Period 5 lesson 7 Synonyms FACET mbo Engels B1 2022-2023 sample exam

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Please pay attention to the word 'almost'. 

Een synoniem heeft 'ongeveer' dezelfde betekenis. Soms is er een duidelijk verschil 'warm-hot', vaak is het een gevoelsmatig verschil 'beautiful-gorgeous'.
Starter

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Main course

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goal
Aan het eind van de les weet je:
- hoe synoniemen kunnen worden gebruikt,
- waar je een lijst met synoniemen kunt vinden
- hoe je je woordenschat kunt uitbreiden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Synoniemen herken je niet altijd meteen in de leesteksten en luisterfragmenten.

Als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden controleer je de betreffende alinea of het betreffende fragment. 
Write down synonyms of the word:
big

Slide 6 - Woordweb

large 
great 
huge 
giant 
massive 
vast 
enormous 
considerable 
substantial 
extensive 
immense 
spacious
gigantic
monumental (informal)
mammoth
bulky
burly
colossal
stellar (informal)
prodigious
humongous or humungous (informal)
sizable or sizeable
supersize
hulking
ponderous
voluminous
elephantine
ginormous (informal)

Facet MBO Engels oefenexamen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MBO Engels B1 2022-2023
Here's a sample question. What is the correct answer?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FACET mbo Engels B1 2022-2023
See the same word in the text and the question?
Double check if this is the correct answer!

Slide 9 - Tekstslide

In this case answer A is correct.

A = correct because: 'on demand daytime = short-term'.
B = incorrect because: 'connect homeowners to business people' (so NOT only business people).
C = incorrect becaus: 'idle assets our homes and cars ...' (so NOT offices).
Reading strategies
When reading an English text and answering questions about it, pay attention to: synonyms.
Check this website with synonyms for the 96 most commonly used words in English.
https://justenglish.me/2014/04/18/synonyms-for-the-96-most-commonly-used-words-in-english/

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt en hoeft natuurlijk niet al die synoniemen uit je hoofd leren. Kijk eens of je er al een aantal kent.

Het gaat er vooral om dat je je bewust bent van het gebruik van synoniemen.

Slide 11 - Video

BBC Learning English
VOCABULARY: How to use synonyms
6 Minute Vocabulary - Improve your knowledge and use synonyms.

LINK
https://youtu.be/bdczLkc4Dns

Pitfalls Reading/Listening Exam
  • Valkuil 1: het staat wel in de tekst maar wordt niet gevraagd.
  • Valkuil 2: het is misschien wel zo, maar het staat er niet (eigen mening).
  • Valkuil 3: woorden uit de tekst... en dus... 

  • Het antwoord bevat vaak een synoniem of omschrijving van informatie in de tekst. Wees altijd achterdochtig bij antwoorden die letterlijk dezelfde woorden uit de tekst bevatten.

Slide 12 - Tekstslide

Pitfalls = valkuilen.

Slide 13 - Video

Tips hoe je je woordenschat kunt uitbreiden door iets te doen wat je leuk vindt.
Extensief luisteren= 
- films kijken op Netflix o.i.d.
- video's kijken op YouTube.
- Engelse ondertiteling aanzetten.
- podcasts luisteren.

LINK [2:39]
https://youtu.be/LTjzopM38iA
Now practice!

MBO Engels B1 2022-2023

12 questions
reading 
in 30 minutes

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt via internet oefenen met oude examens. Kies voor MBO Engels B1 2022-2023 voorbeeldexaemen en maak 12 vragen uit het onderdeel 'lezen'. Geef jezelf er maximaal 30 minuten tijd voor (op het examen heb je namelijk 90 minuten tijd voor 40 vragen).
LINK
https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/mbo/?menu=3_2

timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Gemiddeld 2:30 minuut per vraag.
Deze vraag bestaat uit drie onderdelen dus iets meer tijd.

Slide 16 - Tekstslide

How to pay ...
Find answers in this paragraph.

Yes 
device = card reader

Yes
paper Travelcard ticket

No
Hele zin lezen 'Show driver = paper ticket NOT Oyster card or Visitor Oyster card.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Gemiddeld 2:30 minuut per vraag.
Vorige vraag extra tijd gegeven, daarom deze vraag iets korter tijd.

Slide 18 - Tekstslide

A = correct
'make one more journey' = 'complete the bus trip'.

B = not correct
'top up your credit before you can use your card again' so NOT 'when still on the bus.

C = not correct
'make one more journey'. It says nothing about getting off at the next stop.

timer
2:30

Slide 19 - Tekstslide

Gemiddeld 2:30 minuten per vraag.
Lukt het in de gemiddelde tijd?

Vragen worden op volgorde gegeven. Dus de antwoorden op deze vraag zitten in de volgende alinea.

Slide 20 - Tekstslide

A = true
your home address = where you live.

B = true
'a range of special promotions' = 'reduction on certain products and promotions'.

C = false
'the card costs £ 3' so NOT 'there is a £ 5 deposit ... which can be refunded'.
timer
2:30

Slide 21 - Tekstslide

Gemiddeld 2:30 minuten per vraag.
Lukt het in de gemiddelde tijd?

Vragen worden op volgorde gegeven. Dus de antwoorden op deze vraag zitten in de volgende alinea.

Slide 22 - Tekstslide

Oyster card
pay a deposit ... = will be given back.

Visitor Oyster card
your home address = where you live.
a range of special promotions = reduction on certain products and promotions.

C = false
'the card costs £ 3' so NOT 'there is a £ 5 deposit ... which can be refunded'.
timer
2:30

Slide 23 - Tekstslide

Gemiddeld 2:30 minuten per vraag.
Tijd over?

Laatste vraag gaat over laatste alinea.

Slide 24 - Tekstslide

A = not correct
'... head to Trafalgar square or check any bus stop information board'. Read the whole sentence.

B = correct
'Night buses stop on request only' = 'do not stop automatically'.

C = not correct
'London's buses run throughout the night', the text says nothing about the underground.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal
Je leest de kopjes en ELZA (eerste + laatste zin van de alinea's) en begrijpt waar de tekst over gaat.
 
Intensief
Je leest de vraag nauwkeurig.  Je probeert zoveel mogelijk informatie die je leest te onthouden. Gebruik je digitale arceerstift.
 
Zoekend
Je gaat op zoek naar het antwoord op de vraag. Je weet wat je zoekt en kijkt of je in de tekst het antwoord kunt vinden. Daarna kijk je of je jouw antwoord ziet staan bij één van de gegeven antwoorden.









Drie leesstrategieën

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practice makes perfect !!!
Wat to practice more? 
Go to this website:
https://test-english.com/listening/b1/

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • FACET B1 2019-2020
  • in 30 minuten
  • vragen 1 - 12
We will use your answers on question 1-8 in the next lesson!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dessert

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Use synonyms
Think of more interesting words to replace overused, less imaginative adjectives such as: 
happy, sad, hot, cold, small, big

These words are referred to as dead words "a word in the English language that is overused”.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies