Leren werken met Microsoft Access

Leren werken met Microsoft Access
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leren werken met Microsoft Access

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je: de functies van Microsoft Access begrijpen, een database maken, tabellen maken en gegevens invoeren, verschillende soorten query's uitvoeren om gegevens te sorteren en rapporten maken om de gegevens te analyseren.

Slide 2 - Tekstslide

Leg de leerdoelen duidelijk uit en leg uit waarom het belangrijk is om deze vaardigheden te leren.
Wat weet jij al over het gebruik van Microsoft Access?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Introductie Microsoft Access
Microsoft Access is een relationeel databaseprogramma dat wordt gebruikt om gegevens te beheren. Het biedt een gebruiksvriendelijke interface waarmee je een database kunt maken en gegevens kunt invoeren, sorteren en analyseren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat Microsoft Access is en wat de voordelen zijn van het gebruik ervan. Geef voorbeelden van situaties waarin het handig is om Microsoft Access te gebruiken.
Een database maken
Een database is een verzameling van gerelateerde gegevens. Om een database te maken, moet je eerst de structuur plannen en bepalen welke gegevens erin moeten worden opgenomen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe je een database kunt maken en waar je aan moet denken bij het plannen van de structuur.
Tabellen maken en gegevens invoeren
Tabellen worden gebruikt om gegevens op te slaan en te ordenen. Je kunt velden definiëren om verschillende soorten gegevens op te slaan, zoals tekst, getallen en datums. Je kunt dan gegevens invoeren in de tabel.

Slide 6 - Tekstslide

Laat zien hoe je een tabel kunt maken en velden kunt definiëren. Laat zien hoe je gegevens kunt invoeren en hoe je fouten kunt voorkomen.
Query's uitvoeren
Query's worden gebruikt om gegevens te sorteren en te analyseren. Er zijn verschillende soorten query's die je kunt gebruiken, zoals selectiequery's, actiequery's en samenvoegquery's.

Slide 7 - Tekstslide

Laat zien hoe je verschillende soorten query's kunt uitvoeren en gegevens kunt sorteren en analyseren. Leg uit waarom deze functies handig zijn.
Rapporten maken
Rapporten worden gebruikt om gegevens op een overzichtelijke manier te presenteren. Met Microsoft Access kun je eenvoudig rapporten maken op basis van de gegevens in je database.

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien hoe je rapporten kunt maken en aanpassen. Leg uit waarom rapporten nuttig zijn en hoe ze kunnen helpen bij het analyseren van gegevens.
Relaties tussen tabellen
Wanneer je meerdere tabellen hebt, kun je relaties tussen deze tabellen definiëren. Dit helpt bij het efficiënt opslaan van gegevens en het voorkomen van fouten.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe je relaties tussen tabellen kunt definiëren en waarom dit belangrijk is.
Geavanceerde query's
Naast de basisquery's zijn er geavanceerde query's die je kunt gebruiken om complexe gegevens te analyseren. Deze omvatten kruistabellen, parameters en berekende velden.

Slide 10 - Tekstslide

Laat zien hoe je geavanceerde query's kunt gebruiken en waarom deze nuttig zijn.
Formulieren maken
Formulieren worden gebruikt om gegevens in te voeren en te bewerken. Met Microsoft Access kun je eenvoudig formulieren maken op basis van de tabellen in je database.

Slide 11 - Tekstslide

Laat zien hoe je formulieren kunt maken en aanpassen. Leg uit waarom formulieren nuttig zijn en hoe ze kunnen helpen bij het invoeren van gegevens.
Macro's maken
Macro's worden gebruikt om automatische taken uit te voeren. Met Microsoft Access kun je eenvoudig macro's maken en uitvoeren, zoals het automatisch invullen van gegevens in een formulier.

Slide 12 - Tekstslide

Laat zien hoe je macro's kunt maken en waarom dit handig kan zijn. Leg uit waarom dit nuttig kan zijn om te automatiseren.
Beveiliging en toegangsrechten
Met Microsoft Access kun je beveiligingsmaatregelen instellen om gegevens te beschermen en toegangsrechten te beheren. Dit is belangrijk om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot gevoelige gegevens.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe je beveiligingsmaatregelen kunt instellen en welke opties beschikbaar zijn. Leg uit waarom dit belangrijk is en hoe het kan helpen om de gegevens te beschermen.
Exporteren en importeren van gegevens
Je kunt gegevens exporteren en importeren tussen Microsoft Access en andere programma's, zoals Excel. Dit kan handig zijn als je gegevens wilt delen of analyseren in een ander programma.

Slide 14 - Tekstslide

Laat zien hoe je gegevens kunt exporteren en importeren en welke opties beschikbaar zijn. Leg uit waarom dit nuttig kan zijn en hoe het kan helpen bij het delen of analyseren van gegevens.
Gebruiksvriendelijkheid
Microsoft Access biedt verschillende functies om de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren, zoals sneltoetsen, aangepaste menu's en sjablonen. Deze functies kunnen helpen om efficiënter te werken.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit welke functies beschikbaar zijn en hoe ze kunnen helpen om efficiënter te werken. Laat zien hoe je deze functies kunt gebruiken.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Er zijn verschillende veelvoorkomende problemen die kunnen optreden bij het werken met Microsoft Access, zoals foutmeldingen en problemen met de prestaties. Het is belangrijk om te weten hoe je deze problemen kunt oplossen om efficiënt te kunnen werken.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit welke veelvoorkomende problemen er zijn en hoe je deze kunt oplossen. Laat zien hoe je foutmeldingen kunt begrijpen en hoe je de prestaties kunt verbeteren.
Voorbeelden van toepassingen
Microsoft Access kan worden gebruikt in verschillende toepassingen, zoals het bijhouden van klantgegevens, het beheren van voorraad of het analyseren van verkoopgegevens. Laat enkele voorbeelden zien van hoe Microsoft Access kan worden gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Geef enkele voorbeelden van toepassingen en laat zien hoe Microsoft Access kan worden gebruikt om deze problemen op te lossen.
Samenvatting
Aan het einde van deze les heb je geleerd hoe je een database kunt maken, tabellen kunt maken en gegevens kunt invoeren, verschillende soorten query's kunt uitvoeren, rapporten kunt maken, relaties tussen tabellen kunt definiëren, macro's kunt maken, beveiligingsmaatregelen kunt instellen, gegevens kunt exporteren en importeren, en hoe je efficiënter kunt werken met Microsoft Access.

Slide 18 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de studenten of ze nog vragen hebben.
Opdracht: Maak een database
Laat de studenten een database maken met behulp van de geleerde vaardigheden. Geef een duidelijke opdracht en stel eisen aan de database, bijvoorbeeld welke gegevens er moeten worden opgenomen en hoe de database moet worden gestructureerd.

Slide 19 - Tekstslide

Controleer of de studenten de vaardigheden begrijpen door de opdracht te bespreken en vragen te stellen. Geef feedback op de gemaakte databases.
Opdracht: Analyseer gegevens
Laat de studenten een aantal query's maken en rapporten genereren om de gegevens in hun database te analyseren. Geef een duidelijke opdracht en stel eisen aan de query's en rapporten, bijvoorbeeld welke gegevens moeten worden geanalyseerd en hoe de rapporten moeten worden opgemaakt.

Slide 20 - Tekstslide

Controleer of de studenten de vaardigheden begrijpen door de opdracht te bespreken en vragen te stellen. Geef feedback op de gemaakte query's en rapporten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.