VMBO TL 4 Water in NL Hfs.7 paragraaf 3

Hoofdstuk 7
Paragraaf 7.3
Watergebruik en waterwinning
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
Paragraaf 7.3
Watergebruik en waterwinning

Slide 1 - Tekstslide

§7.3 - Watergebruik en waterwinning
  • Herhaling van de vorige les
  • Deze les: §7.3 - Watergebruik en waterwinning
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

De afkorting NAP staat voor...
A
Nieuw Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuw Amerongs Peil
D
Normaal Amerongs Peil

Slide 3 - Quizvraag

Het naar de bodem zakken van klei en slib noem je...
A
erosie
B
verwering
C
verslibbing
D
sedimentatie

Slide 4 - Quizvraag

Als er vroeger een rivier overstroomde, dan ontstond vlakbij de rivier...
A
komgrond
B
wiel
C
oeverwal
D
zomerdijk

Slide 5 - Quizvraag

Hiernaast zie je 2 wielen, die zijn onstaan/gemaakt door...
A
boeren, zo hebben de koeien te drinken
B
door heftige regenval
C
ontstaan bij een dijkdoorbraak
D
omhoogstromend grondwater

Slide 6 - Quizvraag

Door afwatering zakt de bodem van veenpolders in, dat proces noem je
A
verklinking
B
verstening
C
inklinking
D
instening

Slide 7 - Quizvraag

Deze mensen hebben hun huizen gebouwd tussen de zomer en de winterdijk in, oftewel in de ....
(gratis tip: doe dat niet)
A
Polder
B
Uiterwaard
C
Veengebied
D
Ferryland

Slide 8 - Quizvraag

Waar bevindt zich in deze foto de ringvaart?
A
Voorzijde / onderdaan
B
achterzijde / bovenaan

Slide 9 - Quizvraag

Het rivierengebied in Nederland noemt men ook wel een....
A
Ypsilon
B
Gamma
C
Delta
D
Estuarium

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor een soort polder zie je hiernaast?
A
veenpolder
B
droogmakerij
C
zeepolder
D
landpolder

Slide 11 - Quizvraag

De foto hiernaast laat een ___polder zien
A
zeepolder
B
veenpolder
C
droogmakerij
D
landpolder

Slide 12 - Quizvraag

§7.3 - Watergebruik en waterwinning
  1. Watergebruik
  2. Drinkwaterwinning
  3. Water uit de duinen

Zoet water = niet zout water, het smaakt NIET  zoet...
Zout water = zout



Slide 13 - Tekstslide

1. Watergebruik
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
  • Drinkwater = water wat je thuis gebruikt
  • Industrieel watergebruik = drinkwater gebruikt in fabrieken
  • Proceswater = water waarmee producten, groente, fruit etc worden schoongemaakt. Ook koelwater is proceswater Hiervoor is geen drinkwater nodig.

Slide 14 - Tekstslide

1.Watergebruik
watervoetafdruk

Slide 15 - Tekstslide

2.Drinkwaterwinning
  1. Uit grondwater
  2. Uit oppervlaktewater 
  3. (=beekjes, rivieren etc.)

Slide 16 - Tekstslide

2. Uit grondwater
Regenwater zakt langzaam de grond in (infiltratie)en zakt naar een waterdragende laag. De grond heeft een filterende werking.

Slide 17 - Tekstslide

2.Uit oppervlaktewater
Oppervlaktewater=rivieren, meren etc. Dat water moet men eerst heel goed zuiveren voordat het te gebruiken is als drinkwater

Slide 18 - Tekstslide

2 liter Bar le Duc van Vrumona kost €1,11
€1,11

1000 liter (1 m3) gemeentepils
€1,03

Slide 19 - Tekstslide

3.water uit de duinen
In/onder de duinen is veel zoetwater te vinden. Dat het zoet is heeft ook te maken met de grondsoort: zand. Zand heeft een goede doorlaatbaarheid. (In tegenstelling tot klei)

Slide 20 - Tekstslide

3.Water uit de duien
Zout water is zwaarder dan zoet water. Zoet water drijft dan ook op zoutwater. Dat noemen ze ook wel een zoetwaterzak.
Het zoete water wordt soms aangevuld met oppervlaktewater

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Huiswerk:
  • §7.3 opdracht 
1ab, 3ab, 4ab, 7a, 9ab
  • Begrippenlijst §7.3

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk Hfst.7 par.3
Je maakt de volgende vragen:
1a/3a/3b/4a/7a/9a

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide