5. Drugs

5. Drugs
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5. Drugs

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je kunt drugs verdelen in groepen, de werking beschrijven en voorbeelden noemen.
  • Je kunt omschrijven wat cannabis is. Je kunt de effecten noemen van het gebruik van cannabis op korte en op lange termijn.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zijn drugs? 
Drugs zijn middelen die gebruik worden om een fijn gevoel te krijgen. 

Ze beinvloeden voornamelijk je hersenen.

Drugs kunnen ook gevaarlijk zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Invloed van drugs
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:

1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Invloed
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:

Stimulerend
Verdovend
veranderend van bewustzijn

Slide 6 - Tekstslide

Stimulerend
- je hartslag gaat omhoog
- je wordt actiever
- spieren spannen zich aan
- bloeddruk gaat omhoog

we noemen dit UPPERS 
(cocaine, amfetamine, tabak, koffie)

Slide 7 - Tekstslide

Verdovend
Deze middelen werken kalmerend. 
Je wordt er rustiger van. 
Ademhaling en hartslag gaan omlaag. 

we noemen deze drugs DOWNERS
(heroine, GHB, alcohol, slaapmiddelen)

Slide 8 - Tekstslide

Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn. 
Het bewustzijn neemt dingen waar. 
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt. 

Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, wiet, paddo's)

Slide 9 - Tekstslide

Softdrugs

* minder gevaarlijk dan harddrugs
* mag worden verkocht in NL
* gedoogd

voorbeelden: hasj, wiet, slaapmiddelen 
Harddrugs

* zijn gevaarlijker dan softdrugs
* mogen niet worden verkocht in NL
* verkoop ervan is strafbaar

voorbeelden: heroine, cocaine, xtc, GHB 

Slide 10 - Tekstslide

Cannabis
  • Afkomstig van de hennepplant
  • Werkzame stof is THC (Tetrahydrocannabinol)
  • Je kunt het roken maar ook eten ( spacecake)

Slide 11 - Tekstslide

3 mogelijke gemoedstoestanden
1: high. Dan ben je opgewekt en energiek/fantasierijk
2: stoned. Dan ben je loom en ontspannen
3: flippen. Of ''bad trip''. Dan ben je ziek of angstig.

Slide 12 - Tekstslide

Effecten cannabis 
(korte en lange termijn)
  • Hoofdpijn
  • Duizeligheid
  • Slaperigheid
  • Angst
  • Geheugenproblemen
  • Depressies
  • Psychoses 
  • Longkanker

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 15 - Quizvraag

wat is geen softdrugs?
A
hasj
B
wiet
C
slaapmiddelen
D
xtc

Slide 16 - Quizvraag

wat is hallucineren?
A
dingen zien of horen die er niet echt zijn
B
veel praten
C
diep nadenken
D
het kweken van wiet

Slide 17 - Quizvraag