Zintuig: een orgaan dat gevoelig is voor prikkels uit de buitenwereld
Huid, oog, oor, neus, tong enz.
Prikkels: een verandering uit de omgeving waarop een organisme kan reageren (licht, geluid, warmte, smaak
Impuls: signaal van de zenuwcel naar de hersenen
Prikkels --> Zintuig --> Impuls --> gevoelszenuw --> schakelcellen --> centraal zenuwstelsel --> schakelcellen --> bewegingszenuw --> spieren.
Drempelwaarde: prikkel is sterk genoeg voor een impuls.
Adequate prikkel: prikkel waar een zintuig geschikt voor is (Oog = lichtprikkels)
Gewenning: prikkels die enige tijd aanhouden leiden na verloop van tijd tot minder impuls (heeft iemand een voorbeeld?)