De Eerste Wereldoorlog ontstond door een aantal oorzaken. Noem er drie.
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De Eerste Wereldoorlog ontstond door een aantal oorzaken. Noem er drie.
Slide 1 - Open vraag
Welke definitie past bij het woord: Terreur?
A
Uitgegraven greppel waarin soldaten bescherming zoeken tegen de vijand.
B
Geweld gebruiken om mensen bang te maken en hen te laten gehoorzamen.
C
(Militaire) samenwerking tussen landen.
D
Een 'wedstrijd' tussen landen om de meeste en beste wapens te produceren.
Slide 2 - Quizvraag
Zet in de juiste tijdsvolgorde, van vroeger naar later.
Duitsland viel België binnen, de Eerste Wereldoorlog was begonnen.
Door het modern imperialisme ontstaat er vaak ruzie tussen Europese landen.
Duitsland sluit vrede met Rusland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
Slide 3 - Sleepvraag
(1) Welke zin past bij een loopgravenoorlog?
A
In loopgraven werden soldaten beschermd tegen vijandelijk vuur
B
Een loopgravenoorlog was een zeer korte, maar hevige oorlog.
C
Alleen Duitse soldaten lagen in loopgraven, Belgische en Franse niet.
D
Loopgraven zijn makkelijk in te nemen in de nacht.
Slide 4 - Quizvraag
(2) Welke zin past bij een loopgravenoorlog?
A
Alleen Franse en Belgische soldaten zaten in loopgraven, Duitse niet.
B
Soldaten hadden in loopgraven last van luizen en ander ongedierte.
C
Een loopgravenoorlog was een hevige korte oorlog.
D
Loopgraven zijn makkelijk in te nemen tijdens daglicht.
Slide 5 - Quizvraag
Rond 1900 was er door de opkomst van de industrie veel veranderd in de wereld.
Geef twee voorbeelden van veranderingen in het vervoer.
Slide 6 - Open vraag
Rond 1900 was er door de opkomst van de industrie veel veranderd in de wereld.
Geef twee voorbeelden van veranderingen in de communicatiemiddelen
Slide 7 - Open vraag
Leg uit waarom de Eerste Wereldoorlog volgens het boek een 'wereldoorlog' werd genoemd.
Slide 8 - Open vraag
Hoe kwam het dat er bij elke aanval duizenden soldaten stierven?
A
Door nieuwe wapens, bijvoorbeeld mitrailleurs en gifgas.
B
Legerleiders bleven geloven in massale aanvallen op de vijandelijke loopgraven.
C
Via bommen konden er nieuwe loopgraven gemaakt worden en werden de soldaten verrast.
D
Paarden zijn effectief bij een loopgravenoorlog, omdat je de vijandelijke soldaten beter kan zien. Ruiters hadden vele doden op hun naam.
Slide 9 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Duitse legerleiders wilden niet dat het Duitse leger tegelijkertijd in het westen tegen Frankrijk en in het oosten tegen Rusland moest vechten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noemen we de volgende landen samen?
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (en Turkse Rijk en Bulgarije)
A
Geallieerden
B
Ribbentroppact
C
Centralen
D
Leningrad
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noemen we de volgende landen samen?
Groot-Britannië, Frankrijk en Rusland (en Italië en Servië)
A
Geallieerden
B
Ribbentroppact
C
Centralen
D
Leningrad
Slide 12 - Quizvraag
Na de oorlog kreeg Duitsland de schuld van de oorlog. Er moest voorkomen worden dat Duitsland nog een keer een oorlog zou beginnen. Daarom straften ze Duitsland hard in het ....... (vul in)
A
Verdrag van Marseille
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van de Seine
D
Verdrag van Versailles
Slide 13 - Quizvraag
Welke straffen stonden er voor Duitsland in het 'Verdrag van (.....)' die werden opgelegd aan het einde van de oorlog? Noem er twee
Slide 14 - Open vraag
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914-1917
B
1914-1918
C
1939-1945
D
1940-1945
Slide 15 - Quizvraag
Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand