Herhaling H6

Hoofdstuk 6
Lezen: Lay-out van een tekst
Woordenschat: Begrijpen wat er staat
Taalverzorging: Aan elkaar of los
Taalverzorging: Schrijven zonder fouten
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Lezen: Lay-out van een tekst
Woordenschat: Begrijpen wat er staat
Taalverzorging: Aan elkaar of los
Taalverzorging: Schrijven zonder fouten

Slide 1 - Tekstslide

Lezen:
Wat hoort allemaal bij de
lay-out van een tekst?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opmaak of lay-out
-> wordt bepaald door de titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur.
-> afbeeldingen, zoals foto's, grafieken, schema's, kaarten en tekeningen horen ook bij de lay-out
  • Titel
  • Tussenkopjes
  • Lettertype
  • Lettergrootte
  • Kolommen
  • Tekstkleur
  • Afbeeldingen
Lay-out of opmaak

Slide 5 - Tekstslide

Afbeeldingen
Afbeeldingen worden aan de tekst toegevoegd om:
* de aandacht van de lezer te trekken
* nieuwe informatie toe te voegen
* de tekst te verduidelijken
Afbeeldingen worden aan de tekst toegevoegd om:
  
* de aandacht van de lezer te trekken
* nieuwe informatie toe te voegen
* de tekst te verduidelijken

Afbeeldingen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke functie heeft de afbeelding (het kaartje) onderaan de bladzijde?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
De tekst duidelijker te maken

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

De afbeelding in de advertentie is vooral bedoeld om:
A
Nieuwe informatie toe te voegen
B
De aandacht van de lezer te trekken
C
De tekst duidelijker te maken

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De afbeelding (het schema) in de tekst is vooral bedoeld om:
A
de aandacht van de lezer te trekken
B
de tekst duidelijker te maken
C
nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen

Slide 12 - Quizvraag

Welke functies kan een afbeelding hebben?

Slide 13 - Open vraag

Het lettertype hoort niet bij de lay-out van een tekst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Woordenschat
Wat is de betekenis van de volgende woorden?

Slide 15 - Tekstslide

entertainment
A
dringend, met spoed
B
vermaak, voor je plezier
C
onderdelen
D
afzondering

Slide 16 - Quizvraag

permanent
A
verkopen
B
doorzoeken
C
onderdelen
D
blijvend

Slide 17 - Quizvraag

solitair
A
alleen levend
B
vaststellen
C
afzondering
D
onwettelijk

Slide 18 - Quizvraag

term
A
gebied in de buurt
B
gebruikt
C
woord
D
een levend iets

Slide 19 - Quizvraag

perspectief
A
ergens voordeel van hebben
B
punt van waaruit je naar iets kijkt
C
eerst, in het begin
D
spullen

Slide 20 - Quizvraag

de aspecten
A
inktpatronen
B
doorzoeken
C
onderdelen
D
onwettelijk

Slide 21 - Quizvraag

iets bij de wortel aanpakken
A
tot rust komen
B
beginnen bij de oorzaak
C
het ziet er slecht voor je uit

Slide 22 - Quizvraag

In de aap gelogeerd zijn
A
het ziet er slecht voor je uit
B
beginnen bij de oorzaak
C
tot rust komen

Slide 23 - Quizvraag

op adem komen
A
beginnen bij de oorzaak
B
tot rust komen
C
het ziet er slecht voor je uit

Slide 24 - Quizvraag

de lat hoog leggen
geen droog brood verdienen
de zak krijgen
een toontje lager zingen
het bijltje erbij neer gooien
minder praatjes hebben
ontslagen worden
weinig betaald krijgen
het opgeven
veel verwachten

Slide 25 - Sleepvraag

Taalverzorging
Aan elkaar of los?

Slide 26 - Tekstslide


A
afbak brood
B
af bakbrood
C
afbakbrood

Slide 27 - Quizvraag


A
bevroren brood
B
bevrorenbrood

Slide 28 - Quizvraag


A
houten plank
B
houtenplank

Slide 29 - Quizvraag


A
snij plank
B
snijplank

Slide 30 - Quizvraag


A
witte bolletjes
B
wittebolletjes

Slide 31 - Quizvraag


A
vegetarisch vlees
B
vegatarischvlees

Slide 32 - Quizvraag


A
spinazie fijn gehakt
B
spinazie fijngehakt
C
spinaziefijn gehakt
D
spinaziefijngehakt

Slide 33 - Quizvraag

Taalverzorging
Verbeter het fout geschreven woord

Slide 34 - Tekstslide

Indien vandaag besteld, strooi zout morgen in huis.

Slide 35 - Open vraag

Tientallen doden vissen in kanaal.

Slide 36 - Open vraag

Hoe bereid je een paard?

Slide 37 - Open vraag

De voetbalclub deed mee aan de goede doelenactie.

Slide 38 - Open vraag

Vissers vinden vlot onder dak.

Slide 39 - Open vraag

Succes met de toets

Slide 40 - Tekstslide