In welke van de volgende gevallen is het burgerlijk procesrecht van toepassing?
A
Bij een geschil tussen een burger en een verzekeraar over de uitkering op de inboedelverzekering.
B
Bij een geschil tussen een burger en een gemeente over een parkeervergunning
C
Bij vervolging van een burger op verdenking van valsheid in geschrifte
D
Bij een geschil tussen een burger en het UWV over de hoogte van de WW-uitkering
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
HandelMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
In welke van de volgende gevallen is het burgerlijk procesrecht van toepassing?
A
Bij een geschil tussen een burger en een verzekeraar over de uitkering op de inboedelverzekering.
B
Bij een geschil tussen een burger en een gemeente over een parkeervergunning
C
Bij vervolging van een burger op verdenking van valsheid in geschrifte
D
Bij een geschil tussen een burger en het UWV over de hoogte van de WW-uitkering
Slide 1 - Quizvraag
burgerlijk procesrecht
beschrijft het procesrecht dat geldt tussen juridische personen
=> natuurlijke personen en rechtspersonen
Slide 2 - Tekstslide
waar of niet waar?
in een verzoekschriftprocedure kan de verweerder een tegenverzoek doen
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een ambtelijke taak van een gerechtsdeurwaarder in het civiel procesrecht?
A
incasso van een vordering.
B
betekenen van een dagvaarding
C
optreden als gemachtigde
D
advies geven aan zijn opdrachtgever
Slide 4 - Quizvraag
ambtelijke taak
wettelijke taken (van deurwaarder of notaris)
=> taken die in de wet beschreven staan
=> taken die de wet opdraagt aan deurwaarder of notaris
=> taken die alleen deurwaarder of notaris heeft
Slide 5 - Tekstslide
Hoe wordt het uitbrengen van de dagvaarding door de deurwaarder in een civiele procedure ook wel genoemd?
A
Arresteren van de dagvaarding
B
Betekenen van de dagvaarding
C
Beslag van de dagvaarding
D
Produceren van de dagvaarding
Slide 6 - Quizvraag
Welk processtuk is afkomstig van de eisende partij in een civiel proces?
A
Conclusie van antwoord
B
Conclusie van dupliek
C
Conclusie van repliek
D
Alle drie de genoemde stukken zijn afkomstig van de eisende partij.
Slide 7 - Quizvraag
zo gaat verzoekschrift procedure => zet in de juiste volgorde
verzoekschrift
beschikking
mondelinge behandeling
verweerschrift
Slide 8 - Sleepvraag
Hoe wordt de tegeneis van gedaagde genoemd?
A
comparitie
B
pleidooi
C
eis in reconventie
D
tussenvonnis
Slide 9 - Quizvraag
waar of niet waar
A
een belanghebbende is geen partij in de procedure
B
een belanghebbende is wel partij in de procedure
Slide 10 - Quizvraag
zet in de juiste volgorde
verzoekschrift
verweerschrift tevens zelfstandig verzoek
beschikking
veweerschrift op zelfstandig verzoek
mondelinge behandeling
Slide 11 - Sleepvraag
leg uit in je eigen woorden:
wat houdt het begrip "relatieve competentie" in?
Slide 12 - Open vraag
relatieve competentie
relatieve competentie => in welke plaats is de procedure
Slide 13 - Tekstslide
welke stelling is juist?
in de verzoekschriftprocedure en in de dagvaardingprocedure gelden
A
dezelfde regels voor absolute competentie
B
dezelfde regels voor relatieve competentie
C
niet dezelfde regels voor absolute competentie
D
Slide 14 - Quizvraag
waar of niet waar?
In een verzoekschriftprocedure geldt het beginsel van hoor- en wederhoor niet
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Een kenmerk in het burgerlijk procesrecht is dat de rechter "lijdelijk" is. Wat houdt dit begrip in?
Slide 16 - Open vraag
lijdelijkheid van de rechter
rechter wacht af waar procespartijen mee komen
rechter bemoeit zich niet met de inhoud van de eis en de inhoud van het verweer
rechter mag niet "mee procederen" => moet zorgen dat hij/zij onpartijdig blijft
Slide 17 - Tekstslide
de dagvaarding heeft twee functies. Welke?
Slide 18 - Open vraag
functies van de dagvaarding
1. oproeping voor de zitting => gedaagde weet van de rechtszaak => gedaagde kan verweer voeren
2. inhoud van de procedure is bekend => gedaagde weet waartegen hij verweer kan voeren
Slide 19 - Tekstslide
Een kenmerk van burgerlijk procesrecht is dat de rechter lijdelijk is. Dit betekent dat de rechter
A
leiding geeft aan de procedure
B
de procespartijen adviseert over de procedure
C
passief is
D
actief is
Slide 20 - Quizvraag
lijdelijkheid van de rechter
rechter wacht af waar procespartijen mee komen
rechter bemoeit zich niet met inhoud van eis en verweer
rechter mag niet "mee procederen" => onpartijdig
Slide 21 - Tekstslide
Een rechter doet uitspraak in een dagvaardingsprocedure terwijl de gedaagde niet is verschenen.
Hoe noemt men een dergelijke uitspraak?
A
beschikking
B
comparitie
C
verstekvonnis
D
verzetsvonnis
Slide 22 - Quizvraag
het burgerlijk procesrecht is hier van toepassing
A
Jan moet voorkomen omdat hij in zijn auto door rood licht is gereden
B
de nieuwe laptop van Ans is kapot. Ans vordert in een procedure tegen de verkoper een nieuwe laptop
C
de gemeente weigert de vergunning voor de kermis. De kermis tekent bezwaar aan
D
Femke krijgt een boete omdat zij tijdens het fietsen haar mobiele telefoon gebruikt
Slide 23 - Quizvraag
wat zijn de 6 grondregels van procesrecht?
Slide 24 - Open vraag
6 grondregels van procesrecht
Hoor- en wederhoor
Openbaarheid zitting + uitspraak
Motivering beslissing
Onafhankelijke + onpartijdige rechter
Hoger beroep en cassatie
Uitspraak binnen redelijke termijn
Slide 25 - Tekstslide
hoe noem je het einde van de dagvaarding waarin de eis staat?
A
aanhef
B
conclusie van antwoord
C
petitum
D
lichaam
Slide 26 - Quizvraag
waar of niet waar?
in een civiele procedure worden de procespartijen altijd vertegenwoordigd door een advocaat of gemachtigde
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
welke procespartij dient de conclusie van repliek in?
A
de Officier van Justitie
B
eiser
C
gedaagde
D
de rechter
Slide 28 - Quizvraag
Helma uit Zwolle (arrondissement rechtbank Overijssel) eist € 28.000,- van Herman uit Groningen (arrondissement rechtbank Noord Nederland), vanwege achterstallige huur van een winkelpand te Groningen.
Welke rechter is bevoegd?
A
rechtbank
Noord-Nederland
B
kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland
C
rechtbank Overijssel
D
kantonrechter van de rechtbank Overijssel
Slide 29 - Quizvraag
leg in je eigen woorden uit wat het beginsel van "hoor- en wederhoor" inhoudt
Slide 30 - Open vraag
hoor- en wederhoor
alle procespartijen krijgen gelegenheid om:
1. hun visie op de zaak te geven
2. te reageren op elkaars standpunt
Slide 31 - Tekstslide
Hoe wordt de partij aangeduid die in hoger beroep gaat in een civiel proces?
A
Appellant
B
Eiser
C
Geïntimeerde
D
Verweerder
Slide 32 - Quizvraag
waar of niet waar?
In een verzoekschriftprocedure is altijd de rechtbank absoluut bevoegd
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Een rechter stelt in zijn uitspraak vast dat zijn vonnis onmiddellijk kan worden uitgevoerd. Hoe noemt men dat?
A
Uitvoerbaar bij voorraad
B
Parate executie
C
Kracht van gewijsde
D
Geen van de bovenstaande antwoorden is juist.
Slide 34 - Quizvraag
Ismaël is bij verstek veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan Azar. Hij is het hier niet mee eens. Welk rechtsmiddel kan hij nu toepassen?