Waarnemen en reageren

Waarnemen 
Herhaling 4.1 en 4.2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarnemen 
Herhaling 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Waarnemen
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen inwendige en uitwendige prikkels (met voorbeelden)
Je kunt uitleggen hoe je lichaam prikkels verwerkt en wat de rol van zintuigen daarbij is

Slide 2 - Tekstslide

Inwendige prikkels

Honger
Dorst
Angst
Pijn 

Deze ontstaan in je lichaam

Slide 3 - Tekstslide

Uitwendige prikkels
Licht
Geluid
Geurstof
Smaakstof
Temperatuur
Deze komen van buiten het lichaam




Slide 4 - Tekstslide

Adequate prikkels
De enige prikkels waarop een zintuig reageert.

Zintuigen reageren alleen als:
- de prikkelsterkte boven de
   drempelwaarde is 
- er motivatie aanwezig is
- er geen gewenning is opgetreden 

Slide 5 - Tekstslide

Prikkel-verwerking

prikkel →zintuig → impuls → zenuw → hersenen → impuls → zenuw → spier

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een inwendige prikkel
A
Voedsel dat een kat ziet
B
Een hongergevoel
C
Een blaffende hond

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn alle drie uitwendige prikkels?
A
honger, dorst of angst
B
geluid, geur, temperatuur
C
honger, geur, dorst
D
geluid, angst, temperatuur

Slide 8 - Quizvraag

Licht is een adequate prikkel voor..
A
de neus
B
de huid
C
het oog
D
het oor

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je het als er wel een voldoende sterke prikkel is maar er geen signaal naar de hersenen gaat?
A
Adequate prikkel
B
Drempelwaarde
C
Gewenning
D
Impuls

Slide 10 - Quizvraag

Zet de stappen van prikkelverwerking in de juiste volgorde.
Prikkel -->
--> hersenen --> impuls -->
 zenuw -->
-->
-->
impuls
spier
zenuw
zintuig

Slide 11 - Sleepvraag

3.2 Zien en horen
Leerdoelen:
je kunt de bouw en werking van je ogen beschrijven
je kunt de bouw en werking van je oren beschrijven

Slide 12 - Tekstslide

Bouw van je ogen

Slide 13 - Tekstslide

staafjes- kegeltjes- gele vlek- blinde vlek

Slide 14 - Tekstslide

Scherpstellen
1. Ver weg kijken: lens is plat
- kringspier ontspannen,
- lensbandjes strak.

2. Dichtbij kijken: lens is bol
- kringspier aangespannen.
- lensbandjes ontspannen 

Scherpstellen noem je ook wel accommoderen
1                                 2

Slide 15 - Tekstslide

Welke zintuigcellen gebruik je om kleur te kunnen zien?

Slide 16 - Open vraag

Sleep de omschrijving naar het juiste onderdeel van het oog.
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 17 - Sleepvraag

hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Hoornvlies
Blinde vlek

Slide 18 - Sleepvraag

Het oor
Buiten oor: 
oorschelp-gehoorgang-oorsmeerkliertjes
Midden oor:
trommelvlies-gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)-trommelholte
Binnen oor:
slakkenhuis - gehoorzenuw
Evenwichtsorgaan

Slide 19 - Tekstslide

Slakkenhuis
Bestaat uit 3 kanalen die als een spiraal zijn opgerold (als een slak). Deze zijn gevuld met vloeistof

Slide 20 - Tekstslide

de Buis van Eustachius

Slide 21 - Tekstslide

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de juiste prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 22 - Quizvraag

In welk deel van het oor ontstaan impulsen?
A
In de gehoorgang
B
In het trommelvlies
C
In de gehoorzenuw
D
In het slakkenhuis

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet het deel dat ervoor zorgt dat de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk blijft?

Slide 24 - Open vraag