Les 1 Organismen ordenen

Thema 3 Ordening, basisstof 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Ordening, basisstof 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk noteren in je agenda
Uitleg werkstuk.
Lesdoelen
Uitleg thema 3 ordening, basisstof 1.
Dier werkstuk.
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk Thema 3.1


Lezen:  vanaf blz. 132
Maken: vanaf blz. 133 vragen 1 t/m 7
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk Thema 3.1
Klas 1B: Vrijdag 27 januari - 8e uur

Lezen: blz. 132
Maken: vanaf blz. 133 vragen 1-2-3-4-5-+6
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg werkstuk Ordening

  • Opdracht en format Word in Magister
  • Inleveren uiterlijk 2 februari.
  • Alle antwoorden over ordening staan in je boek. 
  • 2 verschillende plaatjes passend bij het onderwerp. Punten!!
  • Vraag hulp als je iets niet begrijpt! 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je..

..Je kunt 2 verschillende kenmerken noemen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

...Je weet de 2 regels wanneer organismen tot dezelfde soort horen.

Slide 6 - Tekstslide

Ordenen
  • Je kan voorwerpen en organisme indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.
  • Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.
  • In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 7 - Tekstslide

Ordenen in de biologie
In de biologie doen we ook aan ordenen. 

We doen dit niet alleen met dieren maar ook met bacterie, schimmels en planten

Slide 8 - Tekstslide

Hoe?
In de biologie kijken we naar kenmerken van cellen van een organisme. 

Daarna vergelijken we het DNA van de organismes met elkaar om te bepalen of iets dezelfde soort en ras is.

Slide 9 - Tekstslide

Rijken
Je kan organisme op basis kenmerken van hun cellen indelen in rijken.

Zo bestaan er bacterie, schimmels, planten en dieren.

Mensen vallen onder het dierenrijk.

Slide 10 - Tekstslide

Cel onderdelen overzicht

Slide 11 - Tekstslide

bacterie
schimmels
planten
dieren
teveel van gegeven
celwand
celwand
celwand
celwand
celkern
celkern
celkern
celkern
bladgroenkorrels
bladgroenkorrels
bladgroenkorrels
bladgroenkorrels

Slide 12 - Sleepvraag

Soorten
Alle dieren zitten in het dierenrijk alleen niet allemaal zijn ze dezelfde soort. 

Een voorbeeld hiervan zijn honden en katten. Beide zijn hun eigen soort. Maar je heb verschillende rassen binnen deze soort.

Organisme horen bij dezelfde soort:
  1. Ze  kunnen zich met elkaar voorplanten.
  2. De nakomelingen zijn vruchtbaar.


Slide 13 - Tekstslide

Verwarring
Sommige dieren lijken op elkaar maar horen niet bij dezelfde soort. 
Denk hierbij aan de Afrikaanse en Indische olifant. 

Ze kunnen niet voorplanten.

Slide 14 - Tekstslide

Dier
Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 15 - Sleepvraag

Dier
Schimmel
Plant
Bacterie
Dier
Schimmel
Plant
Bacterie

Slide 16 - Sleepvraag

Dezelfde soort?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Zijn deze katten dezelfde soort?
A
Ja, alle katten zijn één soort!
B
Ja, deze katten zijn dezelfde soort, ze lijken op elkaar.
C
Nee, sommige zijn een andere soort.
D
Nee, het zijn allemaal verschillende soorten.

Slide 18 - Quizvraag

Horen een tijger en een leeuw bij dezelfde soort?
A
Ja, het zijn allebei katachtigen - dus dezelfde soort.
B
Ja, het zijn alleen verschillende rassen
C
Nee, het is niet dezelfde soort

Slide 19 - Quizvraag

Dier werkstuk

Slide 20 - Tekstslide

Dier werkstuk ordenen
Hoe? Docent loopt lang met kaartjes bij iedere leerling. Je trekt een kaartje en noteert welk dier je hebt. Welk dier je hebt noteert de docent. Deze geef je aan het einde van de les terug aan de docent.
Hulp?  Vragen aan de docent.
Tijd?  10 minuten.
Uitkomst, wat doen we ermee? Dit is het dier waar jij je werkstuk over gaat maken. Voor dit werkstuk krijg je een cijfer.
Klaar? Huiswerk maken.
               



timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag! Thema 3.1
Wat?  Lezen va blz.132 Maken: 1 t/m 7
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les
Uitkomst, wat doen we ermee? aan het einde van de les bespreken we de belangrijkste vragen. Je kan random de beurt krijgen.
Klaar? Werkstuk biologie maken.
               



timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide