Thema 2 - BS 2.3 Organen van planten

 BS 2.3

Organen van planten.
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 BS 2.3

Organen van planten.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling 
  • Les over de organen van planten 
  • Zelfstandig werken 
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Welk orgaan zorgt voor de opname van zuurstof in je lichaam?
A
Hart
B
Dunne darm
C
Lever
D
Long

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de functie van de maag?
A
Zorgt voor zuurstof in je bloed
B
Hier groeit de baby in
C
Het maken van speeksel
D
Het voedsel tijdelijk opslaan

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie
van deze organen?
A
Ademhalen
B
Bloed rondpompen
C
Zuurstof afgeven
D
Zuurstof opnemen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan getekend.
Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
spierstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 9 - Quizvraag


Tot welk organenstelsel behoort het orgaan in de afbeelding?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel van het torso wordt aangegeven met nummer 2
A
Long
B
Dunne darm
C
Maag
D
Milt

Slide 11 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 12 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 6 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De lever

Slide 13 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 10 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort er op de puntjes:
Een .................. is een deel van je lichaam met een eigen functie
A
Cel
B
Orgaan
C
Organenstelsel
D
Organismen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je een groep organen die samenwerken aan de zelfde taak
A
Cel
B
Orgaan
C
Organenstelsel
D
Organismen

Slide 16 - Quizvraag

1
2
4
3
5
6
ruggengraat
Longen
lever
Dikke darm
Hart
Maag

Slide 17 - Sleepvraag

Spijsverteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel

Slide 18 - Sleepvraag

Welk orgaan is dit?
A
Maag
B
Long
C
Darmen
D
Lever

Slide 19 - Quizvraag

De maag hoort bij het...
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Het hart hoort bij het...
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van de les:

  • Kun je de organen van planten beschrijven.
  • (Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak. Ook planten hebben organen).

Slide 22 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
De organen van planten zijn:
- bloem
- blad
- stengel
- wortel

Slide 23 - Tekstslide

Functies wortel (orgaan)
  • Opnemen water en mineralen uit de bodem.
  • Stevig vastzetten in de grond
  • Reservestoffen opslaan (groei lente)

Slide 24 - Tekstslide

Wortelharen zijn erg kwetsbaar.
Alle wortels van een plant samen: Het wortelstelsel.

Slide 25 - Tekstslide

Paardenbloem
De bovengrondse delen sterven af in de herfst, maar de wortel blijft onder de grond in leven.
In de lente groeit de wortel weer uit tot een plant met behulp van het reservevoedsel.

Slide 26 - Tekstslide

2.2 Organen van planten
De organen van planten zijn:
- bloem
- blad
- stengel
- wortel

Slide 27 - Tekstslide

Stengels (orgaan)
Functies:
- transport/vervoer van stoffen.
- stevigheid geven aan de plant, bladeren en bloemen dragen.

Slide 28 - Tekstslide

Vervoer
Door een stengel lopen lange, dunne buisjes. 
Deze buisjes heten vaten.

Vaak liggen de vaten in groepjes bij elkaar.
Een groepje vaten heten een vaatbundel.

De vaten lopen door de hele plant: van de wortels via de stengel naar de bladeren.

Slide 29 - Tekstslide

Vatenstelsel
In de stengel lopen vaten.
Als ze dichtbij elkaar liggen, vormen ze een vaatbundel.
Alle vaten samen noem je het vatenstelsel.
Functie vatenstelsel: TRANSPORT

Van wortel naar blad: 
                                           Water en voedingsstoffen

Van blad naar de rest van de plant
                                                           voedsel (glucose)
                                                        
               




                               

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

2.2 Organen van planten
De organen van planten zijn:
- bloem
- blad
- stengel
- wortel

Slide 32 - Tekstslide

Bouw van een blad 

De hoofdnerf en zijnerven zorgen voor stevigheid en transport van stoffen.



Slide 33 - Tekstslide

Functie bladeren
Fotosynthese:

water + koolstofdioxide + licht


glucose + zuurstof


Slide 34 - Tekstslide


Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes

Slide 35 - Quizvraag

Het vatenstelsel van een plant vervoert glucose van de wortels naar de andere delen van de plant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Wat transporteert het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Water en koolstof
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Glucose

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een functie van de stengel?
Wat is het meest goede antwoord?
A
Transport van stoffen Stevigheid geven aan de plant
B
Water en voedingsstoffen opnemen
C
Bladeren en bloemen vastzetten
D
Koolstofdioxide opnemen

Slide 38 - Quizvraag

De grootste vaatbundel
in een blad is de:
A
zijnerf
B
bladmoes
C
bladschijf
D
hoofdnerf

Slide 39 - Quizvraag

In de afbeelding is het wortelstelsel van een peen schematisch getekend.
Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Water wordt door de bladeren opgenomen

Slide 40 - Quizvraag

Hoe heten de buisjes waardoor een plant water en voedingsstoffen vervoert?
A
Buisjes
B
Tunnels
C
Vaten
D
Bundels

Slide 41 - Quizvraag



Wortelharen zijn .........
A
stevig en dik
B
klein en kwetsbaar
C
smal en dik
D
groot en sterk

Slide 42 - Quizvraag

Wat is GEEN functie
van wortels
A
Reserve voedsel opslaan
B
Water en voedingsstoffen opnemen
C
Plant vast zetten in de bodem
D
Glucose maken. (Fotosynthese)

Slide 43 - Quizvraag

Vaatbundels lopen door
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C

Slide 44 - Quizvraag


Zijn de wortels van planten organen?
A
nee, planten hebben geen organen
B
nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 45 - Quizvraag

Het wortelstelsel bestaat uit de wortelharen.
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag

De wortelharen nemen water met voedingsstoffen op.
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag

Stengels zorgen voor het transport van stoffen.
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

bloem

Slide 49 - Tekstslide

Opdrachten bij deze basisstof:


Lezen:

Blz. 85 t/m 95



 
Klaar?

Maak: Test jezelf 2.3

Doen: Stekje in de potgrond zetten.

Werkblad maken.
 
Maken:

opdracht: 
1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Klaar? nakijken!
 

Slide 50 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video