Les 31 - 4M - 24/25 - Massamedia in vier theorieën (les 6/7)

Identiteit & Maatschappij               Mavo 4
Massamedia in vier theorieën (les 6/7)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Identiteit & Maatschappij               Mavo 4
Massamedia in vier theorieën (les 6/7)

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Waar ging de vorige les over?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Boekje
Neem deze elke les mee!

Slide 7 - Tekstslide

Les 6 | Massamedia in vier theorieën

Slide 8 - Tekstslide

Klassikaal lezen
  • Les 6

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen | Les 6 AMV 
Je kan de volgende theorieën over de beïnvloeding van mensen door de media noemen, herkennen, beschrijven en toepassen
1. Injectienaald-theorie
2. Framing-theorie
3. Agenda-theorie
4. Theorie van de selectieve perceptie 

Slide 11 - Tekstslide

1. Injectienaaldtheorie
  • Media 'spuit' het publiek vol met bepaalde ideeën. Als iets vaak genoeg te zien/horen is, wordt dit overgenomen 
  • De media zijn volgens deze theorie in staat tot indoctrinatie en manipulatie

Slide 12 - Tekstslide

  3. Agendatheorie
De agendafunctie van de massamedia houdt in dat media bepalen waarover veel mensen praten. Ze bepalen de gespreksagenda. Ook op de politieke agenda hebben de media veel invloed.

Slide 13 - Tekstslide

2. Framing theorie
Volgens de framingtheorie kunnen de media een onderwerp op een bepaalde manier belichten – framen – waardoor de wijze waarop de ontvangers van die boodschap over het onderwerp gaan nadenken en praten wordt gestuurd. Deze framing door de media kan bewust of onbewust plaatsvinden
https://www.isdatechtzo.nl/nieuws-media/framing/wat-is-framing/ 

Slide 14 - Tekstslide

voorbeelden Framing theorie
Iemand is ‘voor abortus’, maar tegenstanders noemen het ‘anti life’ => voorbeeld hoe taal een heel andere emotie kan oproepen, terwijl eigenlijk hetzelfde wordt bedoeld.

Vergelijk de volgende twee koppen eens en oordeel in welk geval de stijging van doden het grootst was:

Slide 15 - Tekstslide

1.
2. 

Slide 16 - Tekstslide

 De eerste kop ging over het aantal verkeersdoden van 2015 tov 2014. In 2015 vielen 621 verkeersdoden, 51 meer dan in 2014. Een stijging van 9%. 

De tweede kop ging over het aantal verkeersdoden in 2016 tov 2015. Toen was de stijging maar 1,3% (van 621 naar 629). 

Toch is de kans groot dat jij de tweede kop als grotere stijging hebt aangewezen. Hoe komt dat?

Slide 17 - Tekstslide

4. Theorie van selectieve perceptie


Mensen nemen waar op basis van hun referentiekader. Informatie die daar niet bij past, wordt niet waargenomen. Sommige communicatiedeskundigen zijn dan ook van mening dat de media alleen die mensen kan bereiken, die ervoor open staan.
perceptie = waarneming

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Beeldvorming
Selectief waarnemen: je kiest zelf hoe je een bericht bekijkt. 
Voorbeeld: iemand die bang is voor corona bekijkt deze tabel heel anders dan iemand die niet bang is voor het virus.

Slide 20 - Tekstslide