ouderenzorg inleiding

Ouderenzorg inleiding
Hoe bepaalt de visie de werking van een zorginstelling.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ouderenzorg inleiding
Hoe bepaalt de visie de werking van een zorginstelling.

Slide 1 - Tekstslide

Visie ?
 Is de toekomstdroom van de organisatie en welke bijdrage de organisatie aan de maatschappij wil leveren.
Het zijn de doelen. 

Slide 2 - Tekstslide

Zorginstelling
Instelling waar zorg wordt verleend.
Bijvoorbeeld ziekenhuis, verzorgingshuis of verpleeghuis.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bepaalt de visie de werking van een zorginstelling?
!! Wat wil de organisatie bereiken? !!

We gaan op onderzoek.

Slide 4 - Tekstslide

Het werkveld
- Werken als verzorgende pg 7
- Werken als zorgkundige pg 8
- Werken als logistiek assistent pg 10 - 11

Slide 5 - Tekstslide

Beantwoord volgende vragen:
- Wat is een verzorgende?
- Geef 2 taken van een verzorgende.
- Waar kan je aan de slag?

Slide 6 - Open vraag

Hulp bieden bij dagelijkse verzorging + dagelijkse activiteiten als verzorgende
1. De persoonsverzorging
Voorbeeld?
2. Het sociaal en psychisch functioneren
Voorbeeld?
3. Huishoudelijk hulp
Voorbeeld?

Slide 7 - Tekstslide

Beantwoord volgende vragen:
- Wat is een zorgkundige?
- Geef 2 taken van een zorgkundige.
- Waar kan je aan de slag?

Slide 8 - Open vraag

Werken als zorgkundige
- Zorgkundige = een verzorgende + extra opleiding = neemt enkele taken over van een verpleegkundige (toedienen van medicatie + hygiënische verzorging)
- Ondersteunt de verpleegkundige
- Profiel van een zorgkundige?
                 - Uitvoeren van taken zelfstandig
                 - Rapporteren aan de verpleegkundige
- Toekomst? Kinderopvang, thuisverpleging, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuis, ouderenzorg, voorziening voor personen met handicap.

Slide 9 - Tekstslide

Werken als verzorgende
- Verzorgende = een polyvalente basiswerker = taken dat het verzorgend en verplegend personeel ondersteunt. 
- hulp bieden bij dagelijkse verzorging + dagelijkse activiteiten
- Profiel van een verzorgende?
                - veelzijdig
                - zelfstandig werken
- Toekomst? Thuiszorg + ouderenzorg + voorziening voor personen met een handicap


Slide 10 - Tekstslide

Beantwoord volgende vragen:
- Wat is een logistieke assistent?
- Geef 2 taken van een logistieke assistent.
- Waar kan je aan de slag?

Slide 11 - Open vraag

Werken als logistieke assistent.
- logistieke assistent = een polyvalente medewerker in de zorg = je ondersteunt het verzorgend en verplegend personeel in een zorginstelling
- Bijdragen tot een kwaliteitsvol woon- en leefklimaat in een woonzorgcentrum of ziekenhuis.
(We denken dan aan een woon- en leefklimaat dat zo goed mogelijk kan zorgen voor de ontwikkeling, de ontplooiing en het welzijn van je cliënt) 
- Profiel van een logistieke assistent?

                 - Je werkt onder leiding van de hoofdverpleegkundige of dienstverantwoordelijke.
                 - Je komt in contact met verschillende diensten 
- Toekomst?  ziekenhuis, woonzorgcentrum, psychiatrisch ziekenhuis, psychiatrisch verzorgingstehuis, ouderenzorg, voorziening van personen met een handicap. 

Slide 12 - Tekstslide

Taken als logistiek assistent. 
Volgens een duidelijk omschreven methode. 
- zorgvragers vervoeren voor onderzoek, revalidatie of operatie
- de maaltijdkeuze van zorgvragers noteren
- helpen bij het ronddelen van eten en drinken
- voorraden aanvullen op verschillende afdelingen
- bedden opmaken
- linnen sorteren
- helpen bij administratie, post bedelen en klasseren.

Slide 13 - Tekstslide

Verzorgende?
Zorgkundige?
Logistiek assistent?

Slide 14 - Woordweb

Opleidingen
- Logistiek assistent: Starten 
- Verzorgende: Se - n  - Se
- Zorgkundige: Se - n - Se

Slide 15 - Tekstslide

Ondersteunt het verzorgend en verplegend personeel. Werkt als een polyvalente basiswerker in de thuiszorg, centra voor dagopvang, ...
Is een verzorgende die extra is opgeleid om verpleegkundige taken uit te voeren. Werkt in de ouderenzorg, de thuisverpleging, de thuiszorg, het ziekenhuis
Ondersteunt het verzorgend en verplegend personeel. Helpt de zorgvrager bij bijvoorbeeld het vervoeren naar een onderzoek, aanvullen van voorraden, maar niet het helpen bij toilet aan de lavabo, ... 
Logistiek assistent
Verzorgende 
Zorgkundige 

Slide 16 - Sleepvraag

Het werkveld
- Werken in de thuiszorg pg 13 - 17
- Werken in de ouderenzorg pg 22 - 23
- Werken in woonzorgcentrum pg 23 - 24
- Werken in centrum voor kortverblijf pg 25 
- Werken in dagverzorgingscentrum pg 25 - 26
- Werken in centrum voor herstelverblijf pg 26 - 27

Slide 17 - Tekstslide

Beantwoord volgende vragen:
- Taak voor thuiszorg?
- Wie kan beroep doen op thuiszorg?

Slide 18 - Open vraag

Werken in thuiszorg
= de zorgverlener ondersteunt de zorgvrager in de eigen woning. 

- Taak? Ondersteuning bieden na operatie, terugkeren uit ziekenhuisopname of geboorte van een kind.

- Door thuiszorg kan de zorgvrager langer thuis wonen.

- Wie kan beroep doen?
Bij ziekte, beperking, hogere leeftijd, sociale problemen, psychische problemen, moeilijke gezinssituatie, kraamhulp

Slide 19 - Tekstslide

Team van thuiszorg
1.  Gezinszorg en aanvullende thuiszorg
2. Dienst voor logistieke hulp
3. Kraamzorg
4. Thuisverpleging

Slide 20 - Tekstslide

Team van thuiszorg
1. Gezinszorg en aanvullende thuiszorg
casus: Iemand heeft zijn been gebroken en hij kan zijn huishouden niet meer doen. 
Helpen met: 
- persoonsverzorging: ondersteuning bij eten en drinken
- hulp in het huishouden: bedden verschonen
- nachtzorg: hulp bieden voor een veilige nachtrust
- hulp bieden bij verplaatsing: in en uit bed. 

Verzorgende en zorgkundigen



Slide 21 - Tekstslide

Team van thuiszorg
2. Dienst voor logistieke hulp 
casus: Aline (88 jaar) heeft hulp nodig met schoonmaken zodat ze thuis kan blijven wonen. 

Als zorgbehoevende nood hebben aan schoonmaak- of karweihulp
Helpen met: 
- huishouden: boodschappen doen, koken, ... 
- klusjes:  kleine reparaties, rookmelders ophangen, ...


Huishoudhulp en klusjesmannen/vrouwen



Slide 22 - Tekstslide

Team van thuiszorg
3. Kraamzorg
casus: Caroline (26 jaar), alleenstaande mama, heeft na de komst van haar tweeling extra hulp nodig tijdens het geven van de voeding. 
Helpen met: 
- verzorging van de moeder: herstel van moeder opvolgen
- verzorgen van de baby: tips geven bij de verzorging van de baby
- kleine taken in het huishouden: opruimen en strijken
- opvangen van andere kinderen

Verzorgende en zorgkundigen



Slide 23 - Tekstslide

Team van thuiszorg
4. Thuisverpleging
casus: Verzorgen van een beenwonde bij de zorgvrager thuis.

Personen hebben verpleging nodig nadat ze uit het ziekenhuis ontslagen zijn of herstellen van een ongeluk, val. 

Thuisverpleegkundige kan geneesmiddelen of inspuitingen toedienen, wonden verzorgen, palliatieve zorg toedienen.

Verpleegkundigen


Slide 24 - Tekstslide

Werken in de ouderenzorg
Doel: Levenskwaliteit van de oudere zorgvrager behouden.

Waar? Thuis, residenties voor ouderenzorg, centrum voor dagverzorging, centrum voor herstelverblijf.

Soorten bezoek?
Residentieel = overnachting in de zorginstelling
Ambulant = de zorgvrager of zorgverlener verplaatst zich, geen overnachting.

Wie werkt er?
Animator, maatschappelijk assistent (hulp bij maatschappelijke of sociale problemen), psycholoog (zorg voor psychisch welbevinden), onderhoudsmedewerker, multidisciplinaire team (verzorgende, zorgkundige, verpleging, dokters, ...) 

Slide 25 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
1. Woonzorgcentrum
2. Assistentiewoning
3. Centrum voor kortverblijf
4. Dagverzorgingscentrum
5. Centrum voor herstelverblijf

Slide 26 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
1. Woonzorgcentrum
= residentiële voorziening 
= biedt permanente opvang en verzorging voor ouderen vanaf 65 jaar, die niet meer thuis kunnen wonen.
= elke bewoner heeft een eigen kamer/leefruimte.
= Gemeenschappelijke ruimtes
= Binnen en buiten, ontvangen van bezoek.
--> ook een deeltje gesloten = gesloten afdeling = bieden van extra bescherming, toezicht en nabijheid.
Samuel (97 jaar) heeft dementie. Doordat hij vaak verward is, vindt hij vaak de weg naar zijn kamer niet terug. Daarom besloot het team, Samuel op te vangen op de gesloten afdeling.

Slide 27 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
2. Assistentiewoning
= residentiële voorziening 
= biedt een veilige huur- of koopwoning waar de zorgvrager zo lang mogelijk alleen kan wonen.
= steeds beroep doen op steun en zorg van een team
= gekoppeld aan woonzorgcentrum.
= oproepsysteem om hulp te vragen
= ondersteunde diensten en zorg voor wie hier zin in heeft.
De bewoners kunnen maaltijden bestellen
De bewoners kunnen deelnemen aan de activiteiten van het lokale dienstcentrum.

Slide 28 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
3. Centrum voor kortverblijf 
= residentiële voorziening 
= tussenschakel tussen thuis wonen met zorgondersteuning en een verblijf in een woonzorgcentrum
= biedt zorg en opvang voor een periode van maximaal twee maanden.
René (81 jaar) heeft een gebroken heup en zit tijdelijk in een rolstoel. Thuis woont hij alleen en zijn woning is niet aangepast. Hij komt enkele weken naar het centrum voor kortverblijf.

Slide 29 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
4. Dagverzorgingcentrum
= opvang tijdens de dag en gaan 's avonds terug naar huis
= zorgt ervoor dat mensen langer kunnen thuis blijven wonen
= organiseert activiteiten om zelfredzaamheid te bevorderen en om eenzaamheid tegen te gaan.
Een leuke babbel hebben, yoga sessie, een taal leren, ... 
= Biedt hulp aan bij activiteiten uit het dagelijks leven
naar de kapper gaan, voetverzorging, warm eten 

Slide 30 - Tekstslide

Waar werken in de ouderenzorg?
5. Centrum voor herstelverblijf
= opvang aan oudere zorgvragers die herstellen na een operatie in een ziekenhuis, een ongeval of een zwaar letsel
= maximaal dertig dagen
= zelfstandigheid stimuleren

Slide 31 - Tekstslide

Werken in de palliatieve zorg
Palliatief: zorgvrager zit in het laatst fase van zijn/haar leven. De aandoening van de zorgvrager kan niet worden opgelost.
Mohammed (30 jaar) is heel erg ziek en niet meer te genezen. Zijn kanker is uitgezaaid. Mohammed wil geen medicatie en chemo meer krijgen. Hi wil zijn laatste dagen zoveel mogelijk pijnvrij doorbrengen en omringd zijn door geliefden. Mohammed krijgt palliatieve zorg bij hem thuis.

Doel? Verbeteren van de levenskwaliteit
--> Verlichten van pijn
--> persoon centraal stellen en niet de ziekte
--> ondersteuning bieden aan zorgvrager en zijn omgeving. 

Waar? Thuis, in ziekenhuis, in woonzorgcentrum, in dagcentrum voor palliatieve zorg.

Slide 32 - Tekstslide

Omvat alle zorgen voor mensen die een stoornis hebben die niet meer kan worden opgelost, bijvoorbeeld: terminale kanker.
Oudere zorgvragers de zorg geven die ze nodig hebben om hun levenskwaliteit te behouden. Dit kan zowel in de thuiszorg, woonzorgcentra, centra voor dagopvang. 
De zorgvrager zolang mogelijk thuis laten wonen, zodat hij daar verzorgd kan worden. Neemt de zorg over of ondersteunt de zorgvrager. Dit kan tijdelijk zijn, maar ook van lange duur. 
Thuiszorg
Palliatieve zorg
Ouderenzorg

Slide 33 - Sleepvraag