3.2 Water in balans

§3.2 Water in balans 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§3.2 Water in balans 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

--> Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer
--> Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt
--> Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer
Planning:

--> Uitleg 3.2
--> Zelf aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De waterbalans
Waterbalans = Een overzicht van de hoeveelheid water dat een gebied binnengaat en verlaat.

  • Positieve waterbalans: de mensen hebben voldoende water. 
  • Negatieve waterbalans: de mensen hebben te weinig water. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waterbalans 
 - waterbalans is positief of negatief


- nuttige neerslag = het verschil tussen neerslag en verdamping

Slide 6 - Tekstslide

Positieve waterbalans
=
voldoende water
Negatieve waterbalans
=
onvoldoende water






Slide 7 - Tekstslide

Waterbalans
Waterbalans: 
Neerslag - verdamping

Slide 8 - Tekstslide

Gebied kan op 4 manieren aan water komen:
  • 1. Neerslag
  • 2. Aanvoer water uit andere gebieden
  • 3. Aanvoer van fossiel water (aquifer).
  • 4. Aanvoer van virtueel water
Nuttige neerslag
neerslag - verdamping 
Regenwater nu veel sneller afgevoerd dan vroeger: 
  • Ontbossing
  • Uitbreiding bebouwd gebied
= Geen echt water meer maar denkbeeldig water, dat als het ware verborgen zit in producten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waterbalans =
A
Hoeveel geld water kost in een gebied
B
Hoeveel water weegt in een gebied
C
Hoeveel water een gebied inkomt en uitgaat
D
Al het water dat zich in de grond bevindt

Slide 11 - Quizvraag

Welk klimaat kent de meest negatieve waterbalans?
A
Tropisch regenwoudklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppeklimaat
D
Savanneklimaat

Slide 12 - Quizvraag

De waterbalans in een groot deel van het Midden-Oosten is negatief.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Welk land heeft een grotere kans op een positieve waterbalans?
A
Nederland
B
Spanje

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk bron 1.

Welk land heeft
meer water per
inwoner?
A
Bangladesh
B
Pakistan
C
Nepal
D
overige

Slide 15 - Quizvraag

Maken opdrachten
Paragraaf 3.2

Opdrachten: 1 t/m 3

Klaar? Maak de herhaling!

Slide 16 - Tekstslide