M&A - Hoofdstuk 3 (28)

Mens & Activiteit - hoofdstuk 3
Activiteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens & Activiteit - hoofdstuk 3
Activiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
  • 3.03
  • 3.05
  • 3.11
  • 3.13 t/m 3.17 (belangrijk!)
  • 3.20
  • 3.21

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelgroepen zijn er? 
Blz. 131

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Verticale en horizontale groepen

  •     Verticale groep: niet iedereen is even oud. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.
  •     Horizontale groep: iedereen is even oud. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met alleen baby’s in dezelfde groep.




Homogene en heterogene groepen

  • Homogene groepen: dit zijn groepen waarvan de leden dezelfde kenmerken hebben. De mensen in de groep zijn bijvoorbeeld ongeveer even oud en van hetzelfde geslacht, zoals bij een jeugdvoetbalteam. 
  • Heterogene groepen: in deze groep zijn de verschillen groter.




Verschillende soorten groepen
Blz. 132

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden
Normen
Waarden
Normen gaan over wat je ‘moet’ en wat ‘niet mag’.

Als bijvoorbeeld de snelheidslimiet 100 km/uur
is, moet je je daaraan houden. Je mag geen 120
km/uur rijden.
Waarden hebben te maken met wat belangrijk gevonden wordt. Dit kan heel persoonlijk zijn, maar een groep kan ook een gezamenlijke waarde hebben. 

Begrippen als: respect, liefde,
eerlijkheid, fatsoen, waarheid, veiligheid, geloof, etc. zijn waarden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur

Multiculturele samenleving:
Dit betekent dat mensen van verschillende culturen(uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar leven.

Migratie:
verhuizen van mensen naar een ander land





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie
(verhuizen van mensen naar een ander land)
Emigratie
Naar het buitenland verhuizen
Emigrant
Immigratie 
Wanneer je een ander land in komt
Immigrant

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratieachtergrond
Mensen die in Nederland wonen, maar niet in Nederland zijn geboren of een ouder hebben die in het buitenland geboren is.

Slide 9 - Tekstslide

Dit is een kenmerk van een van de redenen van subculturen.
Cultuurkenmerken blz.146
Geloof
Rolverdeling man/vrouw
Muziek
Tradities
Politiek
Geloof
Waarden en normen
Uiterlijke kenmerken
Wij of ik cultuur
Kleding

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen

Naast de culturen van landen en regio’s zijn er ook subculturen: groepen in een cultuur die  zich op dezelfde manier kleden, dezelfde ideeën hebben of op dezelfde manier leven. 






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woonplaats
  • Dorp/stad
  • Sociale contacten
  • Dialect
Oorsprong van subculturen
Herkomst
  • Taal
  • Rol familie
Religie
  • Kerk/ moskee/ synagoge
  • Feesten

Slide 12 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.
0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager

  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot evt acties

  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een open vraag is:
A
Waarbij je de ander ruimte geeft om meer te vertellen
B
Waarin jouw mening verpakt zit en je stuurt het gesprek een bepaalde kant op
C
Waarop je alleen ja of nee kan antwoorden
D
waarvan het antwoord al vast staat

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren is:
(blz. 166)
A
Hetzelfde als kijken
B
Iemand vragen stellen
C
Waarnemen van gedrag
D
Iemand recht in de ogen kijken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 323

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 171 t/m 174

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies