Les 2, B lire 3havo (11-11)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Dagopening 'Gezonde schermtijd'

Aujourd'hui, c'est lundi

3HAVO

Vragen dagopening:

- Hoeveel schermtijd heb je?

- Zijn er bij jou thuis afspraken over schermtijd? Wat zijn die afspraken?

- Moeten regels over schermtijd ook gelden voor ouders/verzorgers? Waarom wel? Waarom niet?

Even minuutje om erover na te denken en de vragen te bespreken met je buurman/buurvrouw. Zorg dat je op alle vragen antwoord hebt.

Le programme:

- B, lire

- Au travail

- Proefwerk bespreken

Les buts (leerdoelen):

- Aan het einde van de les kun je een tekst over e-sport begrijpen

- Aan het einde van de les kun je de verleden tijd herkennen

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

B, lire 

Ouvre le livre à la page 62

Tekstoriëntatie:

- Kijk naar de titel, inleiding en plaatjes... Waar gaat de tekst over? 

E-sport, c'est quoi?

- Onderstreep de belangrijke informatie in de tekst tijdens het hardop lezen.

Vocabulaire B, uitspraak

• Ouvre le livre à la page 86
• Je hoort het audiofragment van vocabulaire B. Onderstreep de letters die niet worden uitgesproken.

Au travail:

Quoi (wat)? Fais exercice 9AB + 10ABCD

Comment (hoe)? Individuellement en silence (10 minutes)

Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire B (Slim stampen)

10 minuten ben je stil aan het werk. Je mag in deze tijd ook geen vragen stellen.

Proefwerk bespreken

Maak je tafel leeg.

Vragen tijdens het bespreken? Stel ze na het bespreken!

Les devoirs (huiswerk):

- Faire: 9AB + 10ABCD

- Apprendre: vocabulaire B (beluister 1x het audiofragment in Studiewijzer)+ répéter vocabulaire A 

Blooket vocabulaire ch.2

Afspraak:

- Je gebruikt je eigen naam

- Je mag je boek erbij houden

- Je fluistert tijdens het spel, zodat de muziek hoorbaar is

https://dashboard.blooket.com/set/66e6e155dd3df234976aead6

Startopdracht 8:

Wat? Loop door het lokaal en stel elkaar de 4 vragen uit de tabel aan elkaar. Probeer zoveel mogelijk klasgenoten te bevragen. Noteer per zin hoeveel klasgenoten hierbij horen.

1) Sport je minstens 1 keer in de week?

2) Speel je videospellen?

3) Speel je Fifa?

4) Vind je e-sport een echte sport?

Startopdracht 8:

Hoeveel klasgenoten heb je bij zin 4 gevonden? 

Meer dan 14? -> notre classe préfère l'e-sport

Minder dan 14? --> notre classe préfère le sport