Herhaling mettre + verbuga + quizlet live

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond A2C
Esmee
Dionne
Kasper
Fernando
Sem
Tibo
Hidde
Julian
Timo
Wouter
Shively
Leah
Mette
Robin
Tiffany
Luc
Kency
Filip
Elize
Fenna
Roan
Jelte
Docent

Slide 2 - Tekstslide

la tâche de début
Je mag in tweetallen overleggen
Traduisez: (F-N & N-F)

  • Je fais du cheval
  • Elle a toujours un match le dimanche
  • Ik train drie keer per week
  • Ik train op dinsdag om 20:30.


timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Lessonup: herhaling grammaire 1 (mettre)
  • Verbuga
  • Le serpent

Slide 4 - Tekstslide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 5 - Tekstslide

Present 

Je mets
Tu mets
Il/elle/on met
Nous mettons
Vous mettez
Ils/elles mettent

Il a mis
Tegenwoordige tijd

Ik leg, zet
jij legt, zet
hij/zij/men legt, zet
wij leggen, zetten
jullie leggen, zetten - u legt/zet
zij leggen, zetten

hij heeft gelegd, gezet
Mettre = leggen, zetten, dekken, aandoen, aantrekken

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent mettre?
A
leggen
B
zetten
C
aantrekken
D
aandoen

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de juiste vorm van mettre in de présent naar de juiste persoon
Mettre: présent

Je

Tu
Il
Nous
Vous
Ils
mets
mettons
mettent
met
mets
mettez

Slide 8 - Sleepvraag

Juist of onjuist?
Je n'ai pas mis mes vêtements dans l'armoire.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Nous _______nos livres sur la table
A
mettrez
B
mettez
C
mettons
D
mettrons

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal:
Zij leggen. (vrouwelijk mv)

Slide 11 - Open vraag

Combineer de juiste vertaling
- terugblik
hadden jullie koffie gewild?
Il a mis la table
Elles déménager
mag ik naar de bioscoop?
Zij verhuizen
Vous avez voulu un café?
Hij heeft de tafel gedekt.
Je peux aller au cinéma?

Slide 12 - Sleepvraag

Vertaal:
Il a mis son cahier sur son bureau.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
Ik leg mijn mobiel in mijn tas.

Slide 14 - Open vraag

Ga naar verbuga.eu
Temps:
Présent & Passé composé

Verbes irreguliers:
avoir, être, faire, pouvoir, vouloir & mettre

Confirmer
timer
10:00
Je mag met oortjes in muziek luisteren

Slide 15 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Prenez votre chromebook et log in sur blooket

Slide 17 - Tekstslide