1. Bekijk eerst alles wat opvalt: titel, plaatje, vetgedrukte tussenkopjes en inleiding
2. Lees de vraag en streep in de tekst om welke alinea’s of zin het gaat. Wat willen ze weten? Wat voor een soort vraag is het? Lees de vraag goed.
3. Lees de tekst, streep signaalwoorden en : aan.
4. Pindakaas antwoorden eruit!
5. Hoe vaak komt ’t antwoord voor? Kloppen alle elementen? Past ’t in de grote lijn? Wat is de kern van de tekst?