Kerstles Petit Nicolas (12 december)

Aujourd'hui, c'est vendredi le 13 décembre 2024
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, c'est vendredi le 13 décembre 2024

Slide 1 - Tekstslide

1. Paarse vrijdag = gedichtje

2. Petit Nicolas

3. Loto de Noël

4. Puzzle







Slide 2 - Tekstslide

Gedicht van Pim Lammers
Tante Ben


Slide 3 - Tekstslide

Brugklas

Noël avec le petit Nicolas

Slide 4 - Tekstslide

De titel van het fragment luidt: Noël, c'est chouette

Dit betekent...
A
Kerst, dat is vreemd
B
Kerst, dat is interessant
C
Kerst, dat is vervelend
D
Kerst, dat is leuk

Slide 5 - Quizvraag

8

Slide 6 - Video

01:07
"Est-ce que tu as été sage au moins?"
"Oui, bien sûr!"
A
Ben je stout geweest dit jaar? Ja, natuurlijk!
B
Ben je braaf geweest dit jaar? Ja, natuurlijk!

Slide 7 - Quizvraag

01:45
Hoe heten de neefjes van Nicolas?
A
Rock en Lambert
B
Julien en Lambert
C
Rock en Hugo
D
Hugo en Lambert

Slide 8 - Quizvraag

03:52
Wat is het geheim van de tweeling?
A
Ze zijn bang voor ome Eugène.
B
Ze denken dat ome Eugène de kerstman is.

Slide 9 - Quizvraag

05:03
Waarom gooit Nicolas water over de broek van zijn vader?
A
Omdat hij niet zo handig is.
B
Zodat zijn vader van broek moet wisselen.

Slide 10 - Quizvraag

07:35
Waar is Lambert?
A
Op de wc.
B
In de kamer met de cadeautjes.

Slide 11 - Quizvraag

11:08
Waar is de kerstman heen?
A
Hij is ontsnapt uit het raam.
B
Hij is ontsnapt door de voordeur.

Slide 12 - Quizvraag

12:04
Wie is uiteindelijk de kerstman?
A
Gewoon de kerstman!
B
De oom.

Slide 13 - Quizvraag

12:15
Wat is het geheim van vader over de cadeautjes in de kamer die op slot is?
A
Die zijn voor de verjaardag van moeder.
B
Die heeft de kerstman daar tijdelijk opgeborgen.

Slide 14 - Quizvraag

Loto de noël

Spelregels:

1.  Je vult 6 getallen in (cijfers) op je bingokaart.

2. Je vult 6 woorden  (volgende slide) in op je bingokaart.

3. Niet door klas roepen.

4. Als je er 4 op een rij hebt (horizontaal of verticaal) roep je bingo. Klopt je bingo, dan heb je een prijsje gewonnen! 

5. De eerste vijf met Loto/Bingo hebben prijs.


Slide 15 - Tekstslide

Loto de noël
Kies 6 woorden uit:
vader                            opa                          ouders                       gezin
moeder                       oma                         grootouders            jaar
dochter                       kat                            rechts
zoon                             hond                        links
zus                                oom                         veel
broer                            tante                        een beetje


Slide 16 - Tekstslide

Loto de noël

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide