In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3.3 geloven en wetten
Slide 1 - Tekstslide
3.3: Geloven en weten
Slide 2 - Tekstslide
Deze les:
Herhaling vorige les
vervolg paragraaf 3.3
aan de slag met opdrachten.
Slide 3 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
... weet je wat filosofie betekent.
... weet je wie Socrates was en hoe het met hem afliep.
... weet je hoe goed je de kennis van deze paragraaf kan toepassen in opdrachten.
Slide 4 - Tekstslide
Een Orakel is een....
A
Gebouw waar je goden kunt vereren
B
Gebouw waar je de goden om advies kunt vragen
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor soort verhaal is dit?
A
Mythe
B
Legende
C
Sage
Slide 6 - Quizvraag
Leg uit dat de Grieken ondanks hun verschillen toch een culturele eenheid waren.
Slide 7 - Open vraag
3.3: Geloven en maken
in deze paragraaf leer je:
hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.
welke culturele eenheid er was onder de Grieken.
In deze paragraaf leer je hoe Griekse wetenschappers gingen onderzoeken.
hoe Griekse wetenschappers gingen denken.
Kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekste stadstaat
Slide 8 - Tekstslide
Onderzoekers en Denkers
Door logisch nadenken en onderzoek te doen proberen de Grieken natuursverschijnselen te verklaren.
De Grieken noemen deze wetenschappers Filosofen .
Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken
Slide 9 - Tekstslide
Liefde voor de wetenschap:
Grieken willen de wereld om zich heen verklaren.
In mythen vinden ze niet alle antwoorden.
heel precies dingen bestuderen en goed nadenken.
wetenschap
Slide 10 - Tekstslide
Liefde voor de wijsheid:
Nadenken over grote levensvragen.
Filosofie : vriend (filos) van de wijsheid (sofia)
Sokrates, Plato, Arestoteles.
Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
voorbeeld van filosofisch denken:
Slide 13 - Tekstslide
Wie red je?
A
1 persoon?
B
5 personen
Slide 14 - Quizvraag
@Stel er ligt iemand in het ziekenhuis, die op een gebroken been na gezond is. Zijn organen kunnen echter 5 mensen hun leven redden offer je deze persoon op voor de vijf anderen?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
de vaardigheden (blz. 132 en 133
Slide 16 - Tekstslide
Onderzoeksvaardigheden
Soorten bronnen
Bruikbaarheid van bronnen
Betrouwbaarheid van bronnen
Slide 17 - Tekstslide
Soorten bronnen
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Directe bronnen
Indirecte bronnen
Slide 18 - Tekstslide
Bruikbaarheid van bronnen
Verklarende vragen
Geven een verklaring voor iets:
Waarom brak de Tweede Wereldoorlog uit?
Beschrijvende vragen
Geven een omschrijving van iets:
Hoe zag de oorlogvoering van de Tweede Wereldoorlog eruit?
Slide 19 - Tekstslide
Betrouwbaarheid van bronnen
Is de bron uit dezelfde tijd?
Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
Staan er vooral feiten of vooral meningen in de bron?
Kun je de informatie in de bron ook in andere bronnen vinden?