Mens en Milieu [V4]

T6 Mens en Milieu
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

T6 Mens en Milieu

Slide 1 - Tekstslide

mens en milieu

Slide 2 - Woordweb

§6 Kringlopen

Slide 3 - Tekstslide

+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 4 - Sleepvraag

+
---->
Maak de verbrandingsreactie:
+
+
zuurstof
water
koolstofdioxide
glucose
Energie

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

glucose
energierijke stoffen
verbranding
fotosynthese
verbranding
energierijke stoffen
energierijke stoffen
verbranding
koolstofdioxide

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemt men het proces in de stikstofkringloop waarbij bacteriën nitraat omzetten in stikstofgas?

A
Ammonificatie
B
Nitrificatie
C
Denitrificatie
D
Assimilatie

Slide 13 - Quizvraag

Het in kaart brengen van de stikstofkringloop in de Nederlandse natuur speelt zich af op het organisatieniveau:
A
populatie
B
molecuul
C
ecosysteem
D
biosfeer

Slide 14 - Quizvraag

Bram en Marloes praten over de stikstofkringloop. Bram zegt "Als je planten eet, krijg je stikstof binnen".
Marloes zegt " Zonder schimmels en bacteriën kunnen planten in de natuur niet groeien". Wie heeft er gelijk?
A
Bram heeft gelijk
B
Marloes heeft gelijk
C
Beide gelijk
D
Beide ongelijk

Slide 15 - Quizvraag

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop

Slide 16 - Quizvraag

Voedselproductie

Slide 17 - Tekstslide

Bemesting
Bemesting met stalmest en kunstmest: productieverhoging

mineralen (nitraat + fosfaat) toevoegen

Slide 18 - Tekstslide

Hogere voedselproductie

- Bemesting

- Bestrijding van ziektes en plagen

Slide 19 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 20 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 21 - Tekstslide

Eutrofiering

Slide 22 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Met pesticiden (insecticiden, herbiciden, fungiciden)
Voordelen:
- Effectief
- Goedkoop
Nadelen:
- Vaak niet specifiek
- Resistentie
- Persistentie --> Accumulatie, echter zijn de meeste gewasbeschermingsmiddelen biologisch afbreekbaar


Slide 23 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Pesticiden:
  • Insecticiden/herbiciden
  • Effectief
  • Soortspecifiek vs. niet-soortspecifiek

Nadelen:
  • Doodt ook nuttige soorten
  • Resistentie
  • Persistent: zeer langzame afbraak --> accumulatie
  • Uitspoelen --> vervuiling drinkwater

Slide 24 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Plagen bestrijden met:
  • Natuurlijke predator
  • Parasieten
  • Ziekteverwekker

Vraag: Wat zijn de voordelen en nadelen t.o.v. chemische bestrijdingsmiddelen?

Slide 25 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Pesticiden
  • Zijn erg effectief
  • Vaak niet-soortspecifiek
  • Er ontstaat vaak resistentie

Sommige zijn persistent (worden zeer langzaam afgebroken)
Er treedt hierdoor accumulatie op in de voedselketen

Slide 26 - Tekstslide