Les 9 - Verdiepingsles Informatie lezen en begrijpen

Onderzoeken
Verdiepingsles
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesLOB+1Middelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Onderzoeken
Verdiepingsles

Slide 1 - Tekstslide

Dit weet je al
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken
Reflecteren
Onderzoeken
Communiceren
Hoe werkt het?
Klikken
Slepen
Typen
Tijdens de les worden verschillende iconen gebruikt. Aan de hand van de vier iconen links, zoals te zien op deze slide, kun je makkelijk zien wat het leerdoel is van dat onderdeel. 
Zo betekenen de hersenen dat voorkennis geactiveerd wordt (dingen die je al weet), het boek betekent dat je nieuwe lesstof leert d.m.v. theorie, het papier met de pen betekent dat je actief bezig bent met het combineren van voorkennis en nieuwe kennis, dus dat je iets oefent. En het oog betekent dat je reflecteert en terugkijkt op wat je leert. 

Slide 2 - Tekstslide

     Sociale vaardigheden
     Denkvaardigheden
Vaardigheden


Onderzoeken

  • Informatie zoeken
    & evalueren
  • Informatie lezen
    & begrijpen   

Communiceren

  • Informatie schriftelijk communiceren
Persoonlijke vaardigheden


 Reflecteren

  • Het zelfdiagram
     
  • Het beeld van jezelf 

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:
Twee type teksten die in de context van wetenschaps-communicatie worden geschreven herkennen;
  
Gebruikmaken van de aanwijzingen in de structuur van een wetenschappelijke tekst om de tekst beter en sneller te begrijpen.
  

Slide 4 - Tekstslide

In les 5 en 6 heb je geleerd hoe je een korte en een lange tekst kunt previewen.  Je weet inmiddels ook hoe je informatie uit bronnen haalt. In deze verdiepingles gaan we oefenen hoe dit werkt voor een wetenschappelijke tekst die je in je studie na de middelbare school vaak zal tegenkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Twee type teksten in de wetenschapscommunicatie
In de wetenschappelijke wereld wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van twee communicatieformats: het wetenschappelijk artikel en de literatuurstudie. Beide hebben een duidelijke structuur die het zowel voor de schrijver als de lezer makkelijk maakt om hoofdzaken en bijzaken te plaatsen en te herkennen. 

Slide 6 - Tekstslide


Het doel van het wetenschappelijke artikel is resultaten van onderzoek presenteren, over de betekenis daarvan te discussiëren en hypothesen en theorieën op te stellen. De informatie hieruit moet controleerbaar zijn. 
 
1. Een wetenschappelijk artikel

Slide 7 - Tekstslide

Structuur van een wetenschappelijk artikel
Zo'n wetecshappelijk artikel lijkt ingewikkeld. De structuur helpt echter om het lezen ervan gemakkelijker te maken. Hier zie je waarom het wetenschappelijke artikel ook wel het zandlopermodel wordt genoemd. 
De auteur gaat van brede achtergrond-informatie naar specifieke nieuwe inzichten, voordat de nieuwe inzichten weer worden
geplaatst in een brede context.
inleiding
middendeel
discussie

Slide 8 - Tekstslide

Een wetenschappelijk artikel is vaak in een bepaalde volgorde geschreven. Sleep de onderdelen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
Conclusie
Discussie
Titel
Resultaten
Inleiding
Referenties
Literatuur
Bronnen
Methode en materialen

Slide 9 - Sleepvraag

De onderdelen in een wetenschappelijk artikel hebben sub-onderdelen. Sleep de subonderdelen naar het juiste onderdeel.
 methoden
 resultaten
 discussie
 conclusie
 introductie
Algemene context
Belangrijkste doelstellingen
Belangrijkste doelstellingen
Onderzoeksstrategie
Onderzoeksopzet
Belang (maatschappelijke relevantie)
Aansluiting bij het conceptuele kader en relevantie
Eindconclusie
Evaluatie en toelichting
Bronnen
Eerdere bevindingen: conceptueel kader
Beperkingen en suggesties voor toekomstig onderzoek
Analyse van de gegevens
Onderzoeksaanpak & voorspellingen
Samenvatting van de belangrijkste bevindingen
Wetenschappelijke relevantie
Bevindingen
Gevisualiseerde onderzoeksstrategie
Onderzoeksdoel (vraag & hypothese)
Deelconclusie(s)

Slide 10 - Sleepvraag

Literatuuronderzoek (of een literatuurstudie) is een methode om bestaande kennis over een onderwerp of onderzoeksvraag te verzamelen. Deze kennis vind je in verschillende bronnen, zoals wetenschappelijke tijdschriftartikelen, boeken, papers en scripties die je met elkaar vergelijkt. Op die manier verzamel je informatie over jouw onderwerp en kom je erachter hoe er in de wetenschappelijke wereld over geschreven wordt. 
2. Een literatuurstudie

Slide 11 - Tekstslide

In een literatuurstudie geeft de auteur een overzicht van beschikbare informatie over een onderwerp, is er een kritische evaluatie en worden er nieuwe verbanden gelegd om conclusies te trekken. Ook moeten er bij een literatuurstudie nieuwe inzichten naar voren komen.
Structuur van een literatuurstudie

Slide 12 - Tekstslide

Een literatuurstudie is vaak in een bepaalde volgorde geschreven. Sleep de onderdelen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Voorstel voor toekomstig onderzoek, praktijk of wetgeving
Titel
Conclusies
Referenties/literatuur/bronnen
Inleiding
Informatie uit de literatuur georganiseerd en bediscuteerd in
hoofdstukken

Slide 13 - Sleepvraag

 hoofdgedeelte
 conclusie
 toekomstige
 ideeën
 introductie
De onderdelen in een literatuurstudie hebben subonderdelen. 
Sleep de subonderdelen naar het juiste onderdeel.
Relevantie
Onderzoeksdoel
Achtergrond
Structuur en organisatie van het hoofdgedeelte
Sterke punten
Beperkingen
Wetgeving
Nieuw onderzoek
Praktijk
Belangrijkste bevindingen
(Link naar) toekomstperspectieven
Hoofdstukken over subonderwerpen

Slide 14 - Sleepvraag

Om goede literatuur te vinden kan je de universiteitsbibliotheek of mediatheek raadplegen, maar ook online op zoek gaan. Het is nuttig om oudere literatuur met recente literatuur te combineren. Op die manier krijg je een compleet beeld van wat er over jouw onderwerp onderzocht is. De vraag is dan: hoe vind je goede literatuur? 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe vind je goede literatuur?
Formuleer een lijst kernwoorden met synoniemen ervan die te maken hebben met jouw onderzoek voordat je gaat zoeken.
1
Maak gebruik van literatuurreferenties die in de lijst zijn opgenomen onderaan jouw bron. Als je een bron hebt gebruikt waar je veel aan had, kan je in die literatuurlijst kijken. Daar staan vast nog meer bronnen die over hetzelfde onderwerp gaan die je kunt gebruiken voor jouw onderzoek.
2
Maak gebruik van 'boolean operators'. Zoekmachines maken vaak gebruik van boolean operators. Als jij de juiste termen hiervoor kent krijg je vaak betere resultaten. Er zijn 3 manieren waarop je de boolean operators kunt inzetten. De volgende slide legt uit hoe het werkt.
3

Slide 16 - Tekstslide

AND
OR
NOT
Door OR tussen twee woorden te zetten krijg je resultaten die het ene of het andere zoekwoord bevatten. Ze zullen er dus nooit allebei in zitten. Op deze manier kan je op twee keywords tegelijk zoeken. Als je bijvoorbeeld onderzoek doet naar de verschillen tussen twee natuurgebieden , zoek je op ‘bos OR heide’. Een voordeel: het levert heel veel zoekresultaten op. Een nadeel: minder resultaten zullen relevant zijn.
Door AND tussen twee woorden te zetten krijg je alleen resultaten waar deze twee zoekwoorden in te vinden zijn. Als je bijvoorbeeld onderzoek doet naar veranderingen in het klimaat, kun je zoeken op ‘veranderingen AND klimaat’. Je zal dan geen literatuur tegenkomen die alleen over veranderingen of alleen over het klimaat gaat. Een voordeel: je zoekopdracht wordt hiermee specifieker. Een nadeel: je zal niet alle relevante zoekresultaten vinden.
Door NOT tussen twee woorden te zetten zoek je naar informatie die de eerste maar niet de tweede zoekterm bevat. Als je bijvoorbeeld onderzoek doet naar een Search Engine en veel resultaten krijgt over werking van Google, dan zoek je op ‘Search Engine NOT Google.’. Een voordeel hiervan is dat je de literatuur elimineert die niet over jouw onderwerp gaat.
Tip
Verwar deze woorden niet met onze spreektaal. Als je zegt 'Ik wil alles weten over katten en honden', dan zoek je naar informatie die over katten of over honden of over beide dieren gaat. Waar je 'EN' in spreektaal gebruikt, gebruik je de Booleaanse OR-operator.

Slide 17 - Tekstslide


Instructie: Gebruik de webpagina om de juiste antwoorden op te zoeken. Hoe heb jij het gedaan? Vul je score in de tabel in de volgende slide. Per goed antwoord krijg je 2 punten. webpagina 'how search works'
Welke zoektermen én boolean operators zou je gebruiken 
om dit schilderij in een zoekmachine te vinden?

Slide 18 - Open vraag


Instructie: Gebruik de webpagina om de juiste antwoorden op te zoeken. Hoe heb jij het gedaan? Vul je score in de tabel in de volgende slide. Per goed antwoord krijg je 2 punten. webpagina 'how search works'
Welke zoektermen én boolean operators zou je gebruiken 
om informatie over twee menselijke virussen te vinden?

Slide 19 - Open vraag


Instructie: Gebruik de webpagina om de juiste antwoorden op te zoeken. Hoe heb jij het gedaan? Vul je score in de tabel in de volgende slide. Per goed antwoord krijg je 2 punten. webpagina 'how search works'
Wat is het verschil tussen de volgorde waarin een 
wetenschappelijk artikel geschreven is en een literatuurstudie?

Slide 20 - Open vraag


Instructie: Gebruik de webpagina om de juiste antwoorden op te zoeken. Hoe heb jij het gedaan? Vul je score in de tabel in de volgende slide. Per goed antwoord krijg je 2 punten. webpagina 'how search works'
Is de tekst in de hotspot een wetenschappelijk artikel of een
literatuurstudie? Waaraan kan je dat zien? Antwoord in minimaal 
1 of 2 zinnen.
Ga naar de tekst

Slide 21 - Open vraag

In les 3 heb je geleerd hoe je door previewen informatie uit een tekst kunt halen. Deze methode kan je toepassen als je moet bepalen of een artikel nuttig of relevant is voor jouw profielwerkstuk. Lees eerst alleen de titel en de kopjes. Als je meteen merkt dat het artikel niet relevant is voor jouw onderwerp, dan zoek je naar een ander artikel. Bekijk of je deze tekst kunt previewen door vanuit de structuur van de tekst te kijken waar de tekst over gaat. 
Previewen van een wetenschappelijk artikel
Ga naar de tekst
Stap 1: lees de inleiding
1
Stap 2: achterhaal de onderzoeksvraag
2
Stap 3: lees de methode
3
Stap 4: lees de resultaten
4
Stap 5: lees de discussie en de conclusie
5

Slide 22 - Tekstslide

In deze verdiepingsles heb je geleerd waaraan je 
twee type teksten uit de wetenschapscommunicatie 
kunt herkennen. Deze kennis kan jou goed van pas komen tijdens je schoolcarrière of daarna als je 
studeert. Kijk eens naar de andere verdiepingsles. Die kan jou helpen bij het vergroten van jouw vaardigheden. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide