Persoonsvorm

Persoonsvorm
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

In elke zin zitten werkwoorden
Eén of meerdere van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen
1. Persoonsvorm
2. Zinsdeelproef
3. Onderwerp
4. Gezegde
5. Lijdend voorwerp
6. Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
  • Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.


Slide 4 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:

"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:
"Wat is de persoonsvorm in deze zin?"
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 7 - Quizvraag


Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm.

"Mevrouw Bogaard probeert de persoonsvorm uit te leggen."


Slide 9 - Open vraag


Noteer de persoonsvorm.

"In een safaripark lopen de dieren vrij rond. "

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide