extraOrdenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Leven, dood en levenloos

Ordenen

Als je gaat ordenen let je op de kenmerken die een organismen kan hebben.

Bij de indeling van het leven maak je een verdeling in  vier rijken. Je bepaalt of een organisme een celkern, een celwand en bladgroenkorrels in de cel heeft.

Na deze paragraaf ken je:

- De vier rijken.

- De kenmerken waar we op letten bij de indeling in vier rijken.

celkern     celwand      bladgroenkorrels

1 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

2 De celwand is een stevige laag om de cel, die zorgt voor stevigheid.

3 Bladgroenkorrels zorgen voor de groen kleur in de plant. Zij zorgen er ook voor dat het organisme aan fotosynthese kan doen.

Dat is een belangrijk proces waarbij o.a. zuurstof wordt geproduceerd.

Cellen

Alle organismen hebben
cytoplasma en een
celmembraan in hun cellen.

Andere onderdelen
verschillen per soort

Ordening is het verdelen van van een verzameling in groepen met dezelfde kenmerken.

Organismen zijn levende wezens. Ze hebben de zeven levensverschijnselen.

Alle organismen kunnen we in vier rijken verdelen: 

bacteriën, schimmels, planten en dieren.

We letten bij deze indeling op de volgende kenmerken; heeft het organisme

een celkern, een celwand en bladgroenkorrels in de cel?

Dat zijn onderdelen die we in hoofdstuk 2 hebben geleerd en ook de functie van de onderdelen.

Rijken en de kenmerken.

Bacteriën hebben wel een celwand, geen celkern en geen bladgroenkorrels.

Schimmels hebben wel een celwand, wel een celkern, geen bladgrenkorrels.

Planten hebben een celwand, een celkern en bladgroenkorrels.

Dieren hebben geen celwand, wel een celkern, geen bladgroenkorrels

Microscopie