Theater Modernisme

THEATER
In de cultuur van het moderne
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

THEATER
In de cultuur van het moderne

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert analytisch naar een theaterstuk te kijken
  •  Je weet hoe stromingen als realisme, surrealisme en abstractie  in theater worden toegepast.
  •  Je kunt met behulp van analyse bovengenoemde stromingen duiden binnen een theaterstuk

Slide 2 - Tekstslide

ANALYSE
INHOUD

VORMGEVING
Verhaal/boodschap

Slide 3 - Tekstslide

Waar let je op bij de vormanalyse van een theaterstuk?

Slide 4 - Woordweb

Vormgeving
Spel 
(Alles wat acteurs doen)
Enscenering 
(wat er in het toneelbeeld te zien is)
- Lichaam
- Stem
- Speelstijl
- Mis-en-scène
- Locatie / decor
- Kleding/costuums
- Kap-grime
- Rekwisieten
- Geluid / muziek

Slide 5 - Tekstslide

De mise-en-scene, letterlijk ‘in scène zetten’, wordt ook wel enscenering of toneelbeeld genoemd. Dit bevat alle afspraken over de manier waarop toneelspelers zich tijdens een voorstelling op het toneel bewegen. Waar staan de spelers opgesteld, waar lopen ze naartoe, waar gaan ze op en af. Zitten ze of staan ze. Zijn ze verspreid over het toneel of staan ze op een kluitje. 
MISE-EN-SCENE

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

REKWISIETEN EN ATRIBUTEN

ATTRIBUUT
REKWISIETEN
Rekwisieten: Voorwerpen / meubilair
Attributen: Rekwisiet bij rol of personage

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Realisme

Slide 10 - Tekstslide

Wat is realisme?

  • Antwoord op neoclassisisme en romantiek
  • Gewone mensen en alledaagse onderwerpen
  • Alles wordt afgeschilderd zoals het is, er wordt niets geromantiseerd

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
We gaan zo kijken naar een fragment uit "Oom Wanja" van toneelschrijver Anton Tsjechov, uitgevoerd door Hummelinck en Stuurman Theaterproducties.

Let op enscenering en spel en probeer aan de hand hiervan te benoemen waarom jij denkt dat dit een realistisch stuk is.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Realisme in Theater

Spel: 
  •  Alledaagse bewegingen, geen uitvergrotingen
  •  Normale spraak, geen overdreven intonatie.
  •  Speelstijl is een reflectie van werkelijk gedrag. Geen goed/kwaad, maar karakter.
Encenering:
  •  decor is een nagemaakte leefomgeving, zoals een woonkamer of een werkplaats.
  •  Kleding is realistisch passend bij personage
  •  Meer realistisch gebruik van toneelobjecten en rekwisieten

Slide 14 - Tekstslide

Surrealisme
  • Fenomeen uit de jaren 20 vorige eeuw 
  • Vervreemding
  • Gebaseerd op het onderbewuste

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Probeer aan de hand de analyse tools te duiden waarom het volgende fragment surrealistisch is.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

- Schilderij dat beweegt
- Decor: onduidelijke, vervreemde omgeving
- Het bedienen van de muziek
- omkleden op het podium
- het kostuum wat hij aantrekt
- Spel: Interactie met het publiek (zonder spraak) 

Slide 19 - Tekstslide

Abstractie
  • Geen inhoudelijke voorstelling
  • Form follows function
  • Minimalistisch
  •  Bauhaus

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video