drucker
Aletta Jacobs
ARP
RKSP
2e feministische golf
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht
Vrije Vrouwenvereniging

Slide 38 - Sleepvraag

Aan de slag
Je leest bladzijde 22 en 23 van je boek
Je maakt opdracht 8 t/m 11  blz 26 en 27
Ben je klaar, beantwoord dan de leerdoelen van 2.1 (tip gebruik de samenvatting blz. 23)



Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 2.1
Je kunt uitleggen wat de ontwikkelingen waren in de industriële samenleving in de 19e eeuw.
Je kunt beschrijven wat de opvattingen waren van liberalen en socialisten.
Je kunt vier voorbeelden geven van sociale wetten uit de 19e eeuw.
Je kunt beschrijven wat de opvattingen waren van confessionelen en feministen.


Slide 40 - Tekstslide