V4 Endogene krachten- oefenen voor de toets

Tussentijdse Check!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tussentijdse Check!

Slide 1 - Tekstslide

Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Mantel
Magma
Platen
Kern
Convectiestroom
Lava
Dikke laag onder de aardkorst, bestaande uit heet gesteente.
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lava, maar dan onder de grond.
Stukken aardkorst waarop de continenten en oceanen liggen.
Binnenste van de aarde: een grote ijzeren kogel van meer dan vijfduizend graden Celsius.
Drijvende kracht achter de platentektoniek: warme magma komt omhoog, stuit op de aardkorst en stroomt opzij.
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt.

Slide 2 - Sleepvraag

Schaal om de kracht van een aardbeving aan te geven.
Schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door de werking van endogene krachten.
De kennis over de bewegingen van platen.
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
Een heetwaterbron die met tussenpozen heet water en stoom de lucht inspuit. 
Schaal van richter
Aardbeving
Platentektoniek
Erosie
Plaatgrenzen
Explosief
Ontstaat bij divergentie
Geiser

Slide 3 - Sleepvraag

Endogene krachten
Exogene krachten
Gebergteafbraak
Platentektoniek
Sedimentatie
Subductie
Aardbevingen
Vulkanisme
Hydrologische kringloop
Gebergtevorming
Erosie

Slide 4 - Sleepvraag

Welk begrip zie je hier?
A
stratovulkaan
B
hotspot
C
Caldera
D
schildvulkaan

Slide 5 - Quizvraag

Welk soort plaatbeweging komt voor bij de westkust van Chili?
A
Transform
B
divergentie
C
Hotspot
D
convergentie

Slide 6 - Quizvraag

Uit welk soort gesteente bestaat een oceanische plaat?
A
Basalt
B
Gneiss
C
Graniet
D
Marmer

Slide 7 - Quizvraag

Welk van onderstaaande voorbeelden is géén endogene kracht?
A
Aardbevingen
B
verwering
C
vulkanisme
D
gebergtevorming

Slide 8 - Quizvraag

Welk type vulkaan komt niet voor bij een plaatgrens?
A
stratovulkanen
B
calderavulkanen
C
spleetvulkanen
D
hotspotvulkanen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we het punt in de aarde waar de aardbeving ontstaat?
A
hypocentrum
B
epicentrum
C
winkelcentrum
D
richtercentrum

Slide 10 - Quizvraag

Welk type gesteente is zichtbaar op de bijgevoegde afbeelding?
A
sedimentair gesteente
B
stollingsgesteente
C
afzettingsgesteente
D
metamorf gesteente

Slide 11 - Quizvraag

Van welke combinatie van platen is sprake bij subductie?
A
Oceanisch tegen oceanisch
B
Continentaal tegen continentaal
C
Oceanisch tegen continentaal
D
Geen van deze

Slide 12 - Quizvraag

Welk soort gebergte zien we op de bijgevoegde foto?
A
Jong gebergte
B
Oud gebergte

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet thuis bij een hotspot(vulkaan)?
A
Hoge viscositeit
B
Mantelpluim
C
Effusief vulkanisme
D
Archipel

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt?
A
Oceanische korst bestaat uit basalt
B
Oceanische korst bestaat uit graniet
C
Continentale korst bestaat uit basalt
D
Continentale korst bestaat uit basalt en graniet

Slide 15 - Quizvraag

Vul de zin op de juiste manier aan.
De binnenste kern van de aarde is:
A
vast en bestaat uit nikkel en ijzer
B
Vloeibaar en bestaat uit magma
C
Vloeibaar en bestaat uit lava
D
Vloeibaar en bestaat uit gesmolten nikkel en ijzer

Slide 16 - Quizvraag

Aardkorstplaten bewegen.
Zo wordt de Atlantische
Oceaan per jaar:
A
2 mm breder
B
2 cm breder
C
2 m breder
D
2 km breder

Slide 17 - Quizvraag

Aardkorstplaten bewegen uit elkaar.
Welk begrip hoort hierbij?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Convectie
D
Subductie

Slide 18 - Quizvraag

Aardkorstplaten botsen tegen elkaar aan.
Dit noemen we:
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Convectie
D
Subductie

Slide 19 - Quizvraag

Waar komt een transversale of transforme
beweging voor?
A
In de Andes
B
In de Alpen
C
In de Himalaya
D
In Californië

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de kaart. Bij welke letters
komt divergentie voor?

A
A en B
B
A en D
C
B en C
D
C en D

Slide 21 - Quizvraag

Een trog ontstaat bij:
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transversale beweging
D
Subductie

Slide 22 - Quizvraag

Een vulkanische eilandenboog ontstaat als:
A
Een continentale plaat tegen een oceanische plaat botst.
B
Een oceanische plaat tegen een oceanische plaat botst.
C
Twee oceanische platen uit elkaar drijven.
D
Een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt.

Slide 23 - Quizvraag

Kijk naar de vorm van deze vulkaan.
Dit is een:
A
hotspot
B
slapende vulkaan
C
schildvulkaan
D
stratovulkaan

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke beweging komen er
alleen maar lichte aardbevingen voor?
A
Convergente beweging
B
Divergente beweging
C
Transversale beweging
D
Bij subductie

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke beweging komt
er geen vulkanisme voor?

A
Continent naar continent
B
Continent naar oceaan
C
Oceaan naar oceaan
D
platen van elkaar af.

Slide 26 - Quizvraag

Stratovulkanen zijn explosief
door bepaalde eigenschappen van de lava.
Welke eigenschappen?
A
zeer heet, gasrijk
B
stroperig, gasrijk
C
stroperig, zeer heet
D
gasrijk, veel vulkanische as

Slide 27 - Quizvraag

Waarom vindt er in het oosten van
het Middellandse Zeegebied
geen vulkanisme plaats?

Slide 28 - Open vraag


Wat voor soort gebergtes zijn
de Pyreneeën en de Alpen?

Slide 29 - Open vraag

Einde van de quiz!!!
Tekst

Slide 30 - Tekstslide