Verkeer

Verkeer 
De regels
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Verkeer 
De regels

Slide 1 - Tekstslide

Welke verkeersregels ken jij?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het verkeer?
A
het bewegen van mensen, fietsen, auto's en bussen op straat
B
het bewegen van alle auto's op straat
C
het stilstaan van mensen, fietsen, auto's en bussen op straat
D
het bewegen van mensen, dieren, vliegtuigen en auto's

Slide 3 - Quizvraag

Waar mogen spullen niet zijn als je deelneemt aan het verkeer
A
in je hand
B
aan je stuur
C
achterop
D
in je mand

Slide 4 - Quizvraag

als fietser moet ik hier stoppen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Moet je als het regent overdag je licht aan doen?
A
nee.
B
ja, want dan ben je beter zichtbaar.
C
nee, want je hoeft nooit je lichten overdag aan te doen.
D
ja, want je lichten staan automatisch al aan overdag.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Stop altijd! Je moet voorrang verlenen
B
Iedereen moet hier stoppen voor jou
C
Verboden in te rijden, je mag deze straat niet in

Slide 7 - Quizvraag

Wat geeft het meeste reflectie?
A
rode fietslamp
B
Reflecterende tas
C
witte fietslamp
D
Reflecterende jas

Slide 8 - Quizvraag

timer
1:00
Jij hebt voorrang op het verkeer bij alle aankomende zijstraten en kruisingen.
Jij rijdt niet meer op een voorrangsweg!
Jij hebt voorrang op
verkeer van links en rechts.
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de linker zijstraat. 
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de rechter zijstraat. 
Het waarschuwt je dat je voorrang moet geven aan het verkeer uit de zijstraten. 
 Je moet stoppen en voorrang geven aan al het verkeer van links en rechts.

Slide 9 - Sleepvraag

Heb jij wel eens een boete gehad in het verkeer?

Slide 10 - Open vraag