Thema 5: Vakantie - Het Kwadrant - MAWE-klassen 4
1 / 22
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wij moesten de vakantie annuleren.
Wat is annuleren?
Wat is annuleren?
A
Afzeggen
B
Regelen
C
Uitzoeken
D
Bekijken
Slide 2 - Quizvraag
Je moet even bellen om te bevestigen.
Wat is bevestigen?
Wat is bevestigen?
A
Regelen
B
Vragen
C
Aangeven dat het doorgaat
D
Aangeven dat het niet doorgaat
Slide 3 - Quizvraag
In Parijs bezichtigen we de Eiffeltoren.
Wat is bezichtigen?
Wat is bezichtigen?
A
Beklimmen
B
Beschilderen
C
Bezoeken
D
Bekijken
Slide 4 - Quizvraag
Wij boeken een hotel in Madrid.
Een ander woord voor: boeken.
Een ander woord voor: boeken.
A
Reserveren
B
Regelen
C
Bevestigen
D
Annuleren
Slide 5 - Quizvraag
Even controleren of mijn paspoort in mijn tas zit.
Wat is controleren?
Wat is controleren?
A
Uitpakken
B
Inpakken
C
Bekijken
D
Nakijken
Slide 6 - Quizvraag
Dingen, zaken, kleding, tassen e.d., die je meeneemt op vakantie, noemen we:
A
De koffers
B
De bagage
C
Het toerisme
D
Het visum
Slide 7 - Quizvraag
De plaats waar je heen gaat, noemen we de ...
A
de valuta
B
de bestemming
C
de brochure
D
het budget
Slide 8 - Quizvraag
De Eifeltoren is een ...
A
routebeschrijving
B
vaccinatie
C
brochure
D
bezienswaardigheid
Slide 9 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Brochures
B
Visums
C
Bagage
D
Boeken
Slide 10 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
de excursie
B
het toerisme
C
de douane
D
de vaccinatie
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Tijdens de excursie zagen we walvissen.
Wat is een excursie?
Wat is een excursie?
A
een uitstapje
B
een vakantie
C
een reis
D
een bestemming
Slide 13 - Quizvraag
Je paspoort, je papieren van het hotel, je vliegtickets, we noemen dit:
A
de brochures
B
de valuta
C
de reisdocumenten
D
de visums
Slide 14 - Quizvraag
Er staat een fout in de routebeschrijving.
Wat is routebeschrijving?
Wat is routebeschrijving?
A
Uitleg over de bezienswaardigheden
B
Uitleg over het land
C
Uitleg hoe je moet reizen
D
Uitleg over het geld
Slide 15 - Quizvraag
In vele landen in de wereld is een prik tegen allerlei ziektes verplicht. We noemen dit:
A
De valuta
B
De vaccinatie
C
Het visum
D
De excursie
Slide 16 - Quizvraag
De geldsoort van een bepaald land noem je ...
A
Het budget
B
Het visum
C
De valuta
D
Het verlof
Slide 17 - Quizvraag
Wat is genieten?
A
Ergens plezier aan beleven
B
Ergens zin in hebben
C
Ergens over na denken
D
Ergens iets regelen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is: het budget?
A
Hoeveelheid geld je in je portemonnee hebt
B
Hoeveelheid geld je van je ouders krijgt
C
Hoeveelheid geld je wilt uitgeven
D
Hoeveelheid geld je mee mag nemen
Slide 19 - Quizvraag
Veel grote steden verdienen veel geld door het bezoek van mensen. Hoe heet dat?
A
De douane
B
De valuta
C
Het verlof
D
Het toerisme
Slide 20 - Quizvraag
Ik neem volgende week verlof op bij mijn baas.
Wat is verlof?
Wat is verlof?
A
Werkdagen
B
Vrije tijd
C
Extra werkuren
D
Ontslag
Slide 21 - Quizvraag
Zonder geldig visum kom je China niet in.
Wat is een visum?
Wat is een visum?
A
Koffers
B
Paspoort
C
ID-kaart
D
Toestemming om in dat land te reizen
