Herhaling woorden onderzoeken 18_11

Herhaling woorden onderzoeken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling woorden onderzoeken

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Woordweb

Verwijswoord

Slide 4 - Woordweb

Tekst
Tekst
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Verwijswoord
Bijvoeglijk naamwoord
De
Het
Een
Geen
Kameleon
Fiets
Lars
Ayani
Poppy
Uitgeput
Aantrekkelijk
Abundant
kabbelend
Kalm
Die
Dat
Zijn
Euro
Oudenaarde
Laptop
Hij
Bedorven
Olifant
Oudenaards

Slide 5 - Sleepvraag

Duid het bijvoeglijk naamwoord aan in de volgende zin: "De klimmers proberen de gevaarlijke tocht te voltooien."
A
klimmers
B
toch
C
voltooien
D
gevaarlijke

Slide 6 - Quizvraag

Duid het bijvoeglijk naamwoord aan in de volgende zin: "De tocht is gevaarlijk voor de klimmers."
A
gevaarlijk
B
klimmers
C
voor
D
de

Slide 7 - Quizvraag

Duid het bijvoeglijk naamwoord aan in de volgende zin: "Elon Musk is de rijkste persoon ter wereld."
A
Elon Musk
B
rijkste
C
wereld
D
persoon

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in de eerste zin? ("De klimmers proberen de gevaarlijke tocht te voltooien.")

Slide 10 - Open vraag

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in de tweede en derde zin? ("De tocht is gevaarlijk voor de klimmers.", "Elon Musk is de rijkste persoon ter wereld.")

Slide 11 - Open vraag

Als het bijvoeglijk naamwoord na het zelfstandig naamwoord komt. Welk woord staat er dan tussen?

Slide 12 - Open vraag

P. 139

Slide 13 - Tekstslide

"'Je mag niet fluisteren in gezelschap', zei mijn kleine zus Hanna, die naast Obbe tegenover mij aan de eettafel zat. Als ze iets niet leuk vond, bewoog ze haar lippen van links naar rechts."

Zoek in deze tekst een soortnaam, een eigennaam, een bijvoeglijk naamwoord en een verwijswoord.

Slide 14 - Open vraag

"We hadden er al dagen naar uitgekeken en nu de kerstvakantie aangebroken was, was het eindelijk zover - het mooiste moment was als moeder dan het papieren beschermlaagje ervan aftrok, de lijmresten verwijderde en even aan ons de bruine en witte vlekken liet zien."

Haal uit deze tekst een bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap, een zelfstandig naamwoord, een verkleinwoord en twee verbogen bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 15 - Open vraag

Er wordt een tekst geprojecteerd.
Vul de gaten in met een passend woord.
Zet het nummer voor het woord.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf zelf een zin waarin je een zelfstandig naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een lidwoord en een verwijswoord gebruikt.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf een bericht naar je ouders over wat je nog zal doen deze week.
Gebruik minstens 3 zelfstandige naamwoorden, 2 bijvoeglijke naamwoorden, een verwijswoord en een bepaald lidwoord.

Slide 18 - Open vraag