18.5 Eiwitten in een cel

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.5      Eiwitten    in een cel
Voorkennisvragen
1. Als ik wil weten welke genen actief zijn in een cel, wat moet ik dan uit de cel halen?
2. In het vorige hoofdstuk heb je geleerd hoe je verschillende stukken DNA kan vergelijken met een gelelektroforese. Op welke manier werden de stukken DNA gescheiden? 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.5      Eiwitten    in een cel
Voorkennisvragen
1. Als ik wil weten welke genen actief zijn in een cel, wat moet ik dan uit de cel halen?
2. In het vorige hoofdstuk heb je geleerd hoe je verschillende stukken DNA kan vergelijken met een gelelektroforese. Op welke manier werden de stukken DNA gescheiden? 

Slide 1 - Tekstslide

Doel 18.5
☐ Je kunt verschillende technieken beschrijven om een eiwitprofiel van een cel te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Proteoom
Proteoom: het totaal aan aanwezige eiwitten in een cel op een bepaald moment
Proteomics: studie naar de aanwezigheid van eiwitten in een cel 

Slide 3 - Tekstslide

Technieken die we vandaag leren
DNA-micro array: aantonen aanwezig RNA in de cel
2D electroforese: eiwitten scheiden op lading en gewicht
Massaspectografie: hoeveelheid eiwit van bepaald gewicht meten

Slide 4 - Tekstslide

m
Splicing
Zoals:
- Hormonen
- Receptoren
- Antistoffen
- Transporteiwit
- Enzymen
- Etc.

Slide 5 - Tekstslide

Reverse transciptase
Reverse transciptase
Isoleren mRNA
Isoleren mRNA

Slide 6 - Tekstslide

DNA micro array





1. mRNA uit een cel wordt geisoleerd

Slide 7 - Tekstslide

DNA micro array





2. mRNA wordt met behulp van reverse transcriptase terugvertaald naar DNA (met fluorescerende nucleotiden)

Slide 8 - Tekstslide

DNA micro array
Het cDNA bevat geen
introns
Het cDNA is
complementair aan
de coderende streng
(en niet aan het gen (matrijsstreng) zelf!)

Slide 9 - Tekstslide

DNA micro array





3. cDNA stukjes worden opgebracht op een micro-array

Slide 10 - Tekstslide

DNA micro array





3. In de vakjes van die micro-array bevinden zich stukken van de coderende streng van interessante genen

Slide 11 - Tekstslide

DNA micro array





3. Alleen de stukken cDNA die complementair zijn aan de DNA stukken in de vakjes blijven zitten

Slide 12 - Tekstslide

DNA micro array





4. Je kunt zien van welke genen mRNA aanwezig was in de cel door de fluorescentie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

2D-  electroforese:
Stap 1: Scheiden op iso-elektrisch punt
  1. Eiwitten worden in een pH kolom gescheiden op basis van hun zuurgraad
  2. Basische eiwitten gaan aan de zure kant zitten en andersom.
  3. Het iso-elektrisch punt is het punt waarbij een eiwit geen elektrische lading meer heeft en dus niet meer wordt aangetrokken door 1 van de twee polen. 

Vraag
Waar zal een negatief geladen eiwit terecht komen? Bij een lage pH of een hoge pH?

Slide 15 - Tekstslide

2D electroforese
Stap 2: Scheiden op molecuul massa
Eiwitten met hetzelfde iso-
elektrisch punt scheiden op
gewicht.
* eiwitten migreren naar de +pool
* kleine eiwitten migreren sneller


Slide 16 - Tekstslide

Massaspectometrie
1. Eerst worden de eiwitten ge-ioniseerd
2. Daarna versneld met elektrisch veld
3. De iondetector meet hoeveel ionen er
per tijdseenheid op terecht komen. 
De zwaardere ionen (dus de zwaardere eiwitten) komen later dan de lichte

Slide 17 - Tekstslide

Massaspectrometrie data
Ieder eiwit heeft zijn eigen m/z piek.

Vaak weet je van tevoren al door eerder uitgevoerde onderzoeken wat de m/z piek is van de eiwitten waarin je geïnteresseerd bent. 

Je kunt dus simpelweg kijken op het diagram of je een piek ziet (je eiwit was aanwezig in de cel) of niet (je eiwit is niet aanwezig in de cel)

Slide 18 - Tekstslide

Kleine lesafsluiter (speedrun)
Op je wisbordje:
1. Hoe noemen we het totaal aan aanwezige eiwitten in een cel op een bepaald moment?
2. Hoe heet het enzym dat bij het maken van een DNA micro-array het mRNA omzet in cDNA?
3. Waarom fluoresceert het cDNA?
4. (J of OJ?) Het cDNA is complementair aan de matrijsstreng van het gen
5. (J of OJ?) DNA micro-array kun je gebruiken om te zien welke genen aan staan in een cel?
6. (J of OJ?) Een van nature sterk positief geladen eiwitten zal zijn iso-elektrisch punt bereiken bij een lage pH
7. Waarop worden eiwitten gescheiden in de tweede stap van een 2D-gelelektroforese?
8. (J of OJ?) Bij massaspectrometrie worden eiwitten gescheiden op grootte

Slide 19 - Tekstslide

Doel 18.5
☐ Je kunt verschillende technieken beschrijven om een eiwitprofiel van een cel te maken.

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen 18.5
proteoom, proteomics, DNA micro-array, reverse transcriptase, complementair DNA, 2D electroforese, massaspectrografie,iso-elektrisch punt, massaspectrometer

Slide 21 - Tekstslide