Les 2 + 3: Het verteringsstelsel

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
aantekeningen maken

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Periode planner
Week
1
2
3
4
5
lesdoel
voedingsmiddelen en voedingstoffen 
voedingsmiddelen en voedingstoffen  herhaling verbranding 
verteringsstelsel
verteringstelsel
herhaling bloedsomloop 
organen voor vertering
6
7
8
9
10
11
12
organen voor vertering 
gezonde voeding 
gezonde voeding 
herhaling ademhaling 
voedselbederf
voedselbederf
herhaling verbranding, bloedsomloop ademhaling 
voeding en vetering bij zoogdieren 
herhaling periode 1 en 2 

Slide 6 - Tekstslide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
      Lesdoelen
  • Je kunt de werking en functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
  • Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
  • Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  • Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.
  • Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit.

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Verteringsstelsel
Doel: verteren voedsel zodat voedingsstoffen worden opgenomen 

Lang kanaal van mond tot kont

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Mond/keel
Speekselklieren: Speeksel (verteringssap) met amylase
Verteerd zetmeel (koolhydraat)

Keelholte, bij slikken
Huig: afsluiten neusholte
Strottenklepje: afsluiten luchtpijp

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanische vertering -> vergroot het oppervlakte

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het enzym amylase
knipt grote koolhydraten 
in stukken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen: sleutel-slotprincipe

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Maag
Maag maakt maagsap, lage zuurgraad (pH), doodt bacterien. 
Vertering eiwitten

 
Tijdelijke opslagplaats voedsel
Maagportier: laat kleine beetjes voedsel door

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Twaalfvingerige darm
Toevoeging 2  verteringssappen

Galblaas -> Gal -> Emulgeert vetten

Alvleesklier -> Alvleessap -> enzymen voor vertering vetten, eiwitten en koolhydraten 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Dunne darm
Dunne darm: darmsap
Laatste stap vertering eiwitten en koolhydraten door enzymen

Opname alle verteringsproducten in bloed.  Nu klein genoeg


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • In je gehele darmkanaal heeft de wand kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden).
  • Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken van de kring- en lengtespieren.

Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Darmperistaltiek

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmperistaltiek
  • Kringspieren en lengtespieren bevinden zich in de wand van het hele verteringsstelsel (foto)
  • Als je voedsel doorslikt, spannen de kringspieren samen om het voedsel vooruit te duwen
  • Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De slokdarm met kring- en lengtespieren
-->Kan je ondersteboven water doorslikken?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • In je gehele darmkanaal heeft de wand kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden).
  • Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken van de kring- en lengtespieren.

Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Darmperistaltiek

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Dikke darm
Dikke darm: haalt water uit de onverteerde resten. Vorming vaste massa.

Bacteriën die cellulose kunnen verteren
- plantaardig voedsel
- Glucose

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstof wordt (deels) in de maag verteerd?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitaminen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het orgaan waar de (verteerde) voedingsstoffen worden opgenomen?
A
Dunne darm
B
Blinde darm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 26 - Quizvraag

waardoor kan dit efficiënt gebeuren?
herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verteringsstelsel
De lengte van het verteringstelsel is ook aangepast aan het voedsel.

- Planteneters (herbivoor): lang verteringsstelsel
- Vleeseters (carnivoor): kort verteringsstelsel
- Alleseters (omnivoor): middellang verteringsstelsel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vleeseter noemen we ook wel een . . . .
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor
D
Meatball

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een planteneter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een konijn een planteter, vleesester of een alleseter?
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een kat een
planteter, vleeseter of
een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planteneter, alleseter of vleeseter?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een planteneter heeft een ....
A
kort verteringsstelsel
B
middellang verteringsstelsel
C
lang verteringsstelsel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een alleseter heeft
A
plooikiezen
B
knipkiezen
C
knobbelkiezen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseters hebben....
A
plooikiezen
B
knobbelkiezen
C
knipkiezen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor eter zie je hier?
Hoe heten de kiezen?
En hoe is de lengte van zijn darmkanaal?
A
Alleseter, Plooikiezen, Middellang darmkanaal
B
Planteneter, Plooikiezen, Lang darmkanaal
C
Alleseter, Knobbelkiezen, Middellang darmkanaal
D
Planteneter, Knobbelkiezen, Lang darmkanaal

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies