Oefenen thema 2 (voeding en vertering) - havo

Oefenen voeding en vertering 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voeding en vertering 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van mineralen?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reserverstof

Slide 2 - Quizvraag

Bij welk nummer komen darmvlokken en darmplooien voor?
A
2
B
9
C
13
D
7

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel nummer 3?
A
Maag
B
Alvleesklier
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 8?
A
Dikke darm
B
12-vingerige darm
C
Galblaas
D
Dunne darm

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Donny zegt: Gal is een enzym.
Ben zegt: Gal verteert vetten.
Wie heeft gelijk?
A
Donny
B
Ben
C
Allebei
D
Geen van beiden

Slide 7 - Quizvraag

De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 8 - Quizvraag

De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 9 - Quizvraag

In een klas hangt een poster die het verteringsstelsel als een fabriek voorstelt (zie de afbeelding).
Het deel dat aangegeven wordt met letter P stelt een klier voor.
Geef de naam van deze klier.

A
Alvleesklier
B
Galblaas
C
Dunne darmsap klier
D
Speekselklier

Slide 10 - Quizvraag

Pim eet ’s morgens om 8 uur zijn ontbijt.
Hoeveel uur later zullen er op zijn vroegst onverteerde resten uit dit ontbijt terug te vinden zijn in de ontlasting van Pim, volgens de gegevens uit de afbeelding?
A
3-5 uur
B
5-10 uur
C
20-30 uur
D
40-60 uur

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel A?
A
Luchtpijp
B
Slokdarm
C
Maag
D
Endeldarm

Slide 12 - Quizvraag

Welk nummer van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
3
B
1
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 13?
A
Slokdarm
B
Poortader
C
Darmvlok
D
Endeldarm

Slide 14 - Quizvraag


De voeding van deze Afrikaanse hardlopers verschilt niet veel van die van andere Oost-Afrikanen. Net als die eten ze veel groente en fruit, weinig vlees of vis en veel graanproducten.

Vooral voedingsmiddelen met veel zetmeel leveren energie voor het hardlopen. Welke van de genoemde voedingsmiddelen bevatten vooral veel zetmeel?

A
Graanproducten
B
Vlees
C
Groente en fruit
D
Vis

Slide 15 - Quizvraag

In informatie 3 is het verteringskanaal van een paard afgebeeld.
Welke twee cijfers geven delen aan waarin volgens de informatie veel microorganismen leven?

A
2+3
B
4+5
C
3+5
D
7+8

Slide 16 - Quizvraag

Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.

Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?

A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader

Slide 17 - Quizvraag

De maag van een koe bestaat uit verschillende delen. De overige delen van het verteringskanaal hebben dezelfde namen als bij de mens.
In de tekst staat dat methaan het verteringskanaal van de koe verlaat via boeren en winden.
Passeert dit gas dan de endeldarm? En passeert dit gas dan de slokdarm?

A
Alleen endeldarm
B
Alleen slokdarm
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 18 - Quizvraag

Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.

In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?

A
12-vingerige darm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Endeldarm

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 3
A
Maag
B
Dunne darm
C
12-vingerige darm
D
Endeldarm

Slide 20 - Quizvraag

Terwijl het voedsel door het verteringskanaal gaat, worden er onder andere enzymen aan toegevoegd. In de afbeelding is een aantal delen van het verteringskanaal met letters aangegeven.
Geef de letters van de twee delen van het verteringskanaal waarin enzymen aan het voedsel worden toegevoegd
A
A en B
B
A B en C
C
B en C
D
C en D

Slide 21 - Quizvraag

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?

A
Dunne Darm
B
Endeldarm
C
Maag
D
12-vingerige darm

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heten de verteringsklieren die speeksel maken ?

Slide 23 - Open vraag

Gal ........ Vetten. Wat moet er op de puntjes worden ingevuld?

Slide 24 - Open vraag

Een van de gevolgen van levercirrose is dat er minder gal vanuit de lever via de galbuis naar het verteringskanaal wordt afgevoerd. Hierdoor worden vetten uit het voedsel mindegoed door verteringsenzymen afgebroken.

In welk deel van het verteringskanaal komt de galbuis uit?

A
Endeldarm
B
Maag
C
Mond
D
12-vingerige darm

Slide 25 - Quizvraag

Een schapenmaag bestaat uit vier delen.
In welk deel van een schapenmaag bevinden zich verteringsklieren?

A
Pens
B
Lebmaag
C
Boekmaag
D
Netmaag

Slide 26 - Quizvraag

Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.

In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?
A
Dunne Darm
B
Dikke Darm
C
Endeldarm
D
Maag

Slide 27 - Quizvraag