Les 1 Diversiteit Intercultureel vakmanschap

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel

Doel van de les:
Meer leren over intercultureel vakmanschap in de praktijk en over je eigen referentie kader omtrent diversiteit en hier bewust van te worden.

Je weet wat je gaat doen voor de eind opdracht van Diversiteit.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is diversiteit?

Slide 3 - Woordweb

Diversiteit
Diversiteit gaat over de mix van verschillen tussen mensen: demografisch (leeftijd, religie, gender, seksuele diversiteit, cultuur), fysieke mogelijkheden, maar ook over verschil in karakters, opleidingsniveau, vakgebieden, organisatiecultuur, etc.
 Kortom, diversiteit gaat over alle verschillen tussen mensen.

Slide 4 - Tekstslide

Verhaal 1
SAMENLEVEN MET DIVERSITEIT KAN WEL
  
Mensen zijn nu eenmaal allemaal anders. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Zo zijn we gebakken. Mensen hebben altijd contact gezocht met anderen, voor de handel, de uitwisseling van kennis en overtuigingen. Diversiteit is leuk, geeft energie, moet je opzoeken.

Slide 5 - Tekstslide

Verhaal 2
SAMENLEVEN MET DIVERSITEIT KAN NIET
  
Mensen zoeken mensen op die op henzelf lijken. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Zo zijn we gebakken. We beschermen ons eigen volk eerst, hebben duidelijke grenzen en bouwen muren om ons te beschermen. Diversiteit is lastig, geeft gedoe, moet je niet willen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is Cultuur?

Slide 7 - Woordweb

Cultuur is..

Het geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen.
Aangeleerd door alles wat je meemaakt

  • Het land waar je bent opgegroeid / de buurt of stad waar je vandaan komt
  • De opleiding die je hebt gedaan
  • Opvoeding
  • Religie
  • Vrienden
  • ....

Waarden en normen
Normen zijn afgeleid van waarden
waarden: geloof, tolerantie of tradities
-> leiden tot normen: wat vind je normaal? Eerlijk zijn of respect hebben voor ouderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Culturele diversiteit
'omgaan met diversiteit noem je intercultureel vakmanschap'

Je werkt samen met mensen met verschillende culturele achtergronden. Dit kan een verrijking zijn, maar het kan ook voor botsingen zorgen, want....

Slide 9 - Tekstslide

Referentiekader
De wijze waarop jij de wereld om je heen waarneemt en hoe je daar betekenis aan geeft.

Door welke gekleurde bril kijk jij? 

Slide 10 - Tekstslide

Wat zien
jullie hier?

Grote kans dat je bij de 2e afbeelding ook een oude vrouw ziet en de jonge dame
niet. Kijk eens langer. Zie je nu ook de jonge vrouw? (voor degene die het nog
niet ziet; de neus van de oude vrouw is de kin van de jonge vrouw en het
zichtbare oog van de oude vrouw is het oor van de jonge vrouw).
Dat heeft te maken met je referentiekader. Je zag eerst een afbeelding van een
oude vrouw, daarom zie je die bij de 2e afbeelding ook. Je kijkt naar de 2
e
afbeelding met een “geconditioneerde” bril. Als jou echter eerst een afbeelding
van een jonge vrouw was getoond, dan zag je in de 2e afbeelding zeer
waarschijnlijk de jonge vrouw in plaats van de oude.
In de afbeelding zie je dus een jonge EN een oude vrouw.
Twee mensen kunnen dus exact hetzelfde “zien”, het volkomen oneens zijn met
elkaar en toch allebei gelijk hebben. 

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijk verhaal
Iraanse client bij het Coa had 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Intercultureel vakmanschap:
Aandacht voor de diversiteit van mensen en culturen
Een nieuwsgierige, open houding, het tonen van respect voor andere culturen. Objectief!!
 Stel vragen en toon aandacht.

Intercultureel werken;
! Verdiep je in de achtergrond van cliënten en collega's !

Waarin krijg je te maken met de verschillende culturen;
Tussen cliënten onderling - tussen cliënt en hulpverlener - team met collega's 

Slide 15 - Tekstslide

Eindopdracht
Je gaat  met een klasgenoot onderzoek doen naar een voor jou nieuwe subcultuur, groep binnen de Nederlandse samenleving.

Kies een subcultuur waarmee je waarschijnlijk in je beroep te maken krijgt, die je nieuwsgierig maakt, die je nog niet zo goed kent en waar je graag meer van wil weten.


Slide 16 - Tekstslide

Stap A, B en C
Dit ga je op volgende manieren doen.
1. Je maakt een actieplan (a), waarin je je vooroordelen over deze subcultuur beschrijft en formuleert hier uit een duidelijke onderzoeksvraag.
2. Je gaat onderzoek (b)doen in de praktijk.
3. Je maakt een vlog ( c )over de subcultuur.
De leswijzer zal ik morgen op Teams zetten.

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik
We hebben kennis gemaakt met het begrip intercultureel werken en diversiteit.
We zijn bewust van onze eigen diversiteit en het referentiekader waarmee we naar anderen kijken.
We weten kort de drie stappen van de eind opdracht.

Slide 18 - Tekstslide

Vooruitblik
We gaan verder verdiepen op de eind opdracht
We gaan dieper in op culturen en sub culturen in Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Wat vond je van deze eerste les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wat zou jij doen?
Je viert sinterklaas avond met de groep jongeren met een matig verstandelijke beperking. 
Er is lekkers en 2 pieten komen cadeautjes brengen.

Het is een gezellige avond, er wordt veel gezongen en gelachen. Ook Johan, een van de cliënten geniet met volle teugen. 

Als zijn moeder onverwacht op bezoek komt is ze erg boos op jou als begeleider.
“wij Jehova’s vieren dit soort feesten niet en dat had jij moeten weten. Kom Johan, naar je kamer”
Johan gaat huilend mee naar boven….

Slide 21 - Tekstslide

Wat zou jij doen?
Meneer Loukili, oorspronkelijk van Afghaanse afkomst, is terminaal ziek en zal waarschijnlijk in korte tijd overlijden. 
Zijn familie is vaak en met veel personen bij hem aanwezig. 
Ze verlaten zijn kamer alleen tijdens de zorgmomenten. 
Als je met een collega binnenkomt om meneer te verzorgen heeft zijn familie zijn bed dwars door de kamer gezet. Je kunt er bijna niet meer bij.


Hij wilde graag zijn bed richting Mekka, zegt zijn zoon.

Slide 22 - Tekstslide

Interculturele sensitiviteit
Voelsprieten ontwikkelen om op al die gebieden zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen van de cliënt. 
Denk hierbij aan: levensbeschouwing, dagelijkse gewoonten, familiestructuur en voedingsgewoonten, omgaan met tegenslag en dood. 

Voorbeelden van verschillen tussen twee culturen
Christenen
Er is leven na de dood, 
ziekte is een straf van god 
Sterven is thuiskomen bij god
Moslims
Ziekte, verdriet en pijn 
is een weg waarlangs Allah
een deel van hun zonden vergeeft. 
Ziekte is een middel tot vergeving van zonden

Slide 23 - Tekstslide

Aandachtspunten
 intercultureel samenwerken binnen een team
  • Sta open voor diversiteit binnen het team
  • laat een niet veroordelende- houding zien
  • Geef altijd je persoonlijke grenzen aan
  • stel vragen en waardeer elkaar
  • laat je persoonlijke gevoelens zien
  • geef elkaar positieve feedback
  • Oog hebben voor talenten

Slide 24 - Tekstslide

Break out rooms
  1. Kies een subcultuur of bevolkingsgroep naar keuze

  2. Verdiep je in achtergrond van deze bevolkingsgroep 

  3. Jullie vertellen straks per groepje aan de klas iets over de volgende punten: 
  • Normen en waarden van de gekozen cultuur, tradities, gebruiken, kijken naar de omgang, gedrag, rituelen. Wat onderscheidt deze cultuur van andere culturen?

 


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Digitale leeromgeving hoofdstuk 7 (Thema 2.7)

Overzicht Thieme Meulenhoff tot nu toe:
Thema 1.1  opdracht 1 tm 6
Praktijksituatie 'wie binnen drinkt, doet dat niet op straat'
Thema 2.6 opdracht 1 tm 3



Slide 27 - Tekstslide