1) Laag gelegen rivier- en kustvlakten In andere gebieden
2) Gebergte met rotsen
3) Veel smeltende sneeuw en regenval in de bergen
4) Tropisch orkanen (+ moesson = regentijd)
5) Ontbossing
6) Veel stenen op de ondergrond
7) Bodemdaling (inklinken van de grond)