H2: de kloktijden

De kloktijden
Je wilt weten hoe laat het is, maar je hebt geen telefoon/horloge/klok in de buurt. Je zult dus aan iemand anders moeten vragen hoe laat het is:

En néerlandais: "hoe laat is het?"
En français: "quelle heure est-il?"
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De kloktijden
Je wilt weten hoe laat het is, maar je hebt geen telefoon/horloge/klok in de buurt. Je zult dus aan iemand anders moeten vragen hoe laat het is:

En néerlandais: "hoe laat is het?"
En français: "quelle heure est-il?"

Slide 1 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
Om te zeggen hoe laat het is, begin je in het Frans altijd met
 Il est ... 

Achter il est 'plak' je de tijd


Slide 2 - Tekstslide

De hele uren
Il est ... heures

Op de puntjes vul je een cijfer in:
il est trois heures
il est cinq heures
il est sept heures

Slide 3 - Tekstslide

De halve uren
In het Frans zeg je eerst het hele uur + een half:
Il est ... heures et demie
het is half ...

il est trois heures et demie
het is half vier


Slide 4 - Tekstslide

kwart voor
In het Frans halen ze het kwartier van het hele uur af:
Het is kwart voor 7
Il est sept heures moins le quart
(het is zeven uur min het kwart)

Slide 5 - Tekstslide

kwart over
In het Frans tellen ze het kwartier op bij het hele uur: 

Het is kwart over 7
Il est sept heures et quart
(het is zeven uur en een kwartier)

Slide 6 - Tekstslide

LET OP:
12 uur 's middags is 'midi' (il est midi - het is 12 uur 's middags)

12 uur 's nachts is 'minuit' (il est minuit - het is 12 uur 's nachts)

Slide 7 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Il est midi
Il est trois heures
Il est huit heures
Il est minuit

Hoe laat is het?

Het is 12 uur 's middags
Het is 3 uur
Het is 8 uur
Het is middernacht

Slide 8 - Tekstslide

Hoe reageer je op de vraag "quelle heure est-il"?
A
C'est
B
On est
C
Elle est
D
Il est

Slide 9 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
onze heure
B
onze heures

Slide 10 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est ...
A
six heures et demi
B
six heures et demie
C
six heures et quart
D
six heures moins le quart

Slide 11 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
trois heures et quart
B
deux heures et quart
C
trois heures moins le quart
D
deux heures moins le quart

Slide 12 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
midi/minuit et demi
B
midi/minuit moins le quart
C
midi/minuit et quart
D
midi/minuit trois

Slide 13 - Quizvraag

Répondre à la question:
À quelle heure commence la première récré?

Slide 14 - Open vraag